Ballet klaar!

Het ballet is achter de rug. En het was prachtig. Ik heb bijna alles kunnen zien, maar nogal hap-snap; een scène hier en dan weer een scène daar, omdat ik natuurlijk ook zelf iets moest doen. Gisteren hebben we drie voorstellingen gedaan: ‘s middags de generale repetitie, en ‘s avonds de twee publieksvoorstellingen. Het ging alledrie de keren vrijwel foutloos! Nergens schade ook, alleen een zijspiegel eraf geloof ik :)

Het was een ecclatant succes. Bijna elke scène kreeg applaus, en na afloop kregen we beide keren een staande ovatie die zeker vijf miunuten duurde. Er zijn later enorm veel mensen op me afgekomen die me vertelden dat ze tot hun verrassing geroerd waren, dat ze de tranen in hun ogen hadden. en veel mensen hadden zelfs gehuild…

Ik trouwens ook. Bij de eerste doorloop woensdag sprongen me onverwacht de tranen in de ogen zodra het eerste autootje opkwam, en toen er eenmaal zestien rode Canta’s rondreden, rolden de tranen over mijn wangen. Maartje kwam naar me toelopen en zei: ‘Spaink, ik moet zo huilen…!’ Toen hebben we samen een tijde jankend zitten kijken naar dat prachtige schouwspel daar op de dansvloer. Het gebeurde nu allemaal echt!

Zondagavond wordt het ballet uitgezonden bij de NTR op Ned2, van 19:00 tot 20:00. Allemaal kijken!

Oonderstaand een paar foto’s van mijn pas-de-deux met Casey Herd, eerste solist van Het Nationale Ballet.

Foto: Het Nationale Ballet / ©Angela Sterling

Foto: Robert Scheer

Toi toi toi

Sinds maandagochtend is er een militaire operatie gaande in de Gashouder: de boel wordt er in drie dagen tijd volledig verbouwd en heringericht. Er moet een heleboel gebeuren: het draaiboek telt zestien dichtbedrukte pagina’s.

Volgspots ophangen. Tribunes opbouwen. Dranghekken plaatsen. Balletvloer leggen. Videoschermen ophangen. Vloerverlichting prepareren. Kleedkamers bouwen. Crewcatering ontvangen. Koffiebalie inrichten. Bedjes neerzetten voor tussentijds vermoeide Canta-rijders. Danskostuums uithangen. DJ-spullen aansluiten. Verkeersregelaars en beveiligers briefen. Rode overalls uitdelen aan crew. Polsbandjes geven aan deelnemers. Winkeltje inrichten. EHBO en brandwacht instrueren. Opbouw kassa. Publieksbegeleiders instrueren. Zorgen dat die ene bezoeker die met bed en al komt, een goede plaats krijgt. Wc’s schoonmaken. Acht tv-camera’s installeren.

Monteurs ontvangen en een werkplek geven. Vijftig balletdansers, twee coureurs en drieënvijftig Canta-rijders ontvangen. Alle Canta’s controleren op schade en kijken of ze voldoende benzine hebben. Zekerheidsbeurt geven aan een paar autootjes. Sommige autootjes nog even wassen. Canta’s in de juiste volgorde en voor de goede deuren parkeren. Gastenlijsten nalopen. Duimen dat het droog blijft. Alles nóg een keer controleren.

Zo raar dat iets waaraan je twee jaar lang aan hebt gewerkt, ineens in bestek van drie dagen uit de vloer gestampt wordt: al die plannenmakerij materialiseert zich nu in een razend tempo.

Als alles klaar staat – en we op woensdag twee keer een volledige doorloop hebben gedaan, plus op donderdagmiddag nog een generale repetitie – dan gaan we het ’s avonds eindelijk echt doen: het Nationale Canta Ballet, een grote show met live muziek, videoschermen, vijftig balletdansers en ruim vijftig Canta-rijders. We hebben een corps de ballet en een corps de Canta, stuntwerk, een pas-de-deux voor twee solisten van Het Nationale Ballet en een pas-de-deux voor prima Canta en solist, plus een heuse circusscène. Het wordt een soort West Side Story met autootjes.

Ik raak doodnerveus. Doen we het allemaal goed als het erop aankomt? Tijdens de repetities reden we als keien, maar hoe doen we het in de spotlights, met overal publiek omheen? Dansen met je familie, je geliefden en honderden wildvreemden in de zaal is immers een stuk enger…

Komt allen! Er slechts twee voorstellingen, en er zijn nog kaarten! Steek ons een hart onder de riem en kom genieten van het spektakel.

En nee, we doen het hierna niet nog een keer. Na donderdag zijn we allemaal weer gewone Canta-rijders en doodnormale balletdansers. Alleen die donderdagavond vallen we allemaal hoogst elegant en heel sensationeel uit onze rol.

Eindelijk!

Deze week voeren we – na godbetere twee jaar van voorbereidingen, vergaderingen en repetities – eindelijk Het Nationale Canta Ballet uit: een bijzondere samenwerking van Het Nationale Ballet en Canta-rijders. Met vijftig balletdansers en vijftig Canta-rijders gaan we iets heel moois neerzetten.

Er is een corps de ballet en een corps de Canta; in de voorstelling mengen beide groepen zich, maar soms dansen ze ook elk apart. Er is een dubbele pas de deux: eerst dansen twee solisten van Het Nationale Ballet samen (Marissa Lopez en Casey Herd), meteen gevolgd door een pas de deux tussen een balletdanser en een Canta-rijder (Casey Herd en ik, wat mij – oh joy! – tot de prima Canta maakt). Er zijn massale scènes, er zijn intieme scènes. Er zijn ontroerende scènes, er zijn spectaculaire scènes.

En overal ligt gevaar op de loer. Want dansen met autootjes is niet zonder gevaar. Mensen kunnen gerust tegen elkaar aanlopen, maar bij autootjes is dat meteen een botsing. Wanneer je Canta-rijder bent en je danspartner een mens is – een professionele danser met erg dure benen – wordt het werkelijk uitkijken.

Voor iedereen die het moeilijk vindt om zich een voorstelling te maken van een ballet tussen dansers en autootjes, is er deze video. Deze opname (ik heb ‘m met mijn mobieltje gemaakt) is van 17 mei: de eerste keer dat er echt werd gerepeteerd. En toen deden we dit al! Terwijl ik zowat alle bewegingen al kende, en ze zelfs had helpen bedenken, stond ik bekant te juichen toen ik dit zag. Het is net The West Side Story, maar dan met autootjes.

We voeren het ballet uit op 28 juni 2012, in de Gashouder in Amsterdam. De voorstelling wordt maar twee keer uitgevoerd, en daarna nooit meer. Het is dus nu of nooit.

Er zijn nog kaartjes. Die kosten 30 euro. Dat lijkt een klap geld, maar ‘t is een schijntje wanneer je weet hoeveel rompslomp en organisatie er bij dit ballet komt kijken. Je kunt je kaartje digitaal bestellen of telefonisch, via 020 6255 455.

***

Maartje Nevejan heeft een prachtige documentaire-serie gemaakt (uitgezonden door de NTR) waarin de lange weg naar dit bijzondere ballet is vastgelegd. De vier afleveringen zijn hier terug te zien:

Wie een exemplaar van De benenwagen wil kopen, mijn boek over de Canta, kan dat na de voorstelling doen. We bieden voor de gelegenheid een speciale, gebonden editie van het boek aan, en na beide voorstellingen zit ik klaar in mijn Canta om te signeren. (Dammit. Waarom klink ik altijd zo raar als ik reclame voor mezelf moet maken?)

Op 1 juli zendt de NTR een registratie van Het Nationale Canta Ballet uit.

Kijken komt na luisteren

Wanneer er op een tentoonstelling een koptelefoon naast een schilderij hangt, denk je meteen: ‘Oh nee, achtergrondinformatie.’ Niemand die zo’n ding oppakt, want dan zit je eraan vast. Zet je hem na twee seconden af, dan ben je alsnog een cultuurbarbaar, en welk gezicht trek je in hemelsnaam met die koptelefoon op? Moet je bedachtzaam naar het schilderij knikken, zo van ‘Goh, nu u het zegt, dat was me niet eerder opgevallen…’?

Deze keer was alles anders. Nadat de eerste bezoekers in de grote tentoonstelling van de Impressionisten in Hermitage hun schroom hadden overwonnen – daarbij heftig aangemoedigd door mij – stonden de kijkers in de rij voor die koptelefoon. Want ditmaal huist daarin geen droge uitleg. Zbigniew Wolny heeft een geluidslandschap gemaakt bij het schilderij dat voor ons hangt. We zien badende dames in Versailles. We horen klaterend water, ruisende bomen, fluitende vogels en flarden van conversaties.

Via een ingenieus systeem van sensors ‘weet’ de koptelefoon precies waar de kijker staat, waardoor het afgespeelde geluid afhankelijk is van je positie voor het schilderij. Wie heen en weer drentelt, hoort steeds het gesprek pal voor zich opklinken, terwijl de geluiden van links en rechts tot gemurmel wegzakken. Het resultaat: Wolny brengt het schilderij tot leven. (Zelf noemt hij het resultaat een sonic painting.)

Anderhalf uur lang heb ik staan kijken hoe mensen reageerden. Nu had ik daar persoonlijk belang bij: ik had namelijk de teksten mogen verzinnen van de gesprekken die op dat schilderij werden gevoerd, en was razend nieuwsgierig hoe mensen zouden reageren.

Het overtrof mijn stoutste verwachtingen. Sommige mensen zetten de koptelefoon geschokt af: het was ze te intiem, ze voelden zich plotseling een voyeur. Kijken naar die blote dames vonden ze geen probleem, maar naar ze luisteren was moeilijk te verteren. Anderen drentelden eindeloos heen en weer, in een poging om alle conversaties – die immers simultaan werden gevoerd – enigszins te volgen.

Bijna iedereen zei: ‘Ik ging anders kijken. Beter, vooral. Ik keek ineens niet naar de techniek of de compositie, maar naar het verhaal. Wie waren die mensen? Hoe leefden ze? En ik vroeg me steeds maar af: die vrouw daarachter, die zelfs nu nog stil bleef, wat zou zij hebben gezegd?’

Ik heb altijd geloofd dat mensen een stem geven, maakt dat je beter – en vaak: anders – naar hen gaat kijken. Zbigniew Wolny heeft die theorie prachtig bevestigd.

Tableau vivant

Gisteravond was de officiële opening van een grote tentoonstelling in de Hermitage Amsterdam: Impressionisme – sensatie en inspiratie. Daar is ook werk van mij, uh, mee te maken :)

Zbigniew Wolny benaderde me een paar maanden geleden met een bijzonder verzoek: wilde ik een tekst schrijven bij een schilderij, of beter gezegd: gesprekken bedenken bij een schilderij? Hij zou die opnemen, allerlei omgevingsgeluiden erbij mixen en daarvan een geluidsinstallatie maken. Zodoende maakte hij er een sonic painting van. Afhankelijk van je positie voor het schilderij zou soms het ene, soms het andere gesprek luider opklinken, zodat je als het ware in het schilderij werd opgenomen. Het schilderij zou naar je uitreiken.

Ik vond het een fantastisch idee en deed graag mee. Het schilderij dat de Hermitage voor Zbigniews project had uitgekozen, was Bathing of Court Ladies in the 18th Century van Francois Flameng. Als voorbereiding bekeek ik een fikse stapel documentaires over het hof van Marie-Antoinette en las allerlei fragmenten uit de geschiedenis. Onderstaand mijn gesprekken. Hoofdpersonen: de twee hofdames linksachter de fontein, de twee jonge meisjes zittend rechts, en de liggende naakte vrouw rechtsvoor. [Een grotere versie van de afbeelding vindt u hier.]

Meisjes:
Thérèse (links, opgetogen): Mijn vader zei gisteren dat hij –
Virginie (rechts, onderbreekt haar): Och kijk nu Thérèse, daar komt Isabelle aan! Zij zou vandaag toch de Koningin vergezellen?
Thérèse: Hm. Men zegt dat Marie Antoinette haar niet kan uitstaan.

Hofdames:
Christine (staand): Madame Isabelle! U heeft besloten ons alsnog met uw aanwezigheid te vereren! Men zei dat u verhinderd zou zijn.
Isabelle (in koets): Ma chère Christine! Voor geen prijs zou ik het genoeglijke samenzijn hier missen.
Christine: En de Koningin? Wie heeft nu de eer om haar vandaag gezelschap te houden, als ik u vragen mag?
Isabelle: Hare Majesteit is vandaag helaas niet gedisponeerd.

Meisjes:
Virginie [giechelt]: Niemand kan haar uitstaan. Zelfs haar echtgenoot mijdt haar zo veel als hij kan.
Thérèse: Op mij maakt ze niettemin een prettige indruk, ik begrijp de aversie tegen haar niet goed.
Virginie: Men zegt dat ze heult met de libellisten.

Peinzende vrouw:
Heerlijk, de zon op mijn huid. En even geen kostuum aan, wat een opluchting. [..] Mijn korset knelt me meer dan normaal. [..] Ik zal toch niet zwanger zijn? God verhoede. Dit zijn geen tijden om een kind te krijgen. Het land roert zich, de Koning is besluiteloos, de Koningin verdrietig, en men betwist haar loyaliteit aan La France. ‘La Autrichienne’ noemen ze haar nu.

Hofdames:
Christine: Och, het spijt zeer me dat te horen… De arme, arme Koningin. Zelfs uw verkwikkende verschijning kon haar door zorgen geteisterde gemoed niet verlichten?
Isabelle: Zij liet mij weten dat ze troost hoopte te putten uit het gezelschap van haar kinderen. De gouvernante heeft ze zoeven naar de vertrekken van de Koningin begeleid.
Christine: Wij mogen God danken dat zij een tweede zoon heeft. Nu de Dauphin zo ernstig ziek is, is dat een grote troost voor haar en voor het volk. Wat zou er van Frankrijk worden zonder een troonopvolger?

Meisjes:
Thérèse: De libellisten?
Virginie: De schrijvers van die vuige pamfletten… Maar laat ons in hemelsnaam ons daarover niet bekommeren, politiek is zo’n vulgair onderwerp. Vertel me liever wat je vader zei.
Thérèse [begint te ratelen]: Je raadt het nooit. Ik ga trouwen! Papa nam me gisteren terzijde en vertelde me dat hij een kandidaat op het oog heeft. De onderhandelingen lopen voorspoedig, zei hij, hij verwacht eind deze week het contract te kunnen bezegelen. Stel je voor, Virginie, dan ben ik straks verloofd! Het is Eduard, een volle achterneef van de Koning.
Virginie: O! Dan kun je gelukkig hier in Versailles blijven!

Peinzende vrouw:
Men zegt dat de edelen binnenkort belasting zullen moeten gaan betalen. Alsof wij niet al voldoende kosten hebben, ik kan mijzelf nog amper een nieuwe jurk veroorloven… Als ik zwanger ben, zal ik heus een nieuw kostuum moeten aanschaffen. [is eventjes stil]
Hm! Kijk Madame Stéphanie daar dromerig zitten. Hoor ik het goed? Ze zingt zelfs een melodietje, het is lang geleden dat ik haar in zo’n goede stemming heb gezien. Zou ze eindelijk een minnaar hebben genomen? [..] Jammer dat Louis nooit een minnares heeft. Gebrek aan viriliteit schaadt de Koning. Een slappeling in bed is een slappeling daarbuiten.

Hofdames:
Isabelle: Was meneer uw echtgenoot gisteren ook aanwezig bij de vergadering van de Éstats Généraux? Men zegt dat de Communes besloten hebben om de Assemblée Constituante uit te roepen. Nadat de Koning de vergadering ophief, schijnt men dat bevel te hebben genegeerd.
Christine [afgemeten]: Madame, ik weet hoegenaamd niet wat mijn echtgenoot overdag uitvoert, en hijzelf is godzijdank zo verstandig om tijdens ons souper mijn eetlust niet met politiek gebabbel te bederven. Helaas is niet iedereen even delicaat als hij.
Isabelle [koeltjes]: Mijn oprechte excuses, ma chère. Ik verkeerde in de veronderstelling dat de toekomst van ons land op uw warme belangstelling mocht rekenen.

Meisjes:
Thérèse: Gisteravond passeerde ik hem toen we onze plaatsen innamen bij het grote diner, we waren maar een paar meter van elkaar af. Virginie, ik bezweer je dat hij me een smachtende blik toewierp! Ik kon geen hap meer door mijn keel krijgen.
Virginie: Eduard is een fiere man, recht van rug, en met sterk bloed. Jullie zullen zonder twijfel gelukkig worden…
Thérèse: O, ik ben nu al verliefd!

Peinzende vrouw:
En het hof maar roddelen over de lusten van de Koningin. Alsof haar hoofd naar affaires staat … Ik heb meelij met Marie Antoinette. Niemand vertrouwt haar, en straks sterft het enige dat ze Frankrijk heeft gegeven.

Hofdames:
Christine [vals liefjes]: Madame, de Koning is de toekomst van ons land. En de Dauphin. En u weet opperbest dat hun welzijn mij terdege aan het hart gaat.
Isabelle [idem]: Maar natuurlijk weet ik dat, Madame. U staat wijd en zijd bekend om uw grote hart.
Christine: U vleit mij, Madame.
Isabelle: Geen enkele vleierij doet u recht.

Meisjes:
Virginie: Krijg je een nieuwe jurk voor de verloving? En zal die nog wel op tijd gereed zijn, wanneer het contract mogelijk al deze week wordt gesloten?
Thérèse: Papa vertelde me dat de naaisters al aan het werk zijn gezet. Mama heeft hoogstpersoonlijk het dessin en de snit uitgekozen. Zachtgeel, met brede paniers aan weerszijden. Overmorgen ga ik hem passen! Wil je mee?
Virginie: Overmorgen? Dan kan ik niet… Mijn papa heeft, nu de Éstats Généraux ontbonden zijn, besloten een bezoek aan zijn neef in Italië te brengen. Mama en ik gaan mee. Hemel – ik besef nu pas dat ik dus niet op je verlovingsbal aanwezig kan zijn…
Thérèse: Nee toch! Ik had gehoopt dat je daar de kennismaking met mijn broer kon hernieuwen. Ik weet dat je een oogje op hem hebt.

Peinzende vrouw:
Hoor die meisjes toch… Haar papa wil een neef in Italië bezoeken? Me dunkt dat het niet om een simpele visite gaat. Ik vermoed dat haar papa voorlopig in Italië blijft. Dat zou een verstandig besluit zijn. Had ik maar familie in het buitenland…

Hofdames:
Christine: Kom Madame, ik zal u naar een geschikte plaats begeleiden.
Isabelle: Heel vriendelijk, u bent te goed!

Meisjes:
Virginie: Thérèse, ik ben zo verliefd…

Peinzende vrouw:
Ik hoop werkelijk dat ik niet zwanger ben.

Zorgeloos

In plaats van kinderen heb ik katten genomen. Die zijn veel handiger in de omgang. Ze hoeven niet steeds naar de crèche als je van huis bent, ze zeuren nooit om zakgeld, ze eten altijd hun bordje leeg, en ze bedelen niet elk halfjaar om nieuwe Nikes. Ze komen nooit dronken thuis en hebben geen foute vriendjes. Zich wassen doen ze zonder enige aanmaning, zelfs achter hun oortjes en tussen hun tenen.

De laatste jaren ben heb ik een nieuwe reden om blij te zijn met mijn keus. De toekomst oogt somber: we raken door de gas- en olievoorraad heen, het klimaat verandert, onze rechtstaten kalven af, en nu zitten we nog middenin een economische crisis ook. Had ik kinderen, dan zou ik geheid nacht na nacht liggen woelen over hun toekomst. In wat voor wereld leven zij als ze volwassen zijn? Doe ik ze op pianoles, of is survival-training wellicht toch verstandiger?

Niet dat je kinderen de enige geldende reden zijn om te zorgen dat de wereld ook na ons bewoonbaar blijft. Maar zulk eigenbelang, in de vorm van persoonlijke nazaten, maakt de zaak wel een stuk minder abstract.

Het gekke is dat de kinderen die ik ken – pubers, en al bijna een beetje volwassen – zich zelf nergens zorgen over lijken te maken. Ze volgen goede opleidingen en gaan her en der studeren, Ze kunnen piano spelen en schaken. Ze spreken hun talen. Ze reizen dat het een aard heeft. Ze volgen de politiek. Ze hebben meningen en een volle agenda. Over de wereld zijn ze niet bezorgd, laat staan over de toekomst: die liggen immers gewoon waar ze horen, namelijk aan hun voeten. Ze zijn vast voornemens om beide te veroveren.

Natuurlijk scheelt het dat ’t kinderen van redelijk welstaande ouders zijn. Geld is nooit echt een probleem voor ze geweest, en het stond vast dat ze een goede opleiding kregen, plus cultuur per paplepel. Maar ook bij minder bevoorrechte jongeren zie ik diezelfde houding: ze gaan er wat van maken, de toekomst is aan hen.

Zodat ik me van de week afvroeg of ik het niet bij het verkeerde eind had. Misschien maakt het luttele feit dat je kinderen hébt, je automatisch optimistisch over de toekomst. Misschien somber ik vooral over de toekomst omdat ik zelf geen kinderen heb?

Vandaar dat ik nu serieus overweeg dan maar mijn katten te laten jongen.

Overzicht Canta-project

Ons (*) Canta-project is inmiddels zo groot, divers en complex geworden – niet voor niks werken we er al twee jaar aan, met een almaar groter wordende groep mensen – dat ik me goed kan voorstellen dat u door de bomen het bos niet meer kunt zien.

Vandaar deze poging om het project te beschrijven en te inventariseren. Waar mogelijk geef ik links naar plaatsen waar u onderdelen van het project kunt zien, terugkijken, kopen, beluisteren, terugkijken, meemaken of bespreken.

Op de foto: het affiche dat Erwin Olaf maakte voor de voorstelling van Het Nationale Canta ballet. Afgebeeld zijn eerste solist Marisa Lopez, en mijn Canta :)

Websites

Boek: De benenwagen

Boek over de Canta, geschreven door Karin Spaink. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, mei 2012; 192 pagina’s, zwaar geïllustreerd, full colour.

Ballet: Het Nationale Canta Ballet

Het Nationale Canta Ballet wordt uitgevoerd door vijftig Canta-rijders, dertig dansers van Het Nationale Ballet en twintig dansers van het NOVA-college. De choreografie is van Ernst Meisner (grand sujet bij Het Nationale Ballet), de muziek van Robin Rimbaud aka Scanner. Hoogtepunt is een dubbele pas-de-deux: eerst voeren Marisa Lopez en Casey Herd – beiden eerste solist bij Het Nationale Ballet – een pas-de-deux uit, meteen gevolgd door een pas-de-deux van Casey Herd en prima Canta Karin Spaink.

Er zijn slechts twee voorstellingen van het ballet, beiden op 28 juni 2012: een om 18:30 en een om 21:30. Locatie: De Gashouder, Amsterdam.

Een registratie van het ballet wordt op zondag 1 juli 2012 uitgezonden door de NTR. [Link Uitzending Gemist]

TV-serie: De Canta danst!

Maartje Nevejan maakte een vierdelige documentaire-serie over het ontstaan van Het Nationale Canta ballet. Ze portretteert Canta-rijders en dansers, en volgt de lange weg die deze twee zo uiteenlopende groepen samen afleggen om een ballet te maken.

De serie wordt vanaf zondag 3 juni wekelijks uitgezonden door de NTR op Nederland 2.

Radio-documentaire: Hunt for the little red car

Bert Kommerij, een van de iniatiefnemers van het project, maakte een radio-documentaire waarin hij versalg doet van de ontstaansgeschiedenis, van alle discussies en van alle plannen. Zijn documentaire werd op 3 juni 2012 uitgezonden op Holland.doc: luister.

Noot:

  • De oorspronkelijke initiatefnemers van het project zijn documentaire-maakster Maartje Nevejan, ikzelf, en fotograaf / radiomaker Bert Kommerij.
  • Daarna kwam Valérie Schuit van Viewpoint Productions erbij, die die productie voor haar rekening nam;
  • Ernst Meisner, grand sujet bij Het Nationale Ballet, die voor de choreografie van het ballet tekende;
  • Robin Rimbaud aka Scanner, die de muziek voor het ballet schreef, en die live zal uitvoeren;
  • Rogério Lira, die de vormgeving van zowat alles deed;
  • Monique ten Berge en Angelique Kuijpers, die over de productie van het ballet regeren;
  • En verder overal stapels vrijwilligers en professionals: van de kostuumontwerper van Het Nationale Ballet tot Erwin Olaf, die de poster voor het ballet maakte, tot Sebastiaan die overal in Amsterdamm Canta’s najoeg om de bestuurders ervan tot deelname te bewegen. Er was zelfs iemand die berekende hoeveel uitlaatgassen al die Cantaatjes in de Gashouder zouden produceren. En natuurlijk alle Canta-dansers!

Exit Zamboni

Er is veel te doen geweest over de ‘liberation treatment’ van Zamboni die MS-patiënten zou genezen. (Zie onder meer mijn stukken van juni 2010 daaarover: Argwaan, en Argwaan naschrift.) Zamboni’s stelling is dat vernauwingen in de bloedvaten naar de hersenen verantwoordelijk zijn voor MS. Hij meent daarom dat dotteren of een stent aanbrengen in die vaten MS niet alleen kan stoppen, maar zelfs kan genezen.

MS-deskundigen reageerden afhoudend op Zamboni’s theorie. En met goede redenen: Zamboni negeerde werkelijk alle moeizaam en secuur opgebouwde kennis over MS. Volgens hem was MS namelijk helemaal geen immuunziekte, maar ‘gewoon’ een vaatziekte. Volgens Zamboni kon je bovendien alle aangerichte schade aan het centraal zenuwstelsel makkelijk ongedaan maken. Het enige dat nodig was, was een enkele operatie – de zijne. Hey presto!

‘Jouw model verhoudt zich niet tot de bekende feiten,’ zeiden de deskundigen.

‘Dat komt omdat jullie vastzitten in je model,’ antwoordde Zamboni. ‘En jullie model levert geen oplossingen, laat staan genezing. Het mijne wel.’

‘Hoezo genezing?’ zeiden de deskundigen. ‘We zien vaak dat mensen bijtrekken van de schade die MS bij ze heeft aangericht. Dat heet ‘spontaan herstel’. We weten niet precies waardoor dat komt. Kunnen lichamen zich beter herstellen dan we denken? Lenen sommige vormen van MS zich beter voor zulk spontaan herstel dan andere vormen? Maar jij scheert alles over één kam en eist bovendien alle credits op. Wij zeggen: incidenteel herstel hoort bij MS. Jij zegt: dat komt omdat ik heb ingegrepen. Jij doet alsof alle verbetering door jou komt.’

‘Ja,’ zei Zamboni, ‘want zo is het. Jullie hebben geen antwoorden. Jullie staan machteloos tegenover MS. jullie wachten af, jullie modderen voort, maar ik niet. Ik weet het antwoord en ik grijp wél in. Patiënten, kom bij mij! Wat heb je aan verwerp die rampzalige skepsis van je artsen? Die staat je bevrijding in de weg! Ik kan je met een eenvoudige ingreep genezen.’

***

MS is een progressieve, onberekenbare ziekte die zich met medicijnen hooguit laat vertragen. Ik heb briljante mensen in een paar jaar tijd in een plant zien veranderen, ik ken teveel mensen – mezelf incluis – die elke dag moeite doen om overeind te blijven. Natuurlijk willen we allemaal niks liever dan genezen. Wat is er nou mooier dan je ineens, en onverwacht, geen zorgen meer te hoeven maken over abrupte en onvoorspelbare aftakeling? En natuurlijk willen we – als dat kan – liefst ook dat oude schade (van zwakke knieën tot blinde vlekken, van altijd kramp tot een wrak evenwicht) en passant effies ongedaan wordt gemaakt. Hey presto!

Verlost worden van een kutziekte: wie wil dat nou niet?

Wanneer die beloofde genezing zich bovendien aandient in de vorm van een enkele operatie, is dat extra geweldig. Want het enige dat de medische wetenschap momenteel aan MS’ers biedt, is eindeloos pillen slikken of jezelf dagelijks injecteren. Zelfs die levenslange behandeling biedt geen enkele garantie. De statistiek wijst uit dat de ziekte op die manier over het algemeen vertraagd wordt, maar niemand kan je vertellen of dat ook voor jou geldt. Bovendien: vertragen, afgezet tegen welke aftakeling? Je toekomst blijft ongewis, ook met medicijnen.

Geen wonder dat je zo’n ziekte liever kwijt dan rijk bent. Wie wil daarvan nou niet genezen?

***

Duizenden patiënten hebben zich inmiddels volgens de Zamboni-methode laten opereren, meestal in privéklinieken die subiet munt wisten te slaan uit zijn ‘onorthodoxe, maar effectieve behandeling’. De ondertoon van hun promotie van Zamboni’s methode was een combinatie van samenspanning en verlokking. ‘De medische wetenschap wil haar patiënten niet kwijt en spint er daarom garen bij u als patiënt binnenboord te houden. Geen wonder dat ze u deze geweldige, revolutionaire therapie willen onthouden. Maar wij helpen u wel! Kom bij ons, word bevrijd en genees, voor slechts achtduizend euro!’

Recent verscheen de zoveelste studie naar de effecten van Zamboni’s therapie. Conclusie: het helpt geen zak. Of nee nou ja, het helpt natuurlijk wel, namelijk om de zakken te spekken van privéklinieken die o zo handig ‘inspringen op de behoeftes van de klant en die serieus nemen’.

Ik ben niet gewelddadig. Mocht ik Zamboni ooit in levende lijve treffen, dan steek ik echter met liefde mijn kruk tussen zijn beide benen, zodat de lamlul met zijn bek op de grond klettert en daarbij al zijn tanden breekt. Want wat Zamboni met zijn jarenlange media-offensief annex kruistocht heeft bereikt, zijn uitsluitend akelige dingen. En hun lange-termijneffect is nog veel en veel akeliger:

  • Patiënten volkomen ongefundeerd valse hoop geven en ze volledige genezing beloven, werkelijk zonder enige reserve.
  • Het naïeve idee van een ‘single & simple cure‘ voor een complexe en degeneratieve ziekte nieuw leven inblazen, terwijl het al zo allejezus moelijk is om over te brengen – laat staan: te accepteren – dat MS heus onberekenbaar & onomkeerbaar is.
  • Patiënten aanmoedigen om uit eigen zak dure operaties te betalen, waarvan het nut volkomen onbewezen is en het gevaar allerwege wordt onderschat.
  • Privéklinieken via hun vermeende ‘klantvriendelijkheid’ – u vraagt, wij draaien, ongeacht of het liedje vals klinkt – een boel winst laten maken. Terwijl ziekenhuizen alleen geteste en bewezen therapieën mogen aanbieden, kunnen privéklinieken zonder probleem onbewezen ‘methodes’ aanbevelen en uitvoeren. Ze kunnen winst slaan uit onze angst. Zamboni’s ‘liberation treatment’ is inmiddels big business in de private gezondheidssector, en wordt uitgebaat van Polen tot in India.
  • Argwaan en wantrouwen jegens de medische wetenschap aanwakkeren. Wat erger is: Zamboni doet dat op basis van een volkomen ongefundeerde en ongeteste ‘theorie’. Zijn verdediging: er zijn wel degelijk remedies voor uw ongeneeslijke ziekte, maar de gevestigde wetenschap wil die kennis onderdrukken en verhindert dat u toegang krijgt tot mijn methode voor uw wonderbaarlijke genezing!
  • Geld onttrekken aan zinnig onderzoek. Doordat Zamboni zo tamboereert op zijn ‘wonderbaarlijke genezingen’, begonnen steeds meer instanties aan te dringen op onderzoek naar zijn methode. Inmiddels wordt er al pakweg vijf jaar overal onderzoek naar gedaan, en geen enkele onafhankelijke onderzoeker kan Zamboni’s resultaten reproduceren. Zelfs zijn oorspronkelijke premisse – MS-patiënten hebben allemaal verstopte halsaderen, terwijl mensen zonder MS die niet hebben – blijkt niet te kloppen. Al dat onderzoeksgeld had vele malen beter besteed kunnen worden: er zijn stapels zinnige onderzoeken die momenteel financiering ontberen.
***

Dat Zamboni’s aanhangers elk degelijk onderzoek met een negatieve uitkomst subiet verwerpen en dat afdoen met een verhaal over de gevestigde orde die een afwijkende mening niet tolereert, helpt niet. En niet eens vanwege de inherente leugen. Hoezo niet serieus nemen, hoezo alternatieven ontkennen? Deze afwijkende mening is immers hartstikke seriues genomen. Hij is herhaaldelijk en op alle mogelijke manieren getest. Alleen leiden al die onderzoeken systematisch tot de conclusie dat Zamboni’s behandeling niet helpt, en dat zijn hypotheses niet kloppen met alle bewezen en geaccepteerde feiten over MS.

Tegen de keer volhouden dat elk bewijs tegen Zamboni voortkomt uit vooroordeel en eigenbelang, is desastreus. Met zo’n houding is immers geen enkel medisch bewijs – hoe grondig, fundamenteel en degelijk de opzet van het onderzoek mag zijn geweest – nog relevant. Wie een uitkomst verwerpt omdat die niet in zijn straatje te pas komt, wijst au fond onderzoek zélf af. Die beschouwt reproduceerbare bevindingen en beredeneerde conclusies per definitie af en kenschetst elk feit of oordeel als partijdig, bevooroordeeeld en subjectief.

Tsja. Wanneer context, theoretisch kader, samenhangende redeneringen, testbare hypotheses, controleerbare metingen, aantoonbare afwijkingen er allemaal niet toe doen, telt alleen nog wat je wenst te geloven. Mind over matter and fuck the facts. Feiten tellen niet en realiteit is ook maar een subjectief verzinsel.

Maar wanneer je oordeel over medische ingrepen geschoeid is op niets dan geloof, verandert de zaak. Dan wordt gebed een therapie en mag je alleen nog aan de chemo waarna je eerst overtuigend je geloof daarin belijdt. Sterker, waarom zou je nog ziek hoeven zijn? Ook kanker of MS is dat model niks anders dan een overtuiging. Aanwijsbare ziekte? Hoezo? Als je iets onderzoekt, vind je toch hooguit wat je zocht? Fuck the facts. Feiten zijn vooringenomen en subjectief.

Zamboni;s aanhangers verklaren therapie tot een geloof. Daar schieten we geen sikkepit mee op. Al was het maar omdat ze en passant – en waarschijnlijk: onbedoeld – ook MS als een ‘geloof’ bestempelen.

Duimen voor Ahmedinejad II

Mijn column van afgelopen week kwam me op veel kritiek te staan. Wat gaf het nou dat de VS en Israël via een computervirus de oorlog hadden verklaard aan Iran? Je mag gerust via Stuxnet proberen om Iraanse kerncentrales op afstand onklaar te maken. Tegen een dictator zijn immers alle middelen geoorloofd?

Ook jegens een dictator heb je je als overheid aan internationale regels te houden. Anders verklaar je de diplomatie au fond tot luxeartikel: als iets dat je alleen inzet zolang het je uitkomt en het jouw doelen dient. Wanneer wij menen dat we ons jegens onze vijanden alles mogen veroorloven en daarbij oorlogsrecht mogen schenden, hebben wijzelf geen poot meer over om op te staan wanneer onze tegenstanders vinden dat zij op hun beurt ons óók alles mogen flikken. Wie zichzelf eenmaal heeft verlaagd, verliest voortaan elk moreel argument.

Dat is één.

Wie zichzelf eenmaal zo heeft verlaagd, nodigt zijn vijanden voorts uit om vergelijkbare middelen in te zetten. Dat afgelopen week bekend werd dat computerchips bedoeld voor militaire doeleinden, door Amerikaanse bedrijven in China besteld, mogelijk een achterdeurtje hebben die de producent in staat stelt om de boel op afstand over te nemen, is buitengewoon pijnlijk maar past naadloos in dit vuige, ongecontroleerde oorlogsmodel. Aangezien de VS deze tactiek zelf hebben geïnitieerd, hebben ze nu elk recht verkwanseld om boos te worden op de Chinezen. Immers: wij zijn ermee begonnen.

Dat is twee.

Wil een computervirus effectief zijn, dan moet het zich geniepig aan elke detectie onttrekken en – wanneer het alsnog herkend wordt – zich terdege teweerstellen tegen pogingen het in te dammen. Dat is precies wat er bij Stuxnet gebeurde. Terwijl het virus exclusief gericht was op de Iraanse opwerkingsfabriek in Natanz, verloren de virusmakers binnen de kortste keren de controle over hun schepping. Vanuit Washington bekeken ze met afgrijzen hoe Stuxnet kerncentrale na kerncentrale besmette. Ze ontdekten dat ze Pandora’s doos hadden opengemaakt.

Dat is drie.

Hoe haal je het in je hoofd om een virus te maken dat nota bene kerncentrales ontregelt? Hoe pervers moet je zijn om een milieuramp te durven riskeren terwijl je een illegale oorlogsdaad orkestreert?

Dat is vier.

Dat onze overheden zulke dramatische, riskante, volstrekt onberekenbare en immorele middelen inzet zonder enig publiek debat – dat is vijf. De crux van een democratie is immers dat je als burger iets kan zeggen over wat jouw overheid doet.