1. Waarom kom ik op deze pagina terecht als ik via Google zoek naar Tjeerd van Dekken?
Omdat die pagina over hem gaat.
2. Zijn naam staat er niet in en toch komt dat stuk bovendrijven, hoe zit dat?
In september 1994, toen ik de bewuste column schreef, was ik – behalve woedend en tot op het bot toe ontdaan en onthutst – netjes en heb ik de naam van Van Dekken niet genoemd. Toen ik later mijn verzamelde columns op internet zette, nam ik al mijn oude stukken ongewijzigd over; zo ook de bewuste column. Maar inmiddels vond ik dat ik geen enkele reden had om consideratie met deze meneer te tonen en heb ik zijn naam in de tags van het stuk gezet. Daardoor schaarde Google die column sindsdien onder de zoekresultaten voor “Tjeerd van Dekken”.
3. Is alles wat in dat stuk staat werkelijk gebeurd?
Ja. Van Dekken is door KPN tot tweemaal toe betrapt op telefoonstalking; de eerste keer was hij nog mijn vriendje, en het stalken was toen al maanden bezig. De tweede keer dacht-ie KPN te slim af te zijn door me wel steeds te bellen, maar dan gauw neer te leggen zodra ik opnam. Ik heb uiteindelijk een advocaat moeten inzetten om zijn gestalk te laten stoppen.
De column beschrijft maar een fractie van de gebeurtenissen. Wat er bijvoorbeeld niet in staat, is dat Van Dekken het bestaan van de stalker – die hij zelf was – geregeld aangreep om mij extra bang te maken. Hij zou een raar iemand voor mijn raam hebben zien staan, er zwierf iemand rond mijn huis zag-ie, hij werd woest als ik iemand mijn adres of telefoonnummer gaf, ik moest toch heus oppassen et cetera.
Wat er ook niet in staat is dat de dag nadat ik Van Dekken eruit heb gezet, zijn broer mij telefonisch met de dood heeft bedreigd.
4. Waarom staat die pagina zo hoog in Google?
Dat moet je aan Google vragen. Het enige dat ik kan bedenken is dat die pagina verhoudingsgewijs al oud is en daarom hoog scoort.
5. Over oud gesproken: waarom rakel je een zo oude kwestie op door die column online te zetten?
Toen ik erover schreef, was het helemaal geen oude kwestie maar ging het stalken nog steeds door. En ik zet al mijn columns op internet, ongeacht of ze ooit verouderd zullen zijn of niet. Waarom zou ik juist voor deze vent, die me zo heeft belaagd en bedrogen, een uitzondering maken?
6. Ga je die tags met zijn naam er ooit uithalen?
Pas wanneer ik niet langer fysiek ontregeld raak wanneer ik zijn naam tegenkom of aan de gebeurtenis terugdenk, zal ik dat overwegen. (Noot: in 2007 heb ik mijn website omgezet naar een blog, en sindsdien staat de naam ‘Tjeerd van Dekken’ niet langer in de tags van de bewuste column. Daarentegen is dit stuk, waarbij ik zijn naam wel openlijk noem, erbij gekomen. Shit happens.)
7. Volgens Francisco van Jole (Radio Online, 25 september 2007) gooi je met die column de privacy van meneer Van Dekken te grabbel.
Radio Online is het eerste grote medium dat aandacht aan dat oude stuk heeft besteed, en heeft zodoende meer gedaan om de hele zaak op te rakelen dan ik. Zoals zoekmachine-deskundige Joris van Hoboken in diezelfde uitzending zei: anderen hebben een eigen verantwoordelijkheid over wat ze doen met de resultaten die zoekmachines hen leveren. Die verantwoordelijkheid voelde Radio Online kennelijk niet, en dan past het ze nu niet direct om in diezelfde uitzending met een bestraffende vinger naar mij te wijzen.
Daarnaast: wanneer ik in twee lange artikelen vertel hoe raar Ronald Eissens van het MDI optreedt (link en link), verwijt niemand me een inbreuk te maken op de privacy van Ronald Eissens, noch dat ik door die column online te laten staan, oude koeien uit de sloot haal. Waarom zou dat met een stuk over een stalker anders zijn?
Wat de meneer in kwestie betreft: als de media hem erover doorzagen, is het beste advies dat ik hem kan geven: Geef toe dat je het gedaan hebt, zeg dat het een kapitale fout was en dat je je er diep over schaamt.
Kom op zeg, de man heeft tegenwoordig nota bene een media-adviesbureau. Les 1 uit het hoofdstuk over mediablunders en reputatiekwesties luidt: draai er niet omheen.
8. In Radio Online zeiden ze dat je geen commentaar wou geven, klopt dat?
Nee, dat is apert niet waar. Ik had met enige aarzeling ingestemd met een interview maar veranderde van mening nadat ik hoorde dat Francisco van Jole het gesprek zou leiden, vroeg toen om een andere interviewer en heb uitgelegd waarom. Later heb ik die toelichting aan de redactie en aan Van Jole zelf gemaild: “Ik heb een tijd geleden al besloten dat, hoewel ik Francisco privé graag mag, ik niet langer door hem geïnterviewd wil worden. Ik hou niet van zijn stijl, ik vind hem niet altijd fair in interviews en de onderwerpen lijden daaronder, en dan wil ik liever geen onderwerp zijn.”
De manier waarop Van Jole het onderwerp aanpakte, bevestigde helaas mijn gelijk. Hij stelde onder meer dat ik – en niet Radio Online – nu Van Dekkens privacy te grabbel gooide, en stelde dat je “niet zomaar zulke dingen over iemand mag beweren.” Het gaat niet om “zomaar” een bewering maar om gestaafde feiten, zoals ook van Jole heel goed weet. Een maand nadat ik had ontdekt dat Van Dekken mijn stalker was, heb ik dat aan Francisco van Jole verteld, nog natrillend van schrik en ontzetting, in De Balie, waar Van Dekken op dat moment een toegangsverbod had vanwege zijn gestalk. Ook zei van Jole in de uitzending dat ik commentaar had geweigerd. Dat is niet waar. Een andere redacteur had ik eerder te woord gestaan, en dat had ik gerust ook in de uitzending willen doen.
9. Je bent voorzitter van de jury van de Big Brother Awards. Is dat niet raar?
Ik zie geen discrepantie. Vertellen wat mij is overkomen en wat iemand mij heeft aangedaan, is mijn recht. Dat Van Dekken daar last van heeft, heeft niets met een privacyschending maar met zijn reputatie te maken – en die heeft hij geschonden, niet ik.