Ziekenhuizen ziek

Drie Britse ziekenhuizen hebben een virus opgelopen:


Drie Londense ziekenhuizen hebben hun complete netwerk vanwege een wormbesmetting voor tenminste 24 uur moeten uitschakelen. In een verklaring laat een van de ziekenhuizen weten dat er noodprocedures aanwezig zijn en men op backup-systemen kon overstappen. De dienstverlening aan patiënten zou niet door de infecties in gevaar zijn gekomen, alleen een aantal “minder essentiële activiteiten” zijn op een lager pitje gezet.

Volgens de Britse virusbestrijder Sophos zijn de ziekenhuizen met een variant van de Mytob worm besmet geraakt. De eerste variant dateert uit februari 2005 en opent een achterdeur op geïnfecteerde systemen, waardoor een aanvaller volledige controle heeft. Hoe de drie ziekenhuizen besmet raakte is nog altijd niet bekend. Met Mytob geïnfecteerde systemen worden meestal ingezet voor het uitvoeren van DDoS-aanvallen en het versturen van spam, hoewel aanvallers ook op vertrouwelijke informatie uit kunnen zijn.
Computerworm infecteert Britse ziekenhuizen, Security.nl, 18 november 2008

Als deze oude worm de computersystemen kon binnendringen, was de beveiliging bepaald niet op orde. Erger is de zin ‘…waardoor een aanvaller volledige controle heeft.’ Dat betekent immers dat iemand gegevens heeft kunnen kopiëren of, erger nog, wijzigen. Roepen dat je kunt overstappen op een back-upsysteem klinkt leuk, maar als je niet weet wanneer je besmet bent geraakt weet je ook niet hoe ver in de tijd je moet teruggaan – nog daargelaten hoe je dan de gegevens die sinds die laatste, ‘gezonde’ back-up zijn ingevoerd, weer in het systeem krijgt.

He’s done it :)

Het tellen is nog lang niet klaar, maar Obama zit nu op 247 kiesmannen en McCain op 120. Californië moet nog komen, en daar wint Obama: 55 kiesmannen erbij, en dan gaat-ie met een klap door de magische grens van 270 kiesmannen heen. Obama is de volgende president van de VS.

Hoera. McCain is instabiel, heeft een halve zool als plaatsvervanger – oh, er juicht iets: Californië, Oregon en nog zo wat zijn binnen: Obama staat nu op 324 kiesmannen. Hebbes! – en wil grosso modo de buitenlandpolitiek van Bush doorzetten. Obama is evenwichtig, slim, en snapt dat je groepen met elkaar moet laten praten om ergens te komen, juist als er verschil van inzicht is. Obama kan, anders dan McCain, dat onzinnige en destructieve wij-tegen-zij denken een halt toeroepen. En nog vier jaar Bush-achtig beleid was voor iedereen een ramp geweest.

Welkom, Obama. Je hebt een boel troep op te ruimen, je zult minder doen dan ik hoop en minder kunnen dan je zelf wilt, maar ik ben blij dat jij er zometeen zit.

(Update) Een paar mooie commentaren van elders:


We are all Americans.

– Robert Solé in Le Monde

… one of the largest problems in the country is everyone has an “us against them,” attitude. An overwhelming victory by either side is the only thing that will begin to solve this problem. [..] I think Obama won by enough of a margin that hopefully, many Republicans will realize that America got what it wanted, a change. [..] hopefully Obama’s decisive win will show that we needed something other than a likely continuation of how the country has been ran for the last eight years.
– Tom Hale on Boingboing

… so many people that have felt like they were being held hostage by this reactionary ‘majority’ are celebrating like crazy and there seems to be a real sense of hope, even from the formely cynical. [..] So maybe, just maybe, America’s flirtation with a quasi-fascist hard-right philosophy is at the beginning of the end. We got burned, bad, and maybe that’s enough for us to learn our lesson and move on to something better.
– Keeper of the lantern op BoingBoing

Well done America – and welcome back to the world, we’ve missed you.
– Welldone op BoingBoing

Geheugen en moord

In de sneak van vanavond (nee, niet Oliver Stones W, die is vorige week al in roulatie gebracht), de animatiedocumentaire Waltz with Bashir. De film opent met een roedel van zesentwintig helhonden die kennelijk bloed hebben geroken: ze stormen over trottoirs, springen cafémeubels omver, en verzamelen zich bij een huis waar ze met geel blikkerende ogen omhoog kijken. De man die er woont, droomt ze. Hij heeft deze nachtmerrie al tweeëneenhalf jaar, elke nacht weer, en die heeft te maken met wat hij als Israëlische soldaat in Libanon heeft gedaan. Zijn nachtwolven komen verhaal halen. Elke nacht opnieuw.

Door dat verhaal van zijn vriend droomt de hoofdpersoon, Ari Folman, voor het eerst in zijn leven over zijn eigen diensttijd in Libanon, dan twintig jaar geleden. Hij weet er eigenlijk niets meer van en kan zich uit die periode alleen nog zijn verloven thuis herinneren. Maar plots droomt ook hij: hij komt met een paar kameraden uit zee, de stad is in lichtflitsen gehuld, er klinken machinegeweren. Folman besluit uit te zoeken wat er precies is gebeurd: wat heeft hij, wat hebben zijn kameraden gedaan? Hij graaft vruchteloos in zijn geheugen en besluit uiteindelijk zijn medesoldaten op te zoeken om ze naar hun verhalen te vragen.

Hij hoort incomplete, elkaar tegensprekende verhalen. Hij past, hij meet, hij puzzelt. Iedereen heeft gaten in zijn geheugen en soms weet niemand meer wie nu waar was. Geregeld komt er al luisterend een flard van zijn eigen verhaal boven, soms weet hij niet of hij nieuwe herinneringen maakt op grond van wat hem wordt verteld, en een enkele keer luistert hij maar zegt het hem nog steeds niets: hij was daar niet, hij weet van niks, ook al beweert een vriend anders. En steeds komen er nieuwe, hallucinerende herinneringen boven.

De verhalen trekken een langzame spiraal naar de kern. Gaan de eerste verhalen nog over het peloton dat herhaaldelijk aangevallen wordt en over de dood van veel kameraden, gaandeweg realiseert Folman zich wat hij en zijn groep hebben gedaan: ze hebben de slachting in de vluchtelingenkampen Sabra en Shatila, waarbij in twee dagen tijd twee- tot drieduizend Palestijnen werden neergeschoten, gefaciliteerd. Een week voordat de nieuwe Libanese president Bashir Gemayel op 23 september 1982 zou worden ingehuldigd, werd hij vermoord. Woedende christelijke milities namen daarna wraak op de Palestijnen, en het Israëlische leger steunde hen: ze verschaften de Falangisten nachtverlichting en controleerden de vluchtwegen.

Door de vorm – een getekende documentaire – wordt het verhaal nergens te bloederig. Er ontstaat een lichte vervreemding die buitengewoon goed werkt: Folman moet zich ongeveer even vervreemd hebben gevoeld van zijn eigen geheugen als wij als kijkers van de beelden zijn. Door de vorm – gemonteerde interviews, overgezet naar animatie, met de echte stemmen erachter, afgewisseld met geheugenflarden en hallucinaties – worden alle typen verhalen op gelijk niveau gezet, wat natuurlijk klopt. Voor wie in een nachtmerrie zit, is die nachtmerrie immers realiteit. Een mooi subthema is de onbetrouwbaarheid van het geheugen: herinneringen kunnen verdwijnen en weer bovenkomen, ze kunnen later vers worden aangemaakt, of gaandeweg vervormd en vermengd raken.

Waltzing with Bashir ziet er prachtig uit. Soms is het regelrechte animatie, soms heb je de indruk dat de interviews zijn gefilmd en de filmbbeelden later zijn overgetrokken, of door de computer zijn gehaald. Dikke zwarte lijnen, grote egale kleurvlakken, veel details. En dan ineens zie je bij een getekend interview ergens een foto hangen die gewoon nog een echte foto is, of ziet een tank er wel erg levensecht uit.

Politiek gezien is de film buitengewoon interessant (en niet alleen voor Nederlanders, met ons eigen Srebenica-trauma). De film wijst wel naar een paar verantwoordelijken – waaronder toenmalig minister van defensie Ariel Sharon, die later premier van Israël werd – maar daar ligt de kern niet. Wat doen dergelijke oorlogen met de mensen die ‘m moeten voeren? Kunnen ze wel begrijpen wat ze hebben gedaan? Op welk moment begrijp je dat iets geen incident is, maar een massamoord? Hoe trek je de grens? (Of zelfs maar: een grens)? Hoe kun je naar het leed van anderen kijken als je tenondergaat in je eigen angst?

De slotbeelden zijn verpletterend. Moz en ik waren nog lang stil. Daarna gaf ik de film een tien. En dat heb ik nog nooit bij een sneak gedaan.

Schrijver of schrijfster?

Boingboing had vandaag een link naar de Gender analyzer, een stuk software dat zou kunnen bepalen of de auteur van een stuk een man of vrouw is. Dol op gendertesten als ik ben, heb ik tien Engelse teksten van mezelf door het ding heengehaald. Heel systematisch: het nieuwste Engelse spul eerst en dan terugwerken. Wat denkt u, ben ik een schrijver of een schrijfster?

  • Power in numbers, over Anonymous, hun strijd tegen Scientology en actievoeren via internet: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • A bad case of nostalgia, over Andrew Keen, web 2.0 en wereldbeelden: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Child pornography: fight it or hide it, over het kinderpornofilter dat nogal te wensen overlaat: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Casinos no cash cow, mijn eerste artikel als journalist binnen Second Life: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Orkut pirates privacy and copyright, over Google’s Orkut en hoe vreemd het was dat half privacy-lievend Nederland zich subiet aanmeldde: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Freedom of the internet, our new challenge, over vrijheid van meningsuiting (de zompige titel was omdat het een erg formeel stuk was voor een erg sjieke club): vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Unbiased Columnism 2001-7, slotstuk van een serie rechtbankverslagen over de zaak van Scientology tegen Zenon Panoussis in Stockholm: vrijwel zeker geschreven door een man (de andere zes afleveringen heb ik maar overgeslagen in deze test).
  • Grimm 2.0, over horrorfilms als sprookjes voor volwassenen, en waarom gruwelen niet altijd erg is: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • The Tupperware trade in happiness, over de tamelijk akelige verkoopmethoden van Landmark: vrijwel zeker geschreven door een man.
  • Boldly going where man has gone before, over de G-spot en de top van de ijsberg: vrijwel zeker geschreven door een man.

Er is geen ontkomen aan, de conclusie is klip en klaar: ik ben een schrijver. Een man. Aangenaam kennis te maken [reikt hand]: Karel Spaink.

Wat moet je eigenlijk doen om door deze software als vrouw gezien te worden? Veel over gevoel schrijven? Veel kwebbelen? Misschien deugt die software niet erg, da’s ook nog een mogelijkheid. Blijkens de testresultaten heeft-ie het immers in ongeveer 45% van de gevallen fout. (Misschien zegt de software gewoon standaar dat de auteur een vrouw is, dan kom je immers op vergelijkbare foutmarges uit. Iemand die me een url kan geven waarvan de tekst door Gender Analyzer als waarchijnlijk geschreven door een mevrouw wordt aangemerkt?

Uitruil

Critici van het veiligheidsbeleid zeggen het al langer: wat we doen is (vermeende) veiligheid uitruilen tegen onze individuele vrijheid. Israel neemt die ruil wel heel letterlijk: wie niet mee wil doen aan beschermingsmaatregelen, gaat de cel in. Het Israëlische parlement, de Knesset, heeft een voorstel aangenomen om van alle burgers biometrische gegevens af te nemen (vingerafdrukken, digitale foto). Burgers zijn verplicht om mee te werken: op weigering staat een jaar gevangenisstraf. Dat is nogal draconisch…

Tweakers.net besteedde eerder dit jaar aandacht aan de Israëlische centrale biometrische database, en schreef toen dit:

\Volgens de Israëlische overheid komt het steeds vaker voor dat burgers hun paspoorten in het buitenland verkopen en ze vervolgens als gestolen opgeven. Daarom moeten de identiteitsbewijzen worden beveiligd met gezichtsscans en vingerafdrukken, aldus de regering. De Israëlische overheid stelt dat de gegevens burgers tevens toegang zullen geven tot elektronische overheidsdiensten en dat de informatie kan helpen bij identificatie van slachtoffers bij een ramp. De politie kan echter ook toegang tot de data verkrijgen, schrijft de Israëlische krant Haaretz, al mogen agenten er niet zonder toestemming in grasduinen. Ook in Nederland is overigens besloten dat justitie vingerafdrukbestanden mag raadplegen voor het oplossen van misdrijven.

De voorstellen zijn met de nodige kritiek in Israël ontvangen. Ondanks toezeggingen over uitgebreid antecedentenonderzoek voor functionarissen die toegang tot de gegevens krijgen, zijn sommigen bang dat de data in verkeerde handen terechtkomt. Ook wordt erop gewezen dat het vastleggen van gezichtsgegevens kan worden gebruikt voor het in de gaten houden van burgers. Daarnaast bestaat de vrees dat fouten in het systeem er toe leiden dat mensen onterecht als crimineel worden gebrandmerkt. Het verlenen van toegang tot de gegevens voor opsporingsdiensten zou bovendien van iedere Israëliër een potentiële crimineel maken.

Tweevoud, drievoud, viervoud

John Stewart had twee weken geleden in zijn onvolprezen politieke programma The Daily Show een item waarin McCains nieuwe plannen – een op voorhand breed aangekondigde ‘stump speech’ waarin nieuwe plannen voor ecconomisch herstel werden aangekondigd – op een bijzondere manier tegen het licht werden gehouden. Volgens Stewart was McCains speech een herhaling van eerdere standpunten. Om die stelling kracht bij te zetten, maakte het team van The Daily Show een knappe videomontage van McCains acceptatierede tijdens de Republikeinse Conventie op … en de bewuste speech van 13 oktober. Dat leidde tot ‘split screen McCain’: twee McCains die twee keer, tegelijkertijd en met dezelfde intonatie, precies hetzelfde zeiden. Split Screen McCain is hier te zien; het item begint op 9:00 en duurt iets meer dan vier minuten. ‘McCain’s supporters will be so angry when they find out he does recycle.’

Deze week maakte iemand een nog knappere montage, waarin ook Obama Barrack betrapt wordt op allerlei voorgebakken zinnen. Wat is erger dan split screen McCain? Een drievoudige Obama en een viervoudige McCain.

Schedel

De met 8601 diamanten ingelegde platina schedel die Damien Hirst heeft gemaakt – het werk heet ‘For the love of God’ en zou iets moeten zeggen over onze sterfelijkheid – is vanaf overmorgen (1 november) tot half december te bezichtigen in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het werk komt in een speciale kamer te staan, met bewakers en camera’s en waarschijnlijk allerlei andere beveiliging eromheen: de schedel werd vorig jaar voor 50 miljoen Britse pond – 63 miljoen euro – aan een investeringsgroep verkocht. Hirst zelf was overigens een van de deelnemers van die investeringsgroep. Een mooi staaltje van eigen prijsopdrijving.

Onderstaande schedel vind ik eigenlijk veel leuker en intrigerender: hij is gemaakt van keukenspullen en stond in n een Londens park. Gemaakt van potten, pannen, lepels, vergieten en wat dies meer zij. Hirst, eat your heart skull out!

Luctor et submergo

(Oftewel: ‘ik worstel en duik onder’. Foto van deguppen.nl: snoek in de Vinkeveense plassen.)

Ha! Vanmiddag heb ik mijn PADI brevet gehaald, ik ben nu officieel Open Water Diver. Het heeft moeite gekost maar het is gelukt.

Vorige week deed Nana haar laatste twee buitenduiken en ik mijn eerste twee. Nana slaagde die dag en met mij ging het stukken beter dan de eerste keer: die dag durfde ik wel en bleef ik rustig. Nu ja, meestentijds dan… Bij mijn tweede duik vorige week, toen we laag over de bodem zwommen, merkte ik dat ik met mijn vinnen over de bodem schraapte en pompte ik wat meer lucht in mijn trimvest. En nog een beetje toen dat niet hielp. Nu werkt lucht bijpompen altijd met vertraging en voor ik het wist schoot ik omhoog, er was geen houden meer aan, temeer daar naarmate je hoger komt de lucht in je trimvest uitzet en je dus nog meer drijfkracht krijgt. Aan de oppervlakte pompte ik mijn vest op en wou op de anderen wachten – ze weer achterna duiken heeft geen zin, het zicht in de Vinkeveense plassen was hooguit zes meter dus ik zou ze nooit terugvinden. En al wachtend raakte ik in paniek: ik kreeg weinig lucht, zowel met als zonder automaat, het water golfde steeds in mijn mond, en ik voelde me een rolmops met mijn twee duikpakken aan. In paniek raken is niet goed dus ik besloot naar de kant te gaan, wat lukte. Einde tweede duik maar gelukkig had ik er al bijna een half uur opzitten.

Maar die dag zag ik ook de dingen waarvoor ik het deed. Niet eens die snoekbaars die onbeweeglijk stil vlak voor me hing en me uitgebreid zijn rossige vinnen liet bestuderen. Nee, wat ik het mooiste vond was het moment dat de zon doorbrak en ik vanaf zeven meter diepte omhoog keek naar de waterspiegel en daar ineens een gouden plons licht over het water zag kaatsen. En – ja lach maar – de centimeters lange groene algenfranje die elegant wapperde aan het touw waarlangs we naar beneden gingen, vond ik ook adembenemend en wonderschoon. Ha. Om zulke dingen wil ik kunnen duiken.

Vandaag zou ik mijn laatste twee duiken doen. Het wordt inmiddels te koud voor buitenduiken, en de duikleraar was al zo aardig geweest speciaal voor mij een extra dag in te plannen, dus vandaag was het erop of eronder. (Welnee. Als het vandaag niet was gelukt, dan had ik het later gewoon weer geprobeerd. Maar ik wou zo graag mijn brevet halen, en ook: ik wou het heel stoer in Nederlands water halen, dat is lastiger dan in subtropisch water, dus dan kan het daarna alleen maar meevallen.)

Pakken aan, lood om, muts op, trimvest om, handschoen, laarzen, vinnen, masker, automaat – je voorbereiden op een duik is nog een heel karwei – en hop, met de commandosprong het water in. Ik was doodrustig. Geen last van moeilijk ademhalen, geen spoortje paniek. Sjouke, de duikleraar, moest me naar beneden sjorren want dalen wilde niet zo (ik had maar vier kilo lood om, ditmaal) maar eenmaal beneden ging alles goed. Water uit je masker blazen, van automaat wisselen, trimvest aan en uit (alles weer vast krijgen was lastig met die dikke handschoenen aan), zweven, je trimvest met je mond bijvullen, de gecontroleerde noodopstijging. Bingo.

En ik bleef fijn rustig. Dat gebeurt elke keer weer: wat ik vorige keer lastig of niet te doen vond, gaat de volgende keer al heel redelijk. Tegelijkertijd was ik ervan doordrongen dat een deel van mijn rust kwam doordat Sjouke er de hele tijd bij was en op alles lette: ik was de enige leerling, dat voelde buitengewoon veilig. Het enige moment dat ik de paniek voelde opwellen was toen ik mijn masker had afgenomen en weer moest opzetten: ik kreeg ‘m niet goed met die dikke handschoenen, er kwam water in mijn neus en ik kreeg het masker niet leeggeblazen. Sjouke weerhield me ervan om in paniek naar boven te vluchten.

En weer een paar prachtige momenten: een zilver, halfdoorschijnende snoek die roerloos voor een vol algen begroeide kerstboom (!) hing, al die kleine grasjes en algen en frietseltjes op de bodem die je haarscherp kunt zien, en bij de wal: de algen, de sponzen, de mossels, de smaragdkleurige schimmels. De duik was eigenlijk al voorbij toen Sjouke me bij de trap nog een garnaal wou aanwijzen. Die heb ik niet gezien maar vervolgens hebben we tien minuten lang allerlei hoogst onopvallend waterleven op twee meter diepte zitten bestuderen en ik vond het allemaal even prachtig. Volgens mij ga ik veel plezier hebben in het water.

En toen was ik geslaagd. Ook heel erg dankzij Sjouke, die me de introductieles twee maal liet doen, me een extra zwembadduik gaf en me nog ‘s apart mijn laatste twee buitenduiken liet doen. Hij bleef moed houden en me voorzichtig helpen. Een goede leraar. (En dat na ms, halfblind zijn, verlamde armen, kapot evenwicht, een hersenbloeding, kanker en chemo mijn lichaam weer goed genoeg op orde is om te kunnen duiken vind ik een wereldwonder.)

Dus nu plan ik het vervolg. ‘t Idee is om met Nana (mijn buddy) en Thijmen (haar man) in Egypte te gaan duiken. Fijn helder subtropisch water met veel fraais erin. Ik hoop op tien duiken, de eerste vier geheid met instructeur want zonder, daar moet ik nog niet aan denken. En als ik me dan later op mijn gemak voel met gewone duiken en alleen een buddy erbij, ga ik ‘s piekeren over een volgend brevet: Advanced Open Water. Bij Sjouke en Divection, als-ie me tenminste weer hebben wil :)

Onderweg maar huis kocht ik rauwe tonijn en thuis heb ik met de katten mijn brevet gevierd. Zij elk een hap tonijn, ik een hap tonijn. Submergo!

Verfrissend

Vanavond in de sneak gezien: Young at heart. Een koor studeert liedjes in en treedt op. Niks spectaculairs aan zou je denken, behalve dan dat de gemiddelde leeftijd van de zangers tachtig is en hun repertoire zich uitstrekt van Sinead O’Connor (‘Nothing compares to you’) en James Brown (‘I feel good’) tot de Ramones (‘I wanna be sedated’), the Clash (‘Should I stay or should I go’) en Sonic Youth (‘Schizophrenia’). Het tempo van de liedjes ligt soms wat lager dan in de originelen en er wil wel eens een noot niet worden gehaald, maar verdomd, het swingt en het rockt ‘n’ rollt.

Het koor heet Young at heart en is gevestigd in Northampton, Massachussetts. Dirigent Bob Cilman legt soms de zweep erover en twijfelt geregeld of het koor een nummer er wel in gestampt krijgt. Vooral ‘Yes we can can’ – dat ik het beste ken in de uitvoering van de Pointer Sisters, ik heb het bij thuiskomst meteen opgezet – baart hem zorgen. De tekst lijkt eenvoudig maar is door zijn vele herhalingen en kleine variaties een ware hersenbreker. (Mij lukt het ook niet hem foutloos mee te zingen). Maar op het eind van de film, als het koor in een uitverkocht theater staat, komt het nummer er foutloos en volkomen overtuigend uit. Ook de uiteindelijke uitvoering van James Browns ‘I feel good’, inclusief sexy openingsgil, loopt als een trein. En dan zie je daar twee tachtigjarigen een opzwepend duet doen. Hoera. Ik werd er helemaal vrolijk van.

Na een half uur ofzo realiseerde ik me iets anders. Je ziet oude mensen in de media eigenlijk altijd gekleineerd: als object van zorg, of anders worden ze afgebeeld als afgetakeld, vergane glorie, eenzaam en al half-dood. Er zit altijd veel zieligheid omheen en weinig sjeu. Zo niet bij deze mensen, zo niet in deze film. Ja natuurlijk hebben ze makke, en er gaan te vaak koorleden dood. Maar het accent ligt ergens anders: bij hun levenslust, bij hun enthousiasme, bij wat ze op de been houdt, bij hun verve, kortom: bij hun leven. Ze werden in hun volle glorie neergezet, compleet met rimpels, buiken en stramme leden. En ze swingden erbij.

Het mooiste verhaal vond ik dat van Eileen (92), die sinds kort in een verzorgingstehuis woont maar als enige bewoner een sleutel van de voordeur heeft. Eileen komt namelijk vanwege de repetities vaak zo laat thuis dat het verplegend personeel dan al ruimschoots op één oor ligt. En hulde aan koordirigent Bob Cilman. Hij had zijn koor ook eindeloos evergreens of operettehits kunnen laten zingen, maar hij kiest systematisch voor nummers waar het koor flink aan moet wennen. Uitdaging houdt jong, zo blijkt.