Van Praagprijs, pers

Er zijn nu al 425 plaatsen gereserveerd voor de prijsuitreiking volgende week in het Muziekgebouw – ik ben bijna uitverkocht :) Aanmelden kan geloof ik nog. Ook weet ik eindelijk wat ik wil aantrekken die avond, da’s geen onbelangrijke beslissing. Ik zeg niks maar het wordt iets met rood en zwart.

Inmiddels zijn er al enkele interviews verschenen naar aanleiding van de prijs. Voor de liefhebbers:

  • Humanistisch Verbond, 1 mei 2009: ‘Het recht om af te wijken’.
  • De Avonden, VPRO radio, 5 mei 2009.
  • Human, de website van het Humanistisch Verbond, 6 mei 2009: ‘Bij een levenskunstenaar denk ik al snel aan een vrolijk persoon’.
  • Persbericht HV, 7 mei 2009: ‘‘De Van Praagprijs moedigt me aan om door te gaan’.
  • Het Continuüm, 9 mei 2009, ‘Een echte feminist is ook een heer’, door Janiek Kistemaker.
  • OBA live, 15 mei 2009, een radioprogramma dat Theodor Holman dat live wordt uitgezonden vanuit de Openbare Blbliotheek in Amsterdam. De uitzending werd ook opgenomen, het item is hier te zien.

Doktersadvies

In Amerika bestaat een instantie die bijhoudt welke medicijnen mensen krijgen voorgeschreven, het Prescription Monitoring Program. Het PMP beschikt over ruim acht miljoen medische dossiers.

En die zijn gekraakt.

Twee weken geleden verscheen een bericht van een hacker op de website van het PMP. Hij deelde mee die dik acht miljoen medische dossiers te hebben gekopieerd en had de dossiers op de site versleuteld, zodat het PMP zelf er niet meer bij kon. En hij wou losgeld: alleen als-ie tien miljoen dollar zou krijgen, was-ie van plan het PMP de sleutel te geven. Kreeg hij het geld niet, dan zou hij de bestanden verkopen aan de meest biedende, of ze desnoods openbaar maken.

Nu lijkt het een wat amateuristische hack (de dief wilde de afspraken over betaling regelen via een hotmail account, wat me een garantie lijkt om gevangen te worden), maar toch is het een bijzondere gebeurtenis: het is de eerste keer dat elektronische patiëntendossiers uit geldzucht worden gehackt en iemand de medische gegevens van miljoenen mensen in gijzeling houdt.

Meestal gaat het op minder spectaculaire wijze mis met elektronische patiëntengegevens. Wie de berichten een beetje volgt, ziet dat er bijna elke week op grote schaal medische gegevens lekken. Ze worden verloren (usb stick kwijt, laptop ergens laten liggen), en hup, daar ligt je medische dossier op straat. Of ze raken onbruikbaar of ontoegankelijk – het is al tientallen malen voorgekomen dat een ziekenhuis besmet raakte met een computervirus, en artsen niet meer bij de medische dossiers van hun patiënten konden.

Medische gegevens blijken buitengewoon slecht beveiligd. In 2005 heb ik zelf een onderzoek uitgevoerd, en binnen de kortste keren waren we binnen bij een ziekenhuis en konden we bij 1,2 miljoen patiëntengegevens. We konden ze niet alleen kopiëren en weggooien, we konden ze ook veranderen. Twee weken lang hebben we rondgestruind in de systemen van dat ziekenhuis – dat zichzelf nota bene op de borst sloeg wegens haar geweldige beveiliging – en niemand die iets in de gaten had.

Ook anderen hebben herhaaldelijk geconstateerd dat de beveiliging van elektronische medische gegevens buitengewoon slecht is. Nu vindt wellicht niet iedereen het een ramp als zulke gegevens over hem of haar naar buiten komen, maar dat anderen erbij kunnen, betekent in veel gevallen ook dat ze zulke gegevens kunnen veranderen: van willekeurige mensen de bloedgroep aanpassen bijvoorbeeld, of de dosering van medicijnen verhogen, of allergieën verwijderen.

Minister Klink weigert de risico’s van het EPD onder ogen te zien. Zelfs dat de toegangspas gekraakt is die artsen en verpleegkundigen moeten gaan gebruiken om toegang tot het EPD, vindt hij niet vreselijk zorgelijk.

Veel mensen denken daar echter anders over: een half miljoen Nederlanders heeft bezwaar aangetekend tegen het EPD. En artsen zelf vertrouwen de boel nog minder. die willen in meerderheid niet in het EPD worden opgenomen. Ze hebben tien keer zo vaak als de rest van de bevolking bezwaar ingediend: ruim dertig procent van hen wil niet dat hun eigen medische gegevens via een landelijk EPD wordt uitgewisseld, en nog eens twintig procent is van plan om bezwaar aan te tekenen.

Hun motief? ‘Omdat ik deelneem aan het opzetten van het EPD in mijn eigen ziekenhuis ken ik precies de zwakke plekken – en daar zijn er veel van,’ zei een van de geënquêteerde artsen.

Als artsen een medicijn afwijzen, moet de minister het niet zelf voorschrijven.

Oordelen over de rechter

Binnenkort komt SM rechter uit, een film die op een spraakmakende Vlaamse zaak is gebaseerd. Een rechter begeeft zich samen met zijn echtgenote op het SM-pad: zij heeft er een dusdanig sterke aandrang toe dat ze dreigt hem te verlaten als hij haar niet tegemoet komt. Getweeën verkennen ze, met steeds minder schroom, het gebied waar pijn en genot samenvloeien. Voor Magda, de echtgenote, is het een verademing; Koen moet erg wennen maar ziet hoe zijn vrouw opbloeit.

In een gerechtelijk onderzoek duiken onverhoopt foto’s van Magda op, genomen tijdens een SM-sessie. De man die haar met hun beider instemming onderhanden nam wordt gezocht wegens verkrachting en het Openbaar Ministerie volgt hem al geruime tijd. Vanaf dat moment ligt hun seksleven op straat. Het OM doet een inval bij hen thuis en vindt tapes van SM-sessies, Koen wordt mishandeling van zijn echtgenote en souteneurschap ten laste gelegd (er heeft ooit iemand betaald om Magda’s meester te mogen wezen).

Koen wordt veroordeeld en verliest zijn baan. De schrik over SM speelt daarin een grote rol – zulke pijn kan iemand toch niet zelf verlangen, dat kan toch niets anders dan misbruik zijn? – maar ook de naweeën van de zaak Dutroux, waar steeds opnieuw werd geïnsinueerd dat tot in de allerhoogste regionen mensen deelnamen aan stiekeme en verderfelijke seksuele praktijken, speelde mee. Er moest een Barbertje hangen. En Barbertje, dat was Koen A.

De film speelt meesterlijk met de scheidslijn tussen privé en openbaar. Nergens zijn de seksscènes ranzig, en het enige moment dat je ongemakkelijk wordt is als een groepje rechters naar de sekstapes van Magda en Koen kijkt. ‘’t Is toch een schande, kijk nou toch!’ hitsen ze elkaar in koor op, en intussen wéét je dat ze allemaal met een paal in hun broek zitten en dat Koen de rekening gepresenteerd zal krijgen van hun eigen lustige ongemak.

Maar het gaat ook over de vraag hoe dat nu werkt: op een prominente positie verkeren en in je privéleven iets doen dat tegen de publieke moraal indruist. Mijn eerste neiging is te denken dat je a) weet dat zoiets ooit fout loopt en dat je dus b) bereid moet zijn om van je persoonlijke verlangen en omstandigheden een publieke zaak te maken als c) de kat uit de mouw komt.

Of sterker: misschien moet je er zelf wel op voorhand over beginnen. Langs die weg heeft immers elke minderheid zijn rechten verworven: van vrouwen die in de jaren zeventig publiekelijk meldden dat ze een abortus hadden ondergaan tot Kamerleden die openlijk homoseksueel zijn. Ze doorbraken daarmee het idee dat ze iets hadden om zich over te schamen, dat ze minder waren. En terwijl je weet dat een dergelijke openbare stellingname je zakelijk leven kan benadelen, gaat het om kwesties die nooit evenwichtig over het voetlicht komen tenzij iemand zich dapper uitspreekt.

Anderzijds is dat nu precies de kern van de zaak: dat niet alles wat je doet publiek bezit is, ook niet indien je een publieke functie inneemt, en dat geen enkele emancipatiebeweging ooit iemand kan claimen, zelfs niet indien het om een van de hunnen gaat. Ook een rechter mag participeren aan een ongewoon seksfeestje, en daar heeft helemaal niemand iets mee te maken.

Artsen willen zelf niet in EPD

Van de website van ICTzorg van vandaag.


Zo’n 30 procent van de artsen heeft al bezwaar gemaakt tegen uitwisseling van de eigen gegevens via het landelijk EPD en circa 25 procent overweegt dit alsnog te doen. Dat blijkt uit een enquête onder artsen die aanstaande donderdag in Medisch Contact wordt gepubliceerd.

Deze cijfers werden gisteren bekend gemaakt tijdens een symposium van de KNMG over de juridische aspecten rondom het EPD.

Inmiddels hebben circa 438.000 mensen bezwaar gemaakt tegen opneming in het landelijk EPD, dat is zo’n 3 procent van de bevolking. Dat is drie keer meer dan de 1 procent waar minister Klink van VWS in eerste instantie van uitging.

Patiëntenmacht

(Mijn derde gesproken column voor De Praktijk, AVRO / Radio 1, tussen 13:30 en 14:30.)

De Zweedse denktank Health Consumer Powerhouse (HCP) heeft geïnventariseerd hoe het in Europa met de macht van patiënten is gesteld. Ze hebben daarbij gekeken welke rechten patiënten hebben, over hoeveel informatie patiënten beschikken, of het effect van behandelingen terdege wordt onderzocht, en tenslotte wat de kosten van de zorg zijn.

In landen die goed scoren, hebben patiënten recht op een second opinion en op inzage van hun dossier. Er is sprake van behandelovereenkomsten, van gedegen controle op de beroepsuitoefening van artsen, van toetsing van behandelingen en ziekenhuizen. Er is goede algemene informatie over ziektes en afwijkingen voorhanden en er zijn actieve patiëntenorganisaties. Er hoeft niet onder de tafel betaald te worden om goede zorg te krijgen.

Nederland komt er in het onderzoek goed vanaf: we staan nummer vijf op de ranglijst, met boven ons Denemarken, Duitsland, Finland en Zwitserland. Opmerkelijk is dat zowat heel Noord-Europa hoog scoort. De Balkanlanden daarentegen scoren bijna stuk voor stuk slecht, evenals de Middellandse-Zeelanden.

Gezien die verdeling zou je bijna gaan denken dat katholicisme nadelig is voor patiënten. In de slecht scorende landen is de dokter Gods plaatsvervanger op aarde: zijn oordeel is onfeilbaar, zijn wegen zijn ondoorgrondelijk en lenen zich niet voor discussie of debat, en wie patiënt is heeft braaf te slikken wat de dokter voorschrijft.

Calvijn heeft kennelijk een voorbeeldige invloed op de zorg gehad. Het calvinisme kent geen onfeilbare Paus of arts, de preken worden niet in potjeslatijn gehouden, iedereen mag zelf de bijbel en bijsluiter lezen en met een ander van mening verschillen over de interpretatie ervan, en met geld kun je je geen hogere plaats in de hiërarchie kopen.

Maar ja. Calvinisme heeft ook nadelen. Het is een geloof dat – meer dan het katholicisme – doordrongen is van schuld en plicht, en aan aflaten doen ze niet. Waar katholieken streng zijn in de leer en makkelijk in de praktijk, zitten calvinisten met een ziel boordevol verantwoordelijkheidsbesef, en zijn ze meer rigide. Ze zijn dol op procedures en bureaucratie. Calvinisten hebben nooit een café naast hun kerk.

Precies die nadelen worden in het onderzoek wat weggemoffeld. Ja, Nederland heeft goede zorg, maar – of je nu arts bent of patiënt – je wordt mal van de papierhandel. Er is een heel strikt idee over hoe je je als patiënt hebt te gedragen: je hoort mondig te zijn, je hoort je te verdiepen in je ziekte en in je behandeling, je hoort je te informeren, je hoort beslagen ten ijs te komen als je naar de dokter gaat. Geen land waar mensen er zo op hameren dat je een vragenlijstje moet maken als je naar het spreekuur gaat. We gaan uit van buitengewoon rationele, koelbloedige, bureaucratie-vaardige patiënten. Voor overstuur zijn, of gewoon maar erg bang om dat zieke lichaam van je, hebben we niet zoveel emplooi.

En het zijn juist ook de calvinistische landen waar het hardst wordt nagedacht over schuld in de zorg: waar gezocht wordt, keer op keer, naar vormen van uitsluiting, eigen risico of eigen-schuld-zelf-betalen als je op enigerlei wijze de hand zou hebben gehad in het ontstaan van je ziekte of blessure. In Nederland heeft een zittende minister van gezondheidszorg hardop gezegd dat we nodig moesten nadenken over het bestraffen van een verondersteld slechte leefstijl. Dat is een gedachte die in een katholiek land van z’n leven niet zou opkomen.

Intussen blijf ik me maar afvragen hoe een atheïstische gezondheidszorg eruit ziet. Zorg zonder schuld, zonder bureaucratie, en zonder almacht. Het zou de hemel op aarde zijn.

Ongemakkelijk leuk

Afgelopen weekend deed Improv Everywhere voor het eerst iets in Nederland; in New York is het bijna elke maand raak. Hun aanpak vergt voorbereiding maar is simpel. Er is een uitgewerkt scenario, er wordt via internet een groep vrijwilligers opgetrommeld – inmiddels beschikt Improv Everywhere over een bestand van dertigduizend mensen – die pas ter plekke instructies krijgen en dan georkestreerd iets doen. Het gaat altijd om onschuldige interventies in publieke ruimtes: met z’n allen een warenhuis in gaan en daar heel langzaam bewegen; in een café zitten en daar een uur lang in een vaste sequentie dezelfde serie handelingen uitvoeren; je met tweehonderd mensen in Centraal Station verspreiden en op hetzelfde moment allemaal vijf minuten lang bevriezen.

In Amsterdam schaarden honderdtwintig mensen zich plots in een rij voor inderhaast neergezette hekken bij het Nationaal Monument op de Dam en deden alsof ze er een rondleiding zouden krijgen. ‘De kans van mijn leven,’ riep de een, en ‘Het was prachtig, ik sta nu al voor de tweede keer in de rij, ik wil nog eens,’ zei de ander. Na een uur loste de rij zich net zo vlot op als-ie was ontstaan en was er van de actie niets meer te zien. Het grappige was dat nogal wat onwetende buitenstaanders zich, nieuwsgierig geworden, inmiddels in de rij hadden aangesloten. Zij moeten enigszins verdwaasd zijn achtergebleven. Uhm, wat was hier nu te zien en waarom waren al die andere wachtenden ineens verdwenen?

Van elke publieksimprovisatie worden filmpjes gemaakt, die later op internet worden gezet, met toelichtingen en verslagen van de deelnemers. Ze zijn een geweldige opsteker, je wordt buitengewoon vrolijk van die filmpjes. Je ziet de omstanders schuins kijken naar een serie identieke tweelingen die tegenover elkaar op de bankjes van een metrostel zitten, en die elkaars gebaren nauwgezet kopiëren. ‘Huh?’ zie je de omstanders denken. Zien ze het nu goed? Wat raar. Mensen stoten elkaar aan en kijken steeds openlijker. En er gebeurt niets, behalve dat de omstanders van de weeromstuit met besmuikte blikken bij elkaar polsen of zij het óók vreemd vinden en gaandeweg met elkaar gaan praten.

Of er stapt iemand in de metro in zijn onderbroek. Shirt, jas, schoenen: alles aan behalve een broek. Omstanders merken het na verloop van tijd en negeren het. Hm, een gek, niks doen en vooral niet zijn aandacht trekken. Wanneer bij de volgende halte nog iemand zonder bovenbroek instapt, worden de inzittenden van de coupé ongemakkelijk. Hier is iets aan de hand. Maar wat?

Wat er zo geweldig aan is, is de combinatie van onschuldig vertier, gezamenlijk optreden en publieke ingreep. Improv Everywhere haalt dagelijkse routines overhoop en schudt iedereen even zachtjes wakker. Er is iets anders. Wat? Waarom? Wat is hier aan de hand? In de onzekerheid die ze met hun ingreep bij de omstanders creëren, stoten de deelnemers iedereen eventjes uit hun vaste patroon van niet kijken, niet praten. Zo’n coupé vol metroreizigers die zich met half aangeklede mensen geconfronteerd ziet, wordt plots tot een groep aaneengesmeed. Zoals Alex Scordelis, de bedenker van Improv Everywhere zegt: ‘we voorzien ze van een anekdote’.

Maar ’t is meer dan dat. We zijn overal met zoveel mensen dat we geleerd hebben elkaar te negeren, om elkaar zodoende ruimte te geven; en al wie zich afwijkend gedraagt, wantrouwen we een beetje. Improv Everywhere laat zien dat raar ook puur leuk kan zijn.

Aanmelden

Eerder vertelde ik al dat ik op woensdag 20 mei een prachtige prijs voor mijn werk krijg toegekend, en dat rondom de uitreiking daarvan een feestelijke avond wordt georganiseerd in het Muziekgebouw aan het IJ te Amsterdam. Juryrapport, interview, toespraak, een intermezzo waarvan ik ook niks mag weten, drank, omhelzingen, zoenen, hopelijk veel mensen, en als het meezit mooi weer en prachtig zicht over het IJ.

Iedereen is van harte welkom en de avond is gratis toegankelijk. Je krijgt zelfs een boekje cadeau als je komt. Maar het is wel belangrijk je op voorhand aan te melden. Dat kan tot 7 mei op deze plek. Na aanmelding krijg je een toegangskaart thuisgestuurd.

Eigen bijdrage

(De AVRO zendt elke werkdag tussen 13:30 en 14:30 De Praktijk uit op Radio 1, een programma over gezondheidskwesties. Met ingang van deze maand heb ik daar een tweewekelijkse gesproken column. Bij deze de tweee.)

Een kennis die na een operatie anderhalve maand absoluut niet mocht tillen of op enige manier kracht mocht zetten, had huishoudelijke hulp nodig. Ze kreeg via de AWBZ iemand toegewezen die drie uur per week kwam schoonmaken: heerlijk! Dat ze een eigen bijdrage moest betalen, vond ze logisch.

Totdat de rekening in de bus viel: zesenveertig euro nogwat aan eigen bijdrage per week had ’t haar gekost. Zwart iemand aannemen was stukken goedkoper geweest, voor hetzelfde geld had ze dan bijna twee uur meer hulp kunnen inhuren.

Ja logisch, zult u denken: zwart werk is altijd onder de marktprijs, daar is ’t zwart werk voor. Handig voor de zwartwerkgever, want alle lasten zijn voor rekening van de zwartwerker: geen verzekering, geen ziektewet, geen WW. Mijn kennis troostte zichzelf met de gedachte dat ze haar tijdelijke hulp van dat extra geld in elk geval wat rechtszekerheid had bezorgd, en dacht er verder niet meer over na.

Tot ze haar voormalige hulp in de stad tegenkwam. Ze raakten aan de praat. De hulp vertelde dat ze al geruime tijd last had van hevige rugpijn, de dokter had haar elk zwaar werk verboden. Ze had haar werk als alfahulp helaas moeten opgeven. ‘Nou, dan ’t is maar goed dat je niet zwart werkte, nu krijg je in elk geval nog een uitkering,’ zei mijn kennis, de gepeperde nota indachtig. Tot haar verrassing antwoordde de ex-hulp dat er van een uitkering geen sprake was, daar deden ze niet aan bij alfahulpen. Waardoor mijn kennis plotseling toch weer anders dacht over die zesenveertig euro voor drie uur schoonmaken.

Ik heb navraag gedaan. Voor huishoudelijke hulp via de AWBZ wordt per uur 15,50 euro bij de klant in rekening gebracht. Niet iedereen hoeft de volle mep te betalen: bij een minimuminkomen is je eigen bijdrage zestien euro per maand, de overheid legt de rest bij. De alfahulp zelf krijgt 12,21 bruto per uur uitbetaald. Het verschil tussen de bruto kosten (door de klant of de overheid betaald) en het brutoloon voor de hulp is 3,30 per uur. Dat bedrag gaat naar de thuiszorginstantie, als bemiddelingskosten en overhead. Oftewel: bijna een kwart van het geld blijft in de organisatie hangen. Dat vind ik fors. Voor ontwikkelingshulp leggen we strengere normen aan.

Alfahulpen zijn niet in dienst van de organisatie. De overheid beschouwt ze als kleine zelfstandigen: ze krijgen derhalve geen reiskostenvergoeding, er worden geen werkgeverspremies voor ze betaald, en ze krijgen geen uitkering bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Lekker makkelijk voor de thuiszorg: alle arbeidskosten en -risico’s zijn voor de alfahulp, en zij strijken als organisatie niettemin een kwart van het geld op.

Mijn kennis moet aanstaande zomer een nieuwe operatie ondergaan en dan mag ze opnieuw zes weken niks. Deze keer zoekt ze zelf wel iemand voor het huishoudelijk werk. Zwart, dat is voor haar goedkoper, en voor de hulp zelf maakt het geen klap uit.

Wat me tot de vreemde conclusie bracht dat officiële thuishulp inschakelen alleen verstandig is voor wie minder dan modaal heeft. Dan legt de overheid immers bij, en zijn de kosten lager dan bij zwarte huishoudelijke hulp. In alle andere gevallen heb je nadeel van de thuishulp.

De enige die altijd profijt van thuishulp heeft, is de thuiszorgorganisatie. Is dat niet een beetje ziek?

Drie maal vals is vals recht

In Frankrijk is vorige week ternauwernood een wetsvoorstel gesneuveld om mensen die driemaal van auteursrechtinbreuk via internet worden beschuldigd, van het net te gooien. Three strikes, you’re out – de harde aanpak.

Alleen ging het niet om mensen die waren veroordeeld: drie beschuldigingen zouden volstaan. Er was in het voorstel geen plaats voor een rechter ingeruimd, een verdenking van vertegenwoordigers van de muziekindustrie was genoeg. Van dezelfde muziekindustrie die al talloze zaken heeft verloren omdat ze hun aanklacht niet konden bewijzen, dezelfde muziekindustrie die mensen daagde die helemaal geen internetverbinding hadden, of die zesjarigen voor de rechter bracht wegens auteursrechtinbreuk. Dezelfde muziekindustrie die in een spraakmakende rechtszaak in Amerika laatst bloedserieus stelde dat ze eigenlijk hun beschuldiging nooit zouden hoeven staven, want bewijs, nou, daar was vaak zo moeilijk aan te komen hè.

Drie beschuldigingen en je ligt eruit. Van het internet af: verstoken van een communicatiekanaal waarmee we steeds meer verweven raken. We telefoneren via internet, we betalen via internet, we regelen alles via internet. We moeten ons belastingformulieren via internet inleveren en ons patiëntendossier in de gaten houden via internet. En de overheid wil dat we onze facturen versturen via internet. Je kunt haast niet meer zonder; internet is hard op weg om even essentieel te worden als elektriciteit. En dan zou zo’n klungelende muziekindustrie je daarvan naar eigen willekeur mogen afsnijden?

De muziekindustrie verkeert in een strijd op leven en dood. Ze probeert dat gevecht te winnen door nog harder te doen waardoor ze eerder in die kramp is geraakt: muziekliefhebbers van zich vervreemden, artiesten door de mangel halen, en vooral: de realiteit van nieuwe media en nieuwe manieren van distributie ontkennen. Jarenlang heeft de industrie fans het kopen van muziek tegengemaakt: als je één nummer leuk vond moest je de hele cd kopen (waar is het singeltje gebleven?), had je net een oude plaat op cd aangeschaft, kwam er een versie met meer tracks uit; keurig gekochte cd’s konden niet in je computer worden afgedraaid, of niet in de auto; de prijs van mp3’tjes is absurd hoog (even duur als op een cd, terwijl de hele tussenhandel is weggevallen), en dan nog kun je ze vaak niet naar een nieuwe computer verhuizen.

Er zijn zat artiesten die wel begrijpen dat de wereld is veranderd. Ze hebben zich losgemaakt van de industrie en zijn voor zichzelf begonnen, vaak met een zucht van verlichting. ‘Wat? Je verkoopt mijn album voor 19,90 en dan krijg ik daar 80 cent voor? Ik moet bovendien alle studio- en promotiekosten terugbetalen? En daarna hebben jullie alle rechten op mijn muziek en ben ik die kwijt? Wie heeft zulke idiote contracten bedacht? Oh wacht, jullie!’, zei Trent Reznor, en begon voor zichzelf.

Zoals veel andere vrijgemaakte muzikanten gebruikt hij internet intensief. Hij geeft muziek weg, verkoopt muziek met extraatjes, maakt applicaties voor mobieltjes en websites, en heeft al doende een adressenbestand van twee miljoen fans die hij gericht kan mailen. De zaken lopen uitstekend: en hij is bepaald niet de enige muzikant. De verkoop van muziek stort helemaal niet in, die gaat tegenwoordig alleen langs andere wegen dan de oude industrie,

De makers lopen daarvan weg, samen met de fans. Veel van hen wilden dat al eerder maar wisten niet hoe. Tegenwoordig wel: internet. Dus wil de muziekindustrie internet onder controle krijgen. Ze zouden er beter aan doen het te leren begrijpen.

Uitnodiging (ook u)

[Let op: iedereen mag komen en de toegang is gratis, maar aanmelden is noodzakelijk.]

Graag nodigen wij u namens het Humanistisch Verbond uit om de feestelijke uitreiking van
de Van Praagprijs 2009 bij te wonen. Deze vindt plaats op woensdagavond 20 mei 2009
om 20.00 uur in Het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam.

De prijs, die dit jaar in het teken staat van ‘levenskunst’, wordt toegekend aan schrijfster en columniste Karin Spaink. De jury heeft unaniem voor haar gekozen omdat zij een icoon is van strijdbaarheid, vecht- en levenslust en daarmee anderen inspireert. Zij initieert debat, doorbreekt taboes en laat een origineel en kritisch geluid horen over onderwerpen die anderen onbesproken laten zoals privacy, zelfdoding en transgender. Zij kiest verrassende invalshoeken in het maatschappelijk debat over tal van thema’s, waarbij ze de lezer aanzet tot zelfreflectie en betrokkenheid.

Tijdens de avond spreekt juryvoorzitter Cox Habbema het juryrapport uit en overhandigt zij de prijs. De kersverse van Praagprijswinnares geeft haar reactie. Na een verrassend kort intermezzo wordt Karin geïnterviewd over haar leven en werk, door schrijver en journalist Arjan Visser. Rond 22.00 uur, na het inhoudelijke programma, volgt een feestelijke receptie.

De Van Praagprijs, genoemd naar één van de oprichters van het Humanistisch Verbond, is een oeuvreprijs die sinds 1971 tweejaarlijks wordt uitgereikt aan personen die in hun werk humanistische waarden uitdrukken en inspireren tot een samenleving waarin zelfbeschikking en verantwoordelijkheid samengaan.

De toegang is gratis. Er is echter wel een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Derhalve graag reserveren vóór 7 mei 2009 door het aanmeldingsformulier in te vullen op www.vanpraagprijs.nl. Op deze site vindt u aanvullende informatie over de prijs en de avond. Heeft u geen toegang tot het internet, dan kunt u bellen met het landelijk bureau van het Humanistisch Verbond: 020 52 19 000 om uzelf eneventuele introducés aan te melden. Na 12 mei ontvangt u een bevestigingsbericht met daarbij het programma / toegangsbewijs, en een routebeschrijving naar Het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Indien volgeboekt ontvangt u ook bericht.

Wij verheugen ons op uw komst!
Rein Zunderdorp, voorzitter Humanistisch Verbond
Ineke M. de Vries, directeur Humanistisch Verbond

[En ik ook! :) ]