Julianna

Al geruime tijd volg ik The good wife, een Amerikaanse serie over een vrouw wier echtgenoot in de gevangenis belandt en die er daarna in haar eentje voor staat om haar eigen leven, haar gezin, de financiën en hun reputatie weer enigszns op orde te krijgen. Ze pakt haar oude vak als advocaat weer op, wat niet heel eenvoudig is aangezien ze in competitie moet met een blaag van halverwege de twintig. Complicerende factor is dat de gevangen gezette echtgenoot eerder officier van Justitie was en zowat de hele juridische sector het appeltje dat zij met manlief wilden schillen nu op haar verhaalt.

Ze doet het zo mooi. Ze doet het zo goed. Ze weet met onbewogen gezicht te vertellen dat zulke appels niet haar aangaan en verkeerd zijn geadresseerd. Ze vecht niet vals tegen de blaag met wie ze in competitie moet. Ze weet veel zaken te redden door zowel een scherp verstand als een luisterend oor te hebben. Ze tracht haar echtgenoot van blaam te zuiveren maar vergeet nooit dat ze zelf ook nog verhaal wil halen, en denkt nooit dat medelijden hetzelfde is als medeleven – laat staan hetzelfde als liefde. Ze vecht, maar nooit vals.

En ze doet dat zo mooi. Nooit triomfantelijk als ze wint, nooit verslagen als het anders loopt dan ze denkt dat klopt. Ze zeurt nooit als ze vals wordt bejegend, maar ze vergeet het ook niet. Ze eist evenmin het onmogelijke van zichzelf. En ze heeft een prachtige oogopslag, een aantrekkelijke terughoudendheid, een sterke moraal, en een gedegen scherpe geest die graag doorvraagt. Oh dear, Vrouwe Justitia in hoogsteigen persoon!

(Ze schijnt ook in The Sopranos te hebben gespeeld maar die serie heb ik nooit gezien. En ze heet Julianna Margulies.)

Bigelow

Vannacht werd bekend dat Kathryn Bigelow met The hurt locker de Oscar voor de beste regisseur heeft gewonnen. Three cheers! Sinds Strange days (1995) was ik een groot fan van haar, en ook Near dark (1987) heb ik met veel plezier gezien. Voorts speelde ze mee in Lizzie Bordens Born in flames (1983), een knappe post-apocalyptische annex feministische film. Een dame die van wanten weet. En de eerste vrouwelijke regisseur die een Oscar wint.

Tot mijn schrik kopte Het Parool vanmiddag dit: ‘Bigelow vloert ex met zes Oscars’. Bigelow is inderdaad getrouwd geweest met James Cameron, wiens Avatar de gedoodverfde winnaar was. Maar eh, ‘Bigelow vloert ex’? Is het nou nodig om zodra (eindelijk eens) een vrouw de regisseur-Oscar wint, die prijs te beschrijven in termen van uit de hand gelopen echtelijke ruzie? Had de krant als Cameron had gewonnen ook hebben geschreven: ‘Cameron verslaat ex’? Wat een stuitend ouderwetse benadering…

In de interneteditie van de krant staan gelukkig wel fatsoenlijke koppen: ‘The Hurt Locker grote winnaar Oscars’, en ‘Kathryn Bigelow wint Oscar beste regie’. Zo hoort het. Geen gezeik over met wie ze ooit getrouwd is geweest, niet een vrouw definiëren aan de hand van haar (voormalige) relaties, maar gewoon meedelen dat ze een dijk van een prijs heeft gewonnen. (En ja, je kunt gerust als navrant detail melden dat Bigelow eerder getrouwd was met Cameron, maar dat is heus niet het werkelijke nieuws en bepaald niet kopwaardig.)

Davey

Nummer acht op de GroenLinkslijst voor de deelraad Amsterdam-Centrum is Davey Meelker: een slimme student politicologie. Zojuist was-ie hier, we hebben de formaliteiten geregeld en nu kan hij morgen geïnstalleerd worden als raadslid. Hij heeft er veel zin in, mooi zo!

Voor al wie op mij gestemd heeft en het jammer vindt dat ik het zelf niet doe: Davey heeft gevraagd of ik eventuele suggesties en ideeën voor de deelraad aan hem wil doorgeven. Dat doe ik met alle plezier en vol vertrouwen. Hup Davey!

Deelraad

Bij de deelraadsverkiezing Amsterdam-Centrum ws ik lijstduwer voor GroenLinks: nummer dertig onderaan de lijst. Vanmorgen hoorde ik dat ik met voorkeursstemmen gekozen zou zijn en moest ik me ineens serieus afvragen of ik in de deelraad wou. Lijstduwer zijn is immers een soort van een comité van aanbeveling vormen, maar dan in je eentje.

Zojuist heb ik de precieze cijfers gehoord. GroenLinks heeft in de deelraad 8 zetels gehaald en heeft 25% van alle stemmen behaald, wat ik een fraaie prestatie vind. En geweldig als ik daar een steentje aan heb kunnen bijdragen. Gefeliciteerd dankjewel!

De kiesdeler voor een zetel in de deelraad Centrum is vastgesteld op 1353 stemmen. Zuiver gebaseerd op voorkeursstemmen is de volgorde deze:

  • Nummer 1 van de lijst, Jeanine van Pinxteren, heeft de allermeeste voorkeursstemmen;
  • dan volgt nummer 3 van de lijst: Esther van Schagen met 465 stemmen;
  • dan ik, met 452 stemmen.

… dus dat klinkt leuk, met voorkeursstemmen gekozen zijn, maar ik heb in werkelijkheid nog geen derde zetel. Zodat ik na enig beraad heb besloten dat ik mijn schrijfstoel niet inwissel voor een deelraadstoel. Ik wens nummer 8 op de lijst heel erg veel succes en ik ga graag een keer een borrel met hem/haar drinken.

Handje contantje

Over een paar jaar ligt contant geld eruit: dan betalen we alles digitaal. Dat heeft voordelen. Nooit meer grabbelen naar gepast kleingeld, nooit meer merken dat je nét tien cent tekort komt voor een kop koffie. Pasje doorhalen en transactie bevestigen, RFID-kaart of mobiele telefoon die draadloos wordt gescand in de buurt houden, klaar!

De teloorgang van contant geld heeft ook nadelen. Je ziet het bij de OV-chipkaart: niemand weet sinds de invoering van dat onding eigenlijk nog hoe je een ander op een tram- of treinreisje kunt trakteren. Al wie door de poortjes loopt wordt immers afzonderlijk aangeslagen, en tegen zo’n machine kun je niet galant zeggen: nah, laat mij maar. Wil je een ander meenemen, dan moet je die na afloop schadeloos stellen. Hoe? Met cash! Oeps – dat werkt over een paar jaar niet meer. Tegen die tijd is de enige oplossing om geld over te maken aan je gast, wat toch aanzienlijk minder feestelijk voelt.

Alles digitaal betalen heeft enorme consequenties. Het is de doodklap voor onderhandse betalingen, van een krant bij de kiosk tot een zak patat bij de snackbar. Het betekent dat we in de nabije toekomst voor al onze financiële handelingen een intermediair nodig hebben: een instantie die het bewuste bedrag van onze rekening afhaalt en bij een ander erop zet. Daarmee ook dat elke lening, elke gift, elke aanschaf, elke transactie wordt gelogd, en zodoende traceerbaar en opvraagbaar is.

Hoe kan ik een zwerver of een verkoper van de daklozenkrant nog iets toestoppen als we straks geen cash meer hebben? Want zo iemand heeft uit de aard der zaak geen geld voor een apparaatje waarmee hij zijn kant van de transactie die ik via mijn mobieltje accordeer, kan afhandelen. En hij krijgt van zijn leven niet de status van nette neringdoende. Als de bank hem überhaupt al een rekening laat openen…

Handig voor de bestrijding van zwart geld, zult u denken. Maar dat is kortzichtig. Want ook fooien geven wordt dan lastig, evenals schoonmakers of een klusjesman inhuren, en je kind of je oude moeder iets toestoppen. Bovendien weet elke econoom dat wit geld weliswaar de staat overeind houdt, maar zwart en grijs geld onmisbare smeer zijn voor de rest van de economie. Daarnaast zullen dieven zich toeleggen op het digitaal jatten van uw geld; ze moeten toch wat? En aangezien de overheid via de OV-chipkaart in hoogsteigen persoon het systeem van bonloze digitale transacties heeft ingevoerd, waarbij de benadeelde zelf maar moet bewijzen dat het systeem fout was, wordt het nog verdomde lastig ook om digitale dieven te snappen en merk je zo’n beroving altijd pas als het veel te laat is. Misdaad opheffen lukt nooit, we verschuiven hooguit de doelwitten.

Als burgers hebben we eigenlijk nog nooit hardop nagedacht hoe wijzelf ons geldsysteem willen organiseren. Willen we werkelijk voor elke transactie of gift een beroep moeten doen op onze bank, of Paypal? Willen we echt dat de staat tot op de cent kan natrekken wie wat waaraan en wanneer uitgeeft?

Kort nadat mobieltjes opkwamen, bleken mensen pre-paid kaarten tot onderling internationaal betaalmiddel te hebben omgebouwd. Als ik iemand in Italië tien euro wou betalen voor een cd die ik van ‘m overnam, kocht ik beltegoed van een maatschappij van zijn keuze en mailde hem het nummer. Dan had-ie die tien euro. Zoiets moeten we weer verzinnen.

Leve Duitsland!

In een baanbrekende uitspraak heeft het Duitse Constitutionele Hof de Duitse bewaarplichtwet in strijd met de Duitse grondwet verklaard. Alle tot nu toe verplicht bewaarde telecomgegevens moeten worden vernietigd, en de wet zal helemaal opnieuw geschreven moeten worden. De uitspraak en de recente verklaringen van Eurocommissaris Viviane Reding (Justitie), die de EU bewaarplichtrichtlijn opnieuw ter discussie wil stellen, zijn goed nieuws voor digitale burgerrechten en gooien het Europese en Nederlandse debat over de bewaarplicht volledig open.

De Duitse bewaarplichtwet is een omzetting van richtlijn 2006/24/EG, die alle Europese lidstaten opdraagt telecomaanbieders te verplichten alle verkeers- en locatiegegevens te bewaren gedurende een bepaalde periode. De Duitse wet is volgens het Duits Constitutionele Hof in strijd met artikel 10 van de Duitse grondwet, waarin het telecommunicatiegeheim is vastgelegd, en daarom nietig verklaard. De rechtszaak zelf is ook baanbrekend, omdat hij door 34.000 bezorgde Duitsers is gevoerd.

De uitspraak zal ook gevolgen hebben voor de Nederlandse wet bewaarplicht. Onze Hoge Raad laat zich vaak inspireren door deze hoogste Duitse rechter, die op juridisch vlak een van de meest toonaangevende rechtsorganen van Europa is. Bovendien staat de Europese richtlijn nu ook op de tocht. De Nederlandse overheid moet de Nederlandse bewaarplicht opschorten, totdat meer duidelijkheid is over de verenigbaarheid van deze wet met ons grondrecht op privacy en gegevensbescherming.

Verder lezen:

Wennen

Vroeger had ik een affiche voor mijn raam hangen dat allerlei kwalen & falen opsomde. Per groep stonden er cijfers bij. Zoveel mensen hebben een motorische storing, zoveel mensen hebben iets aan hun spijsvertering, hun hart of bloedsomloop, zoveel een immuunziekte of iets met hun ademhaling, en ga zo maar door.

Het was geen vrolijke opsomming, maar zelf klaarde ik er altijd enorm van op. Ik was niet de enige met een chronische ziekte, zei dat affiche eigenlijk, en: helemaal gezond zijn is veel zeldzamer dan we denken. Op de keper beschouwd is ‘iets hebben’ de norm.

Je ziet er alleen zo weinig van. Ziekte wordt altijd als een uitzondering gepresenteerd: als een afwijking van de norm, een tijdelijke ontregeling die zo snel mogelijk weer ongedaan moet worden gemaakt, opdat de zieke weer gezond verder kan.

Maar dat lukt lang niet altijd. Daar ging dat affiche nu juist over: er zijn talloos veel ziektes en aandoeningen die nooit overgaan en die altijd bij ons zullen blijven – de rest van ons leven lang. Daar kunnen we maar beter aan proberen te wennen, veel keus hebben we tenslotte niet.

Juist daarom zou ik zo graag zien dat we vaker verhalen vertellen over ziektes. En dan niet die van het heroïsche type – hoe ik mijn kanker overwon, of: hoe ik met mijn rolstoel de Mont Blanc beklom – maar verhalen over wat het betekent om ziek te zijn en beperkingen te hebben. Hoe ervaart iemand die blind is de wereld? Hoe combineer je werk en ziekte? Hoe kijken chronisch zieke mensen tegen al die gezond-leven-campagnes aan? Maakt je levensopvatting nog iets uit voor de blijmoedigheid waarmee je je ziekte draagt? Helpt het als je denkt dat je zelf verantwoordelijk bent voor je ziekte? Hoe voelt het als je niet meer op je lichaam durft te vertrouwen? Hoe vind je een nieuw evenwicht in je leven? Hoe loopt dat nou, met zo’n onwillig been?

Waarom zie je eigenlijk nooit een vergelijkend warenonderzoek naar soorten rolstoelen, of naar apparaatjes om je glucose mee te meten? Waarom zou je, naast grijze en zwarte loopstokken, niet ook een fijne uitgaansstok met glitters en veertjes kunnen kopen? Waarom kun je steunkousen en zwachtels alleen in wit of viezig beige kopen, en nooit in mintgroen of hemelsblauw, of met een leuk ajourwerkje erin?

In de media zou ik graag vaker mensen zien die, behalve dat ze acteur of politica zijn, toevallig ook nog iets hebben. Een manager met een dwarslaesie. Een zakenvrouw met een kunstoog. Een kunstenaar met een hazelip. Een minister met een lamme arm of een beugelvoet.

Want van zulke mensen leren we een boel. Dat ziek zijn heel gewoon kan zijn, en dat iets hebben niet betekent dat je voortaan uitgerangeerd bent – wel dat je sommige dingen anders doet dan anderen, en dat dat gerust goed kan. We leren erdoor hoe bijzonder het eigenlijk is om gezond te zijn en hoe spectaculair het is dat je lichaam, met al z’n kwetsbaarheden en al die ingenieuze, op elkaar ingrijpende processen, niet vaker in de soep draait.

Wie weet dat we dan begrijpen dat gezondheid geen recht is, maar een tijdelijk cadeau.

[Op de foto: CandoCO, een gezelschap dansers met en zonder handicap. Zij zullen de zowel de slotceremonie van de Olympische Spelen als van de Paralympics in Canada verzorgen.]

Gestapeld boos

Met twee buitenlandse heren stonden we in het café. Het gesprek kwam op de rosse buurt. Of er ook wel eens mannen achter de ramen zaten, wilden ze weten, en een van hen zei dat het hem wel geestig leek er een avond als gigolo te fungeren. Zouden daar nou veel vrouwen op af komen, vroeg hij zich af?

M, die goed thuis is in het onderwerp, vertelde dat je dat mannenmodel niet zomaar op vrouwen plakken kon. Die hadden immers een andere kijk op seks, waarin zomaar bij iemand binnenstappen om een nummertje te maken minder goed paste. Prostituees die wel eens vrouwelijke klandizie hadden, vertelden allemaal dat die lastiger waren: er moest meer sfeer worden opgebouwd, en het was onduidelijker wanneer het beoogde resultaat was bereikt. Geen handig kwakkie als eindstreep.

Niet alleen de kijk van vrouwen was van belang, voegde ik toe, ook de kijk op hen. Als een man onder het oog van de overige rondwandelaars een peeskamertje binnenstapt, krijgt hij van zijn seksegenoten een haast onzichtbare aanmoediging, alsof ze hem mentaal ondersteunen, of zelfs benijden: ‘Yo bro, thumbs up! Geef ‘m van Jetje!’ Ze maken hem tot hun verlengstuk: langs hem gaan ze allemaal een beetje naar binnen, via hem delen ze allemaal mee in de pret. The brotherhood of men wordt blikkenderwijs bevestigd.

Als een vrouw er naar binnen stapt, wordt ze als ‘de ander’ beschouwd: ze zal er ‘dus’ wel werken. Geen man die haar als aanstaande klant beschouwt, geen omstander die haar met oogsignalen aanmoedigt ook zijn passie vervangenderwijs te bevredigen. Mocht ze bij uitzondering wel als klant worden aangemerkt, dan krijgt ze nog steeds niet dezelfde reactie. Ze is niet stoer maar een sloerie. Eigenlijk is ze zelf niks anders dan een hoer en dus, als ze weer naar buiten komt, up for grabs.

De buitenlandse gasten knikten begrijpend: ja, dat was waar, daar hadden ze niet bij stilgestaan.

En ineens werd ik boos. Gestapeld boos. Fijn dat ze onze verklaring zo snel begrepen, maar waarom moesten die twee verder gerust slimme mannen dat verschil door ons uitgelegd krijgen? Waarom konden ze niet eens autonoom bedenken dat de realiteit van vrouwen niet noodzakelijkerwijs overeenkomt met die van mannen? Waarom namen ze hun eigen perspectief als maatgevend aan, en moest er een vrouw aan te pas komen om die blik wat bij te stellen? Schoot hun inlevingsvermogen werkelijk zo tekort?

De macht van mannen, bedacht ik, ligt er niet in dat ze vrouwen met geweld op hun plaats houden. Dat is (godlof) een zeldzame noodsprong. Hun macht bestaat eruit dat ze zichzelf als norm nemen en hun perspectief als universeel zien. Macht is geen verschil zien.

Daarbovenop – gestapeld, immers – werd ik boos op M en mij, die deze twee aardige mannen iets wilden bijbrengen en daarbij met open ogen in de val trapten die de cultuur en de macht voor ons hadden gezet: we deden of alle vrouwen hetzelfde waren. We spraken over vrouwen zus en vrouwen zo: alsof we een coherente, homogene groep waren, allen prooi van dezelfde neigingen, allen onderhevig aan dezelfde reacties, allen behept met dezelfde verlangens, allen uitgerust met dezelfde ideeën.

Zodat ik snel iets zei over seksfeesten en dat er gerust vrouwen waren die daar volop lol hadden, dat lang niet alle vrouwen intimiteit altijd voorop stelden en dat onbekommerd bloedgeil wezen een mooi ding was.

Pas later bedacht ik dat de enige manier om de macht van de vanzelfsprekendheid te breken er niet uit bestaat mannen te wijzen op de verschillen tussen henzelf en vrouwen, noch ze te wijzen op de verschillen tussen vrouwen onderling. De enige manier is ze te wijzen op de verschillen tussen mannen onderling: de brotherhood ondermijnen en opbreken.

1 januari 2010 / Lover, maart 2010

Donatie

Hoe lang het er al hangt weet ik eigenlijk niet. Dit bord van de Stichting Overlastdonatie dat in de Albert Heijn bij mij om de hoek hangt, viel me pas afgelopen week op. Kennelijk hebben we in Nederland sinds enige tijd nieuw beleid voor winkeldiefstal. Niet alleen wordt in zo’n geval de politie gewaarschuwd (wat me volkomen logisch lijkt), maar wordt de op heterdaad betrapte dief tevens een boete in rekening gebracht wegens bezorgde overlast. Was getekend: Stichting Overlastdonatie.

Nu kan ik me ook bij die boete iets voorstellen. Je wilt een betrapte winkeldief uiteraard voor meer aanslaan dan alleen dat gejatte potje pindakaas, immers: je moet zo iemand vasthouden, in een kamer zetten met bewaking erbij, wachten tot de politie komt, papierwerk regelen en wat al niet. Je wilt eigenlijk überhaupt niet dat ze jatten, dat wil je ontmoedigen waar je maar kunt. En aan winkeldieven opgelegde boetes vloeien in de staatskas, niet in de kas van degene die al die overlast heeft gehad en extra kosten heeft moeten maken. Dus dat het lijdend voorwerp van winkeldiefstal iets wil terugzien voor al zijn moeite snap ik.

Wat ik niet begrijp is dat de extra boete die gesnapte winkeldieven wordt opgelegd, een ‘donatie’ wordt genoemd. Een donatie is wat iemand vrijwillig geeft, en hier hebben we het over — nou ja niet over een boete, want die kan alleen de overheid opleggen, maar zodra iets verplicht is, is het geen donatie meer. We hebben het hier over een particulier opgelegde straf. Nogmaals, de gedupeerde heeft daar wat mij betreft alle recht toe, mar er zijn twee dingen die me niet zinnen: de taalvervuiling (een opgelegde straf is geen ‘donatie’) en het rare bedrag. Hoe berekent iemand dat het gemiddelde kostenplaatje van winkeldiven uitkomt op 151 euro per persoon? Is dat ex- of inclusief btw? Is er inflatiecorrectie toegepast?

Warm aanbevolen

Vanavond was ik te gast bij het Girl Geek Dinner: een genootschap van vrouwen die om de paar maanden in de Flexbar op de Westergasfabriek een avond organiseren over technologische onderwerpen (*). De Girl Geek Dinners worden in allerlei landen en steden georganiseerd en zijn zodoende onderdeel van een groot netwerk. Hoe het er elders toegaat weet ik niet, maar de Amsterdamse tak heeft haar avonden goed geregeld. Er was een werkelijk uitstekend en overvloedig buffet. Daarna mocht ik, en ik trof een zeer aandachtig publiek. Daarweerna hadden we debat en een loterij en koffie met soesjes, en daarweernader napraten met drank erbij.

Eerder had ik al ‘s langs willen gaan maar het kwam er nooit van. Nu had ik als hoofdgast plots een sterk argument om wel te gaan en dat beviel uitstekend. Slimme dames, goed eten, een kundig en breed geschakeerd publiek, en een hartelijk organisatieteam. Warm aanbevolen!

(*) Mannen mogen ook gerust komen, maar alleen indien uitgenodigd / begeleid door een dame. Voor het volgende Geek Girl Dinner ben ik al voorzien; heren die hunkeren naar kennis en goed gezelschap dienen derhalve een andere mevrouw te strikken.