Weggegooid geld

Webwereld meldt vandaag dat ziekenhuizen niet bijster veel hebben aan ICT en elektronische patiëntendossiers. De Harvard Medical School deed een onderzoek (.pdf) naar het gebruik en het nut van ICT bij de meest ‘digitale’ Amerikaanse ziekenhuizen. Het onderzoek bestreek het reilen en zeilen van 4000 ziekenhuizen in de afgelopen vier jaar, en keek zowel naar elektronische patiëntendossiers als naar minder medische en meer managementgerichte ICT binnen die ziekenhuizen.

De uitrol van computersystemen in ziekenhuizen is gebaseerd op de onjuiste diagnose dat het geld bespaart. ICT blijkt echter eerder een financieel en organisatorisch blok aan het been:

  • Er waren enorme bedragen gemoeid met het aanschaffen, installeren en onderhoud van ICT-systemen in de onderzochte ziekenhuizen;
  • Deze kosten worden, anders dan verwacht, niet terugverdiend door besparingen die automatisering met zich zou meebrengen;
  • De meeste software is geschreven voor gebruik door IT-beheerders, en niet door medisch specialisten, verpeegkundigen of laboratoriummedewerkers;
  • De meeste software past niet goed bij de dagelijkse praktijk van het medisch personeel;
  • Artsen zijn veel te veel tijd kwijt met het invoeren van gegevens, wat ten koste van de daadwerkelijke zorg blijkt te gaan.

Het onderzoek stelt dat zelfs klinieken die in hoge mate geautomatiseerd zijn, niet beter presteren op kwaliteit, efficiency en kosten dan andere. De paar ziekenhuizen die door automatisering wel iets beter functioneren, hebben een andere weg gekozen. Ze wilden software op maat en lieten de programma-ontwikkelaars daartoe eerst maandenlang meelopen in het ziekenhuis, zodat de software nauwer aansloot bij de praktijk. Maar die weg kiest men zelden…

Bewaarplicht ongrondwettelijk

Het constitutionele hof in Roemenië heeft in oktober geoordeeld dat de Europese bewaarplicht tegen de grondwet indruist. ISPam.nl meldt dat de Engelse vertaling van de uitspraak nu bekend is.

Het opslaan van de verkeersgegevens van alle burgers is volgens het constitutionele hof een schending van het recht op privacy, op het correspondentiegeheim, op de vrije verplaatsing en op de uitingsvrijheid.

Daarbij worden ook niet alleen van de personen die het initiatief nemen tot het contact, maar ook de ontvangers van de communicatie hun gegevens bewaard. De ontvangers kunnen zich niet beschermen tegen het gevaar van verkeerde conclusies die kunnen worden getrokken door het contact met een derde. Er kan zelfs doelbewust sprake zijn van verdachtmakingen door derden die het contact initiëren.

De hele bevolking wordt door de bewaarplicht bestempeld tot verdachte van terroristische en andere ernstige misdrijven. Als uitsmijter waarschuwt het constitutioneelhof er voor dat dit soort wetgeving er toe kan leiden dat de democratie kan worden opgeblazen, onder het mom van haar te beschermen. Iets waar al verschillende malen voor gewaarschuwd is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

Ook in Duitsland loopt er bij het constitutionele hof een procedure tegen de bewaarplicht. In december houdt het hof een hoorzitting en medio 2010 wordt een uitspraak verwacht. In eerste instantie heeft het Duitse constitutionele hof zich kritisch over de bewaarplicht uitgelaten. Het is niet uit te sluiten, dat het net als haar Roemeense collega tot de conclusie komt dat de bewaarplicht in strijd is met de mensenrechten.

Blond

[Column voor Lover.]

‘Ik snap niet dat niet iedere feministe PVV stemt. Ik ben juist vanwege de vrouwenrechten bij de Partij voor de Vrijheid terechtgekomen,’ zei Tweede-Kamerlid Fleur Agema in het septembernummer van Opzij. ‘Vroeger waren vrouwenrechten veilig bij traditionele emancipatiebewegingen als GroenLinks en de PvdA, maar die hebben het laten lopen. Als feministe zou je je keihard moeten verzetten tegen de onderdrukkende gevolgen van de islam.’

Wanneer Agema wordt geprest uit te leggen wat er nu zo feministisch is aan de PVV, komt ze niet verder dan fulmineren tegen de islam en zeggen dat haar partij de zorg minstens even hard steunt als de SP dat doet. Geen woord over herverdeling van arbeid, zorg of macht. Geen woord over seksuele autonomie of seksueel geweld. Geen woord over gelijke rechten, loopbaan- of voorkeursbeleid. Geen obligaat gemurmel over herwaardering of herinterpretatie van ‘vrouwelijke’ waarden of capaciteiten. Zelfs een kontlikkende verwijzing naar Hirsi Ali kan er niet van af. Feminisme wordt binnen het vertoog van de PVV gereduceerd tot het xenofobisch verdedigen van kleinburgerlijke waarden: alsof zonder de islam de vrouwenzaak in kannen en kruiken was.

Als het niet zo triest was, zo je onder tafel rollen van het lachen: het feminisme als een kwestie die we met gerust hart aan meneer Wilders kunnen overlaten. Het is de wrangste grap van het decennium.

Wilders, die vrouwen aan de lopende band beledigt; Wilders, die vrouwen afschildert als sullige slachtoffers; Wilders, die weigert te zien hoe patriarchaal westerse religies zijn; Wilders, die het met zijn epitaaf ‘voddenkoppen’ presteert om de vermeende objecten van zijn zorg een venijnige veeg uit de pan te geven; Wilders, die vrouwenrechten alleen noemt waar het over kinderen, zorg en opvoeding gaat; Wilders, die binnen zijn partij het enige haantje wenst te zijn; Wilders, die een broertje dood heeft aan diversiteit en debat – bij díe Wilders zouden onze belangen veilig zijn? Ik vrees dat het enige waarvoor feministen Wilders ooit een pluim in zijn gat kunnen steken, is dat-ie de term ‘dom blondje’ sekseneutraal heeft gemaakt.

Bij eerdere nieuwrechtse partijen kon ik me – zij het met uiterst pijnlijk hart – nog enigszins voorstellen waarom zij aanhang trokken onder homoseksuelen of modieus feministisch angehauchte vrouwen. Fortuijn en Verdonk waren immers elk een verpersoonlijking van een volledig nieuw politiek personage: de presidentiële relnicht, respectievelijk de vrouw die het roer ambieerde. Wat je verder ook van hun standpunten mocht vinden, hun stijl en ambities boden een spektakel dat dwars tegen genderstereotypen inging en daarmee een focus voor genoegdoening bood; zo ongeveer als twintig jaar terug veel conservatieve vrouwen hun hart ophaalden aan Thatcher. Ha. Zij leerde die mannen tenminste een lesje! En via haar voelden ze zich een beetje sterker, een beetje meer gelegitimeerd, zonder dat ze zelf ooit meer hoefden te doen dan een passieve stem uitbrengen.

Maar zelfs een dergelijke persoonlijke identificatie, hoe rancuneus en au fond reactionair ook, kan Wilders niet bieden. Welke feminist, welke queer, welke genderbender – or, for that matter, welke wereldburger – kan zich ooit plaatsvervangend optrekken aan Wilders en zijn patriarchaal provincialisme?

Wilders staat, zo vrees ik, voor heel iets anders. Hij past perfect in de trend naar newspeak die we momenteel beleven. Veiligheid is vrijheid. Uitschelden is debat. Rechten ontnemen is een recht. Pluriformiteit bescherm je door uitstoting. Slachtoffers zijn schuldig. Eenwording is emancipatie.

Blond is het nieuwe bruin.

Steun Het nieuwe rijk!

Gisteren zijn in een aantal grote steden folders verspreid door Het Nieuwe Rijk. Het is een actie tegen de centrale opslag van de vingerafdrukken van alle Nederlanders. Het comité is buitengewoon ongerust over de toenemende privacy-schendingen door de overheid, en doet dat door middel van een – uitstekend geslaagde – parodie: ‘Laat je BSN op je arm tatoueren! Handig voor u als burger, handig voor ons als overheid!’

Binnenlandse Zaken is boos over de actie en beweert aangifte te hebben gedaan tegen de verspreiders van de folder. Op grond waarvan is geheel niet duidelijk…

De actie wordt publiekelijk gesteund door een aantal mensen, en ik ben trots dat ik daarbij hoor. Op de website kun je de folder plus een toelichting daarop vinden; er staat tevens een petitie die je kunt tekenen. Doen!

Meer lezen? Dat kan:

  • NRC weblog: Het nieuwe rijk
  • Webwereld: Ministerie pakt nepfolder vingerafdrukdatabase aan
  • Security.nl: Het Nieuwe Rijk niet bang voor aangifte Bijleveld
  • Solv: Het nieuwe rijk gaat verder dan u denkt
  • Bright: Rel rond actie tegen databank vingerafdrukken
  • NRC.next: Aangifte Bijleveld tegen tatoeagefolder
  • NRC.next: Ministerie waarschuwt voor folder over tatoeëren BSN
  • Security.nl: Folder Het Nieuwe Rijk in Nederland verspreid
  • Volkskrant: Tatoeagefolder is actie tegen vingerafdrukkendatabase
  • NRC Handelsblad: Nooit meer BSN vergeten
  • De Pers: Staatssecretaris vindt folderactie ‘smakeloos’
  • Trouw: Actiegroep tegen nieuw paspoort

Network deceit

For years, it was unclear how the networking site Facebook makes profit. The amount of daily traffic a site generates weighs heavily in deciding the monetary worth of a web site, but invariably, there comes a time when actual revenue starts counting and mere ‘hits’ are no longer sufficient. How does Facebook earn its money?

Advertisements that visitors can click on Facebook won’t do the trick: their range is far too generic. You’re never presented with ads that bear a connection to the topics you write about. Their selection is based on your gender, your age and your relationship status. Thus, I am bombarded with ads about remedies for menopausal complaints (which I neither have nor care about), and my male friends are mostly offered dating sites (which they distrust). So Facebook won’t get rich off of that. Selling profiles or search-strategies, like Google does, is also not applicable.

Nonetheless, Facebook is making it big. Last month it became clear exactly how.

Facebook offers all sorts of extra applications, many of them games and quizzes. The most popular ones are Mafia Wars and Farmville: tens of millions of people are so into them that they log in every few hours to harvest their strawberries or to ensure that the gangster war they’re involved in, is decided in their favor.

When you sign up for such a game, you’ll get a free starter kit. Your co-playing Facebook friends can show you the lay of the land and supply you with extra weapons, ammo or seeds and help you to become a better gangster or farmer. Soon, the starter level will no longer suffice. You can only progress in two ways: either by playing the game more intensively, or by spending money on it. Of course, no one wants to resort to using their credit cards or their Paypal account: spending time on a game is ok, spending money isn’t. No problem: you can earn virtual money and use that for your game. Win points by taking an IQ-test, order a funny ringtone, get a trial issue of a magazine, download that hilarious video to your cell phone. All you have to do is text code so-and-so to such-and-such number. Click. Hooray! One level up.

Except – without realizing it – you’ve stepped into a trap. Suddenly you’ve got an annual subscription because you never sent back that trial issue, it turns out you’ve dialed an expensive pay-per-minute line or it turns out by sending that text message you’ve authorized a charge to your credit card. People have reported to have been conned for hundreds of Euros. And Facebook gets a percentage of those ‘sales’.

The deceit lasted for months. Proper companies advertising on Facebook slowly understood the method and withdrew, so that – in the words of the man who first published about the scam [1] [2] – the more honest companies gradually disappeared and only the scum remains: companies who truly couldn’t care less that they make their money through deceit. The longer the con lasted, the more ingenious the tricks and ruses became.

You’re a fool if you allow yourself to be bamboozled, you say? Perhaps. But blaming the victim doesn’t absolve the companies that conduct the scam of their responsibility. Should a scammer be forgiven merely because his victim wasn’t sufficiently distrustful? Besides that, the approach is a tad too familiar: give people their first few of fixes for free and wait until they’re hooked: only then you’ll show them the price tag that you’ve kept hidden all the time.

Karin Spaink, Het Parool (Dutch newspaper), November 24, 2009
Translation: Dirk van Sloten

Netwerkbedrog

Hoe de netwerksite Facebook aan geld kwam, was lang onduidelijk. Op internet weegt de hoeveelheid dagelijkse bezoekers zwaar bij het bepalen van de waarde van een site, maar op zeker moment moet er daadwerkelijk omzet worden gegenereerd en volstaan hits niet meer. Waarmee maakt Facebook geld?

Van advertenties waarop bezoekers kunnen klikken, moeten ze het niet hebben: die zijn veel te grofmazig. Je krijgt er nooit reclames voorgeschoteld die verband houden met de onderwerpen waarover je schrijft. De selectie is gebaseerd op je sekse, je leeftijd en je relatiestatus. Zodoende word ik doodgegooid met advertenties over overgangskwaaltjes (die ik haat) en krijgen mijn mannelijke vrienden bijna uitsluitend datingsites aangeprezen (die ze wantrouwen). Dus daar wordt Facebook niet rijk van. Profielen of zoekstrategieën verkopen, zoals Google doet, is ook al niet aan de orde.

Niettemin loopt Facebook binnen. Vorige maand werd duidelijk hoe dat precies in z’n werk gaat.

Onder de vlag van Facebook draaien allerlei applicaties, waaronder spelletjes. De meest populaire zijn Mafia Wars en Farmville: tientallen miljoenen mensen spelen ze en zijn daar inmiddels zo aan gehecht dat ze om de paar uur inloggen om hun aardbeien op tijd te oogsten of een gangsteroorlog tot een goed einde te brengen.

Wanneer je je bij zo’n spel aanmeldt, krijgt je een beginnerspakket. Je meespelende Facebookvrienden kunnen je wegwijs maken en je van extra wapens, munitie of zaden voorzien, opdat je een betere gangster of boer wordt, maar alras voldoet het beginnersniveau niet meer. Je kunt alleen hogerop komen door het spel intensiever te spelen dan wel er geld in te steken. Natuurlijk wil niemand zijn creditcard of zijn Paypal-account daarvoor aanspreken: een spelletje mag gerust tijd kosten, maar geen geld. Geeft niks, je kunt ook virtueel geld verdienen en dat vervolgens voor je spel gebruiken. Verdien punten door een IQ-test te doen, een leuke ringtone te bestellen, een proefnummer van een tijdschrift aan te vragen, dit leuke filmpje op je mobieltje te krijgen, of getal dit-en-dat naar nummer zus-en-zo te sms’en. Klik. Klaar. Hoera! Niveau omhoog.

Alleen trap je zonder dat je het doorhebt in een val. Ineens zit je vast aan een jaarabonnement omdat je het proefnummer niet hebt teruggestuurd, schijn je een stervensduur betaalnummer te hebben gebeld of blijk je met je sms’je toestemming te hebben gegeven om een bedrag van je creditcard af te halen. Wie onvoorzichtig was, werd voor honderden euro’s opgelicht. En Facebook krijgt een percentage van die omzet.

Het bedrog heeft maandenlang geduurd. Nette bedrijven die op Facebook adverteerden, hoorden er via-via van en trokken zich terug, zodat – in de woorden van de man die er als eerste publiekelijk over schreef [1] [2] – de nettere bedrijven zich gaandeweg uit dit soort opzetjes terugtrekken en het schuim achterblijft: de bedrijven die het niet werkelijk geen zier kan schelen dat ze hun geld verdienen met oplichting. Hoe langer het bedrog duurt, hoe doortrapter de instinkers.

Dom van die mensen die zich lieten inpakken, kun je zeggen. Maar dat is te makkelijk. Dat ontslaat namelijk die bedrijven niet van hun eigen medeplichtigheid, hun verantwoordelijkheid voor hun misleiding. Daarnaast is de aanpak net wat te bekend: geef mensen eerst een paar keer een gratis fix en wacht dan tot ze verslaafd zijn: pas dan hang je het prijskaartje eraan dat je al die tijd achter de hand hield.

Kiezen tegen kanker II

In mijn vorige Praktijk-column fileerde ik de KWF-campagne ‘6x sterker tegen kanker’. Dat kwam me op een pissige reactie van het KWF te staan: ‘Waarop baseert u dat wij suggereren dat de helft van de mensen die kanker hebben, dat aan hun eigen leefstijl te wijten hebben? Argumenten graag, geen vage insinuaties.’

Nu, die uitspraak baseer ik op reclamespotjes als deze: ‘Als je je fiets parkeert, doe je hem op slot. Helemaal voorkomen dat net jouw fiets wordt gepikt, is niet mogelijk. Maar het risico wordt wel een stuk kleiner. Zo werkt het met kanker ook.’ Poeh, domoor, om je fiets niet op slot te zetten! Of, uit een ander KWF-spotje: wie geen schort voordoet bij het koken, moet niet gek staan kijken als-ie spatten op z’n kleren krijgt. Dat zijn pas akelige insinuaties. Ze zeggen: wie geen voorzorgsmaatregelen neemt, moet niet verbaasd zijn als-ie kanker krijgt.

Wat beweert het KWF nog meer? Dit: ‘Het risico dat je aan kanker overlijdt, verklein je met vijftig procent door je aan zes leefregels te houden.’ Dat klinkt opzienbarend, maar die verrassende cijfers worden niet door onderzoek gestaafd. Ja inderdaad: roken is een belazerd slechte gewoonte en veroorzaakt longkanker. Dat is zo klaar als een klontje. Maar voor al die andere leefstijlkwesties – overgewicht, teveel drinken, weinig beweging of ongezond eten – ligt het aanzienlijk complexer. Ze veroorzaken geen kanker; het zijn op z’n hoogst factoren die meespelen, naast tientallen anderen die we zelf helaas amper in de hand hebben.

Wie het KWF opbelt, zoals verschillende verslaggevers de afgelopen weken hebben gedaan, merkt dat de woordvoerders er zelf ook niet goed uitkomen. Carl Johan de Zwart van KRO’s Goedenmorgen Nederland belde afgelopen dinsdag het KWF met de niet zo vreemde vraag of je nou 25% minder kans op kanker hebt als je maar drie regels naleeft, in plaats van alle zes. De KWF-mevrouw kwam er niet uit en brak het gesprek plompverloren af. Stefan Wigger, preventiecoördinator bij het KWF, kwam in diezelfde uitzending niet verder dan wat gestamel en kon niet naar helder onderzoek verwijzen: ‘Nou ja, eh, het is een optelsom he, van een aantal leefstijlfactoren gerelateerd aan kankersterfte.’

Nooit voert het KWF campagne over kankerverwekkers in het milieu, zoals vervuiling, kwik, roet, asbest, fijnstof, straling, phthalaten. Nooit voert het KWF campagne over de samenstelling van ons voedsel. Het KWF spreekt liever individuele mensen aan op hun leefstijl.

Dat is overbodig, kortzichtig en vals.

Overbodig, want er zijn al talloze campagnes die iets algemeens als ‘gezond leven’ aanraden: drink niet teveel, stop met roken, eet volgens de schijf van vijf, snoep gezond, wees verstandig met vet, beweeg meer. We geven geen geld aan het KWF om dat nog eens dunnetjes over te doen.

Kortzichtig, want al die zogenaamde ‘leefregels’ zijn helmaal niet zo’n individuele keuze. De gemiddelde Nederlander is al jarenlang dikker aan het worden, en dat komt niet door massale individuele onachtzaamheid. Producenten liegen ons voor met ‘light’ producten, in zowat alles zit teveel suiker, teveel vet of teveel zout; gezond eten is duurder dan een vette hap; op scholen en in bedrijfskantines vind je meer dikmakers dan gezond en verantwoord eten. Waar bewegen eerder een normaal onderdeel van je leven was, leiden we nu een overwegend zittend bestaan en is geregeld bewegen een ‘sport’ geworden, zó ongewoon is het. Om dan naar de individuele mens te wijzen is ronduit kortzichtig.

En vals, omdat de campagne cijfermatig niet klopt,
individuele verantwoordelijkheid voor ziekte benadrukt, maatschappelijke factoren negeert en
een simplistisch en vertekend beeld geeft van de oorzaken van kanker.

Er zijn betere campagnes tegen kanker te verzinnen. Zes keer betere.

Narconon bedelt bij bedrijven

Van een kennis kreeg ik vanavond een bedelbrief van Narconon doorgestuurd. Narconon beweert verslavingszorg te bieden, onder meer via hun afkickcentrum in Zutphen. Wat Narconon er niet bij vertelt, is dat ze een onderafdeling van Scientology zijn en dat hun ‘methode’ geheel en al is gebaseerd op de ideeën van L. Ron Hubbard.

Wie zich bij Narconon meldt, gaat aan de e-meter, moet Scientologyboeken bestuderen, wordt geauditeerd etc. Uit internationaal onderzoek blijkt dat Narconon bedroevend slechte resultaten boekt bij de hulp bij het afkicken, en dat hun ‘cliënten’ daarnaast meestal als Scientologylid eindigen.

Narconon vraagt bedrijven om een financiële donatie om hun ‘goede werk’ te kunnen voortzetten (en merkt daarbij fijntjes op dat donaties aftrekbaar zijn van de belasting – kennelijk is Narconon helaas bestempeld als een instelling die maatschappelijk nut beoogt). Wie doneert, krijgt als dank het prachtwerk ‘De weg naar geluk’ toegestuurd, weer zo’n fijn werkje van Hubbard.

Meer lezen?

Stop de persen!

Met de kranten gaat het minder goed. Adverteerders verleggen hun terrein en abonneebestanden kalven af. Internet krijgt de schuld: want waarom zou je nog een krant kopen als je het nieuws gratis op internet kunt lezen? Da’s echter hooguit een deel van de verklaring; kranten verloren al voor de opkomst van internet terrein. Twintig jaar geleden kregen de commerciële tv en de explosie van doelgroepgerichte tijdschriften de schuld.

Kranten hebben de laatste decennia van alles geprobeerd. Eerst kwamen ze, in de hoop de adverteerders weer aan te trekken, met meer special interest katernen, wat voor individuele lezer hoofdzakelijk betekende dat-ie meer pagina’s kreeg waarvan-ie er minder las. Reden je af te vragen of je dat abonnement wilde houden: je betaalt voor papier waarvan je steeds meer linea recta weggooit. Daarna gingen kranten goedkoper produceren door meer pre-fab nieuws over te nemen van agentschappen en maakten ze meer krant met minder mensen.

Oftewel: er bleef weinig menskracht over voor originele stukken, voor verdieping en voor uitzoekwerk. Het nieuws moest zo snel mogelijk in de krant (anders had een ander de primeur of hadden tv of internet het onderwerp al uitgemolken); van het natrekken van berichten, research doen naar achtergronden en historie kwam weinig terecht.

Tegenwoordig zitten we dus met kranten die persberichten voor nieuws verslijten en die een rel liever opstoken dan hem vakkundig ontleden. In hun haast te publiceren verliezen ze diepgang en winnen ze niets: tv, radio en internet zullen altijd sneller zijn dan een krant. En alle reddingsplannen zijn ouderwets. Wie verzint er nu in hemelsnaam dat je het systeem van omroepbijdragen best kunt overplanten naar kranten? Alleen iemand die niet snapt dat het tv-stelsel zelf op instorten staat. Betalen voor de krant op internet werkt ook niet: als je bij krant A op internet moet betalen voor een stukje, lees je dat toch op de site van krant B?

Bij het debat over de toekomst van het nieuws moeten we voorts vooral niet dezelfde fout maken als in dat over de toekomst van de muziek. Daarbij draait het helaas vooral om de rechten van de muziekindustrie en zelden om de inkomsten voor muzikanten en de meest adequate distributie van hun muziek, terwijl die laatste twee kwesties toch de kern van de zaak zijn.

Een debat over de toekomst van de krant gaat er niet om hoe PCM, de Vlaamse Persgroep of Rupert Murdoch kunnen overleven. We moeten verzinnen hoe we goede verslaggeving en doordacht commentaar op het nieuws stimuleren, en hoe je zulke stukken het beste bij de lezers krijgt.

Waarom kan ik niet kiezen in de krant, naar inhoud noch naar vorm? Waarom kan ik niet zelf mijn Parool-feed bepalen en mijn selectie dagelijks (of om de dag, of elke week) via internet opgestuurd krijgen, leesbaar op een e-reader, op mijn tv, op mijn computer, op mijn mobieltje of als zelf af te drukken krant? Van de papier-, druk- en distributie kosten die de krant dan bespaart, kun je alle abonnees een e-reader of een goede printer cadeau doen.

Ik zou alle sport, alles over de Nederlandse tv en alle sterrenroddel subiet laten vallen, achtergrondartikelen over politiek een prominente plaats geven, alle artikelen die minder dan driehonderd woorden lang zijn weglaten (die beschrijven vrijwel zeker incidenten), en fijn veel goede recensies willen. En Joep Bertrams zou ik voor eeuwig op de voorpagina van mijn Parool zetten.

Kiezen tegen kanker

[Column voor het radioprogramma De praktijk.]

In de helft van de gevallen ligt het aan uzelf als u kanker heeft en daaraan dood gaat. Deze weerzinwekkende mededeling wordt u ingewreven via de campagne ‘6x sterker tegen kanker’ die KWF Kankerbestrijding momenteel voert. De leus van de campagne: ’50 procent kankersterfte te voorkomen door gezonde leefstijl’.

Wow. Vijftig procent? Ja heus, lees maar: ‘Zes factoren zijn van invloed op het ontstaan van kanker: roken, ongezonde voeding, onvoldoende lichaamsbeweging, overgewicht, te veel alcohol en overmatig zonnen. Van deze zes leefstijlfactoren heeft roken de meeste invloed: ongeveer 30 procent van de kankersterfte in Nederland is gerelateerd aan tabaksgebruik en 7 à 8 procent aan overgewicht. Voor voeding ligt dat tussen de 15 en 35 procent.’ (bron)

Elders neemt het KWF even wat gas terug, om dan meteen weer vol terug te komen: ‘Een gezonde leefstijl kan niet garanderen dat je geen kanker krijgt. Er zijn ook andere risicofactoren zoals leeftijd, ras en erfelijkheid die kanker kunnen veroorzaken en waar je weinig invloed op hebt. Deze factoren beïnvloeden echter het risico op kanker in beperkte mate.’ (bron)

Dat is niet alleen een rare formulering (ras of leeftijd ‘veroorzaken’ kanker niet), maar ook aperte onzin. Leeftijd is juist een heel belangrijke risicofactor: hoe langer je leeft, hoe meer kans dat een proces in je lichaam ernstig ontspoort. Kanker is hoofdzakelijk een ouderdomsziekte. Als het KWF per se met statistiek wil zwaaien, weet ik er nog wel een: doodgaan voor je vijfenzestigste vermindert de kans dat je kanker krijgt aanzienlijk meer dan veel sporten of gezond eten.

Maar, zal het KWF zeggen, we willen mensen juist gebieden aanwijzen waar ze zelf iets aan kunnen doen, en daar valt leeftijd niet onder maar eten, roken, drinken en zo wel.

Dat klinkt aardig, maar het is de vraag of het zo werkt, getuige onder meer de verhalen van mensen die al jaren vruchteloos pogen af te vallen en die hun gewicht in de praktijk vooral zien toenemen. Op leefstijlfactoren hebben we helaas minder greep dan wij of het KWF wel zouden willen, en zelfs met fikse sturing van buitenaf blijken slechte gewoontes moeilijk te veranderen.

Bovendien zijn leefstijlfactoren lang niet zo belangrijk zijn als het KWF beweert. Laten we de meest voorkomende kankersoorten in Nederland eens doorlopen. Mijn rekensom is gebaseerd op de cijfers van datzelfde KWF. [Top tien kankersoorten in NL, en: Sterftecijfers door kanker in NL.)

  • Borstkanker: 12.000 gevallen per jaar, ruim 3000 doden, enige leefstijlfactor die er een licht verband mee houdt: teveel alcohol.
  • Darmkanker: bijna 12.000 gevallen per jaar, 4850 doden; leefstijlfactoren: hangt in enige mate samen met eetgewoontes, maar welke en in hoeverre weten we niet.
  • Longkanker: 9800 gevallen per jaar, 9600 doden; leefstijlfactor: roken is in 86% van de gevallen verantwoordelijk.
  • Prostaatkanker: bijna 9000 gevallen per jaar, 2400 doden; leefstijlfactoren: niet bekend, mogelijk speelt voeding een rol.
  • Huidkanker en melanoom: bijna 8400 gevallen per jaar, aantal sterfgevallen: niet te vinden; leefstijlfactoren: overdadig zonnen bevordert huidkanker en melanoom.

Deze vijf kankersoorten zijn verantwoordelijk voor maar liefst tweederde van alle nieuwe kankergevallen (ruim 51.000 van de 73.000), en voor de helft van alle kankerdoden (ruim 20.000 van de bijna 40.000). De enige verbanden die daarbij hard en duidelijk zijn, zijn die tussen roken en longkanker, en tussen sommige types huidkanker en overdadig zonnen. Bij alle andere grote kankersoorten bestaat geen, een licht, of een onduidelijk verband met leefstijl. Dat klinkt toch heel anders dan die keiharde vijftig procent kankerdoden die volgens de campagne van het KWF aan hun eigen leefstijl te wijten zijn.

Wat ik het akeligst vind aan deze campagne, behalve het onzindelijke gerommel met cijfers, het bot terzijde schuiven van alles wat we niet zelf in de hand hebben, en het ernstig overschatten van datgene waarop we wel invloed zouden hebben, is dit. Het KWF suggereert dat vijftig procent van de mensen die kanker hebben, dat aan hun eigen leefstijl te wijten hebben. Het KWF impliceert dat kanker krijgen een kwestie van ‘keuze’ is.

Dat iemand kanker krijgt is al rot genoeg. Moet je ze daar nu heus ook nog persoonlijk verantwoordelijk voor stellen en ze per publiekscampagne met de vinger nawijzen? Het KWF bestrijdt op deze manier de patiënt, niet de ziekte.