Death of a president (met spoiler)

In de sneak van vanavond: Death of a president, een Britse film bekroond met de prijs van de kritiek op het filmfestival van Toronto in 2006.

De documentaire kijkt terug op de moord op Bush in Chicago op 19 oktober 2007. De protesten rond het Sheraton Hotel, waar Bush een speech hield, waren heftiger dan elders; de veiligheidsmensen waren alert en sloegen wat demonstranten in elkaar, er was de hele tijd het gevoel dat het die dag uit de hand zou kunnen lopen. Dat gebeurde ook, maar anders dan iedereen had verwacht: de dader bevond zich noch onder de demonstranten, noch onder de bezoekers.

De documentaire volgt het onderzoek van de FBI en van de veiligheidsdiensten, en laat de politieke reacties op de moord zien. De Patriot Act III wordt ingevoerd (zodat mogelijke getuigen in detentie kunnen worden genomen en alle communicatie tussen verdachte groepen kan worden onderschept en opgeslagen) en Dick Cheney is nu president. Nadat bleek dat een van de eerste verdachten, Jamal Zikri, banden met Syrië had, valt de verdenking al snel op Assad. Amerika stuurt schepen naar de regio als blijkt dat de Syrische regering slechts lippendienst aan het onderzoek verleent; het optreden van een naar de VS gevluchte criticus van het Ba’ath-regime op prime time television werpt olie op het vuur. De criticus beweert dat de verdachte rechtstreeks in opdracht van Assad gehandeld moet hebben; Assad had immers ook de hand gehad in de moord op de Libanese premier Rafik Hariri.

‘Natuurlijk zochten we eerst onder de islamieten. Dat is geen racisme, dat is common sense,’ legt een van de FBI’ers in een nagesprek uit. Jamal Abu Zikri, een van de mensen die werken in het gebouw van waaruit de beschieting plaatsvond, staat nu in het volle licht. Tien jaar eerder heeft hij zich geassocieerd met een man die zich later als fundamentalist ontpopte. Bovendien heeft hij ook een persoonlijk motief: na 9/11 is de helft van zijn familie uit de VS gedeporteerd. Op zijn kleding worden kruitsporen gevonden (‘contactsporen,’ zegt zijn advocate) en een halve vingerafdruk die gevonden werd in de kamer van waaruit de dodelijke schoten werden gelost, vertoont overeenkomsten met die van Zikri. De zaak lijkt gesloten: de vingerafdruk lijkt. ‘People have been convicted for less,’ zegt een van de opsporingsmensen, en of dat nu een geruststellend of dreigend bedoelde opmerking is, is niet helemaal duidelijk.

Zikri wordt veroordeeld. Gaandeweg wordt echter duidelijk dat er al die tijd een tweede verdachte is geweest: Al Claybon, gedecoreerd majoor en Golfoorlog veteraan, wiens twee zonen ook in het leger gingen. Zoon David kwam om in Afghanistan, zoon Casey vocht in Irak en ontdekte daar dat er geen massavernietigingswapens waren en dat de vrijheid die ze er zouden brengen, niet kwam – erger, dat ze er niet gewenst waren. Casey ontspoorde na terugkomst. Vader Claybon, die zijn hele leven aan het leger heeft gewijd, werd daags na de moord op Bush in zijn auto vlakbij Chicago gevonden: hij had zichzelf een kogel door het hoofd gejagd. Zoon Casey levert de afscheidsbrief, een felle tirade tegen Bush, in bij de FBI. ‘Ach, al die complotdenkers komen hier langs,’ verdedigt een betrokkene zich later als hij poogt uit te leggen waarom niemand Caseys verhaal serieus heeft genomen. Bovendien: Zikri past in het politieke profiel dat van de moordenaar is opgesteld, Claydon niet.

Pas als Casey, een jaar later, papieren van zijn vader vindt die duidelijk maken dat hij de dader moet zijn geweest, wordt de FBI wakker. Ze nemen de papieren in beslag en de zaak wordt in de doofpot gestopt. Zikri zit nu, ruim een jaar na zijn proces, nog steeds op death row. Onder de Patriot Act III heeft hij geen toestemming kunnen krijgen om beroep tegen zijn doodsvonnis aan te tekenen. De forensisch expert van de FBI die het bewijs dat voor zijn veroordeling is aangevoerd te zwak vond, heeft inmiddels ontslag genomen.

*

Een geweldige film. De aanpak is solide: exrapoleren, en zien wat er gebeurt áls. Wat als Bush wordt doodgeschoten? De film zit knap in elkaar: interviews met deskundigen, advocaten, ex-verdachten, deskundigen; stukken uit nieuwsuitzendigen, rechtszittingen, the whole shebang. En natuurlijk, als Bush wordt doodgeschoten wordt Cheney zijn opvolger (het eerste argument om met je handen van Bush af te blijven), worden burgerrechten verder ingeperkt (het tweede argument om met je handen van Bush en Cheney af te blijven) en zal iedereen die moord politiek willen uitbuiten of er verblind door zijn – zoals de Ba’ath-deskundige die hoopt door Assad als schuldige aan te wijzen – zijn eigen zaak te bepleiten tot de FBI’ers die eerst bepalen wie schuldig moet zijn en daar dan later het bewijs bij gaan zoeken. Maar ook getuigt de film van allerlei persoonlijke drama’s: van de moslims die ineens van alles en nog wat worden verdacht, tot de trouwe aanhang van Bush die hun kinderen overhoop geschoten zien worden in oorlogen die nooit tot een einde komen en die meer kwaad aanrichten dan ze ooit goed kunnen maken.

Inmiddels heeft onder meer CNN geweigerd advertenties voor de film te tonen en willen allerlei grote bioscooppketens de film niet draaien. Zoals de LA Times in zijn recensie van de film schreef: ‘You have to admire the cosmic irony of a movie about political grandstanding and media timidity that becomes in itself an opportunity for grandstanding and timidity [..].’

The Queen

Gisteren met Joke The Queen gezien. De film gaat over de reactie van het Britse koningsghuis op de dood van ex-prinses Diana.

De casting is geweldig, al na een kwartier heb je het idee dat je naar de echte Queen Elizabeth en Tony Blair kijkt; de acteurs zijn soms in oude nieuwsopnamen geplakt en dat ziet er wonderbarlijk overtuigend uit. Helen Mirren speelt adembenemend: ze is een rotsvaste, rolvaste, ijzige, protocollaire en statige koningin met alle trekjes van ouderwetse Britse adel, van haar wandelingen in kaplaarzen en met omgebonden zijden sjaaltjes tot de stiff upper lip. Haar rol is zwaar: op een paar scenes bij Blair thuis & op kantoor na is ze overal het dragende personage.

Ze begrijpen het niet, dat koningshuis, dat die Diana die thuis zo’n pain in the ass was door anderen zo geliefd werd. En voor zo’n lastpak het protocol doorbreken en met je gevoelens naar buiten treden? Geen sprake van! Hoe haal je het in je hoofd? Blair begint gaandeweg, geholpen door het hoofd van de hofhouding, de houding van de koningin te begrijpen maar ziet ook dat een andere reactie gevraagd wordt, en krijgt Elizabeth uiteindelijk zover dat ze een gebaar maakt. Waarmee de oude Nederlandse theorie dat het aldoor de sociaaldemocratische minister-presidenten zijn die het koningshuis moeten redden (Den Uyl en Lockheed, Kok en Maximá’s vader) ook in Engeland lijkt op te gaan.

De film is slim gestructureerd: waar Elizabeth zich vasthoudt aan het protocol, geen idee heeft wat er onder haar onderdanen leeft en zo bijna ten onder gaat, houdt Cherie Blair vast aan haar antimonarchale standpunt en begrijpt zij op haar beurt geen zier van Elizabeth. Binnen die opbouw kan Blair schitteren en bruggetjes leggen tussen beide standpunten. Het moment waarop de massa buiten de Westminister Abbey, waar de dienst voor Diana wordt gehouden, in applaus losbarst na de speech van Diana’s broer is ijzingwekkend mooi en ontzagwekkend vernederend voor Elizabeth. Daarnaast: klappen tijdens een begrafenisdienst, zijn ze nu helemaal gek geworden!

Er was één moment waarin ik ineens begreep hoezeer dit koningshuis verschilt van het onze. Als Elizabeth eindelijk de bloemen, de briefjes en andere parafernalia in ogenschouw neemt die verdrietige mensen daar voor Diana hebben neergelegd, zegt de verslaggever dat dit de eerste keer is sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog dat Elizabeth zich onder het volk mengt. We schrijven 1997. In de 52 tussenliggende jaren is Elizabeth nooit op straat geweest. Vergelijk dat met Beatrix die op Koninginnedag wordt rondgeleid en Claus die z’n das afdeed, en dan besef je ineens dat het Britse huis mateloos veel formeler is. In het geval van Diana: politiek bijna fataal formeel.

Schrijven en vertellen

In het kader van de reïntegratie – Spaink wordt weer mens na weken te zijn ondergedoken – ging ik vrienden af en belandde vanmiddag bij Joke en Felipe, die ik niet meer heb gezien sinds mijn huilbui daar een maand geleden terwijl ik anders toch minstens eens per week even langs ga.

Ik vertelde Joke dat ik weer opknapte en gaf, ter uitleg, de gesproken en verkorte versie van mijn column in Medisch Contact van deze week waarin zij en Felipe figureren. ‘Ja,’ zegt Joke, ‘ik vind het niet gek. Je blijft er almaar zo nuchter over, alsof het allemaal niks is. Terwijl het natuurlijk wel wat is.’ Toen ik weer thuis was ging ik daarover nadenken. Is dat zo? Doe ik er over alsof het allemaal niks was, die chemo, de amputatie, de kanker? Volgens mij namelijk niet, volgens mij klaag ik eerder teveel dan te weinig.

Ineens dacht ik dat het wellicht het verschil tussen schrijven en praten is. Dat ik mezelf makkelijker tot op het bot uitbeen in stukjes – waarom zou je een boom omhalen voor nonsens, als je iets in druk laat verschijnen moet het de moeite waard zijn en alleen het achterste van je tong is goed genoeg – en bovendien, stukjes componeer je in je eentje en alleen is het, in elk geval voor mij, makkelijker om af te dalen in jezelf.

Daarna bedacht ik dat dat wellicht ook de reden is dat ik IRL zo sterk mijn grenzen leg: ik leg me publiek al vaak zo bloot, laat me dan alsjeblieft privé uitzoeken wat wat is en als ik dan zeg ‘even niemand’ moet je me vooral niet lastig vallen. Ook is er het understatement, altijd mijn kameraad. Ik doe snel vals en cynisch over wat me hindert en wil dingen nooit opblazen. Een mooi voorbeeld las ik terug toen ik ‘Vallende vrouw’ moest corrigeren, ik had de huisarts gebeld en geklaagd over duizeligheid. Toen ik vijf dagen later weer belde met dezelfde klacht en voor hem moest opendoen en struikelvallend in zijn armen donderde vroeg hij: ‘Is dit wat je bedoelde met duizeligheid?’ en ik knikte ja. Hij belde acuut het ziekenhuis.

Geen betere troost dan tranen

Achter de wolken komt de zon vandaanLangzaam klaart mijn hoofd, er komt weer licht en lucht in. ‘Het mocht ‘s tijd worden,’ bromt mijn ene ik tegen mijn andere, ‘je bent al bijna elf maanden uit de running.’ ‘Voor diagnose, amputatie, chemo, herceptin en acute depressie vind ik dat anders nog vrij vlot,’ antwoordt mijn andere ik afgemeten. Ik laat ze maar kibbelen.

Wat maakte nu dat er de afgelopen week ruimte kwam, dat mijn werk me weer ging trekken, anders dan vol schuldbesef en opgekropt plichtsbesef van ‘Ik kan niet wéér om uitstel vragen’ en ‘Oh hemel straks dumpen mijn opdrachtgevers me nog!’, maar me gewoon weer ouderwets leuk leek? Heel stom: tranen. Depressie is opgekropte woede zeggen mensen wel, maar wat me in de greep kreeg nadat de herceptindepressie afnam was geen boosheid, eerder moedeloosheid. Waarom zou ik in hemelsnaam weer opkrabbelen, de ene na de andere ziekte kwam immers op mijn pad en viel me in de rug aan, dus waarom nog die moeite genomen? Kon ik niet maar beter blijven zitten waar ik zat, veilig opgeborgen in mijn ziekte, in déze ziekte, op wat inmiddels bekend en dus vertrouwd terrein was?

Ik jankte bij Joke en Felipe. Dat ik het zo moe was, dat eeuwige gevecht tegen mijn lichaam, dat ik de moed niet meer had. Dat het niet éérlijk was van die kanker, want ik was net een jaar uit de WAO en had de ms eindelijk achter me gelaten (wat op zich al een half medisch wonder was) en dan nu dit – alsof het tapijt onder mijn voeten was weggetrokken. Nog geen week later was ik opnieuw in tranen, omdat mijn eerder zo leuke werk me niks zei. Ditmaal sloegen Mieke en Suzan een arm om me heen. Allemaal lieten ze me gewoon maar jengelig uithalen, wat heel slim was want alle tegenwerpingen, rationalisaties, relativeringen en moedinsprekingen had ik al tientallen malen op mezelf losgelaten, daar ben ik namelijk erg goed in; in huilen minder. Misschien was depressie gestold verdriet en begon ik nu eindelijk te smelten.

En ik realiseerde me dat ik bang was: bang opnieuw teleurgesteld te raken, bang dat het opkrabbelen weer vergeefs zou blijken te zijn. Geen wonder dat ik me zo inert voelde, ik wilde simpelweg niet vooruit, ik wilde blijven waar ik was. Die gedachte hielp: want in de grond ben ik geen bang mens. Ja er is van alles dat me benauwd kan maken en wit om de neus, maar als ik het de moeite waard vind doe ik het uiteindelijk toch, trillend en wel: liever met open ogen in het diepe springen dan koukleumend aan de kant blijven staan. Bovendien: hoezo weer vergeefs? Want mooi dat ik in de tussentijd heerlijk had gewerkt, boeken had geschreven en me geweldig had gevoeld. In de liefde loopt het uiteindelijk ook vaak mis, maar is dat een argument om nooit meer van iemand te houden? Nee, alleen om de eindigheid van alles niet uit het oog te verliezen. Nou dan. Tuthola.

Dus toen was ik al een eind op streek.

Wat me het laatste duwtje gaf, was dat ik een oud boek moest herlezen: Vallende vrouw, het relaas over mijn ms, wordt heruitgegeven en of ik de zetproeven wilde corrigeren. Net als al mijn andere werk stelde ik die klus eindeloos uit. Bovendien, die ms zonk in het niet bij dit-nu-mijn kanker, het zei me allemaal niks. Totdat ik begon. Oh hemel, het was echt erg geweest indertijd: de paniek toen ik wekenlang halfblind was, de radeloosheid toen geen enkele arts me kon of wilde zeggen wat maakte dat mijn lichaam overal instortte, hoe hard de wereld aan me trok toen mijn evenwicht kapot was en ik mezelf steeds maar kotsend ter aarde wierp, en vooral: hoe ik moest wennen aan gehandicapt zijn en hoe vreselijk bang ik was toen mijn armen het leken op te geven. En dat lag inmiddels allemaal achter me, ver, veilig weg.

Zelfs van ziekte naar ziekte gaan kan vooruitgang zijn, want het gaat om de tussentijd bedacht ik. Daarna klaarde mijn hoofd op.

19 februari 2007 / MC, 2 maart 2007

Armoede in VS neemt fiks toe

De armoede in de Verenigde Staten is de afgelopen jaren fiks toegenomen. Wat de cijfers nog pijnlijker maakt is dat de rijken intussen steeds rijker worden. De Britse krant The Independent publiceerde gisteren shockerende cijfers:

  • Bijna 16 miljoen mensen moeten leven van minder dan 5000 dollar per jaar (circa 3500 euro) of hebben een gezinsinkomen van minder dan 10.000 dollar per jaar (7000 euro).
  • Het aantal mensen dat ver onder het bestaansminimum leeft, is sinds 2000 met 26% toegenomen.
  • Momenteel leven in de VS ongeveer 37 miljoen mensen onder de armoedegrens.
  • Daarbinnen groeit de groep zeer arme mensen het hardst, namelijk 56% harder dan de totale groep armen.
  • Geen enkele andere groep neemt zo snel in omvang toe.
  • De 20% rijkste huishoudens krijgen meer dan de helft van het nationaal inkomen.
  • De armste 20% moet het stellen met 3,5% van het nationaal inkomen.
  • De afstand tussen rijk en arm wordt al sinds eind jaren zeventig van de vorige eeuw gaandeweg groter, maar het gat neemt tegenwoordig veel en veel sneller in omvang toe.
  • De armen zijn tegenwoordig gemiddeld 19% armer dan eind jaren zeventig.

Het onderzoek werd uitgevoerd door de McClatchy dagbladengroep en is gebaseerd op officieel bevolkingsonderzoek (de US Census). De cijfers zijn van 2005. Voor langere artikelen, zie U.S. economy leaving record numbers in severe poverty en Even the well to do can stumble into poverty, beiden van 22 februari j.l.

Misbruik in First Life

Spaink in Second LifeEen verslaggever ziet twee poppetjes mechanisch op het beeldscherm bewegen en het land lijkt subiet in rep en roer: kinderporno in Second Life! In het gedruis vergeet iedereen dat je je alleen met een creditcard kunt aanmelden voor het spel, wat als leeftijdslimiet fungeert, zodat alle kinderen die daar rondlopen een fantasie zijn. Ja, je kunt als speler de gedaante van een kind aannemen. Ja, je kunt als speler je poppetje seksuele dingen laten doen, waarbij je overigens per handeling die een ander verricht, uitgebreid toestemming moet geven – alsof je seks hebt met Microsoft. (‘Weet u zeker dat u dit doen wilt? Klik “ja” of “cancel”.’ Je klikt ja. ‘Weet u het écht zeker?’)

Zoals als het geen moord is wanneer ik in Grand Theft Auto een medespeler overhoop rijd en geen bestialiteit als ik mijn Second Life-poppetje met een furry laat foezelen – een groot deel van Second Lifers zijn een kruising tussen mens en dier – is het geen kinderporno wanneer ik me als kind uitdos en dan mijn poppetje met een ander poppetje laat bewegen. Volgens de definitie die Netwerk in haar uitzending van vorige week hanteerde, valt die oude seksparodie van Sneeuwwitje en de zeven dwergen vermoedelijk ook onder kinderporno.

Second Life is een virtuele plek waar zowat alles kan: een draak wezen, een bijenkorf vol elfjes kweken, de Dam in Amsterdam nabouwen, een vliegtuig in je binnenzak steken, je een staart en kattenoortjes aanmeten of een straatbende leiden en drugs pushen. Je kunt er vliegen, spierbundels kopen en je taille versmallen. Je kunt er vampier worden of elf, grootgrondbezitter of paaldanseres. Je kunt er kind worden en ‘seks’ hebben. Je kunt – als er rare dingen gebeuren – de beheerders een seintje geven, die de logs bekijken en iemand dan soms z’n account ontnemen. Kom daar in de gewone wereld maar ‘s om.

Regisseur David Cronenberg zei het al eens: censors lijken op psychoten, ze verliezen het onderscheid tussen realiteit en fantasie uit het oog. Kinderporno bestaat, maar niet in Second Life: daar zitten hooguit mensen rond die een wat bizarre fantasie uitvoeren, net zoals je in First Life volwassenen hebt wier grootste seksuele genoegen het is om in luiers rond te lopen. Second Life is fictie, een verbeelde fantasie van volwassenen, een gedeelde tekenfilm.

Wie kinderporno op internet wil vinden, kan beter in Freenet duiken zoals de Nieuwe Revu anderhalf jaar geleden aantoonde: daar wordt vrijelijk kinderporno uitgewisseld, foto’s van echte kinderen die echt worden misbruikt. De overheid heeft er de mond van vol hoe erg kinderporno is maar delegeert het probleem naar de providers, en heeft intussen alle geld en expertise weggehaald bij de dienst die kinderporno moet opsporen en die overgeheveld naar terrorismebestrijding.

Het ergste vind ik dat we steeds maar denken dat kinderporno en kindermisbruik van ‘buiten’ komen. Het is dezelfde denkfout die eerder werd gemaakt rond verkrachting: de overgrote meerderheid van de verkrachtingen worden gepleegd door bekenden. De enge man in de bosjes is vaak fictie. Zo ook bij kinderporno. Justitie rapporteerde in september 2004 dat kinderen in bijna 80% van de gevallen misbruikt worden door daders in de dagelijkse omgeving, vaak het gezin. Slechts in 10% van de gevallen is de dader een vreemde. Kinderporno wordt vrijwel allemaal door vaders, buurmannen, broers en ooms gemaakt. In First Life.

Zeerover beha

Hoewel ik na mijn borstamputatie geen prothese wil, is een beha voor die ene overgebleven borst toch prettig: voor de steun en voor de vorm. Maar op dat vlak is simpelweg niks te koop (*). Vandaar dat ik wat huisvlijt heb betracht. Ik heb een fotoverslag van drie verschillende exercities gemaakt, zodat wie dat wil ook een zeeroverbeha kan maken. Er zijn allerlei constructies qua beha’s, dus ook allerlei oplossingen. Enjoy, en commentaar is zeer welkom.

Als je met je cursor op een plaatje staat krijg je met klik of met een ctrl-klik (view image) een grotere, en dus gedetailleerder foto te zien.

* Inmiddels ben ik erop gewezen dat zowel Lobstar en Lingerie unlimited aangepaste beha’s maken, maar die zijn allejezus duur. Bovendien heb ik allemaal mooie setjes liggen die anders maar zouden verstoffen. Dus hup, het tornmes erin! (Naast juf Engels ben ik van origine ook juf textiele werkvormen. Komt dat toch nog ‘s van pas.)

Voorbeeld 1

Hunkemöller heeft een outlet in Amsterdam West, daar verkopen ze restanten, en daar ging ik grasduinen. Allemaal mooie beha’s gekocht voor zes vijfennegentig enzo, daar kun je je al huisvlijtend geen buil aan vallen. Dit is een van mijn proefkonijnen.
De cup die je kwijt wilt, dien je voorzichtig weg te tornen. Kijk eerst uitgebreid naar de beha: waar zitten alle naden, waar zit de vulling (die kun je dumpen), waar zit het kant (dat wil je houden). Op deze foto is de cup losgemaakt en daarna het kant losgehaald van de cup, en het elastiek aan de zijkant is losgetornd.
De hoogte van de verbinding tussen de cups en de hoogte van het zijstuk is bijna altijd verschillend. Dat verschil moet je zien te overbruggen: het zijstuk speld je wat smaller en dan zet je het losgetornde elastiek daar weer aan vast. Het overtollige schouderbandje zet je langs de onderkant van de zeeroverbra.
Het gat vul je op met het overgebleven kant. Het is een beetje passen en meten, maar je hebt per definitie meer kant over dan het te vullen gat groot is, dus het past altijd :)

Voorbeeld 2

Een heel eenvoudige beha, zonder beugels of echte cup. Alles is van elastisch kant.
Sterker, bij nadere beschouwing blijkt er een elastieken kanten rand onder de beha te zitten en het enige dat je hoeft te doen is met een scherp schaartje de bovenkant los te knippen, en achterop het schouderbandje los te tornen.
Zie je wel?
Klaar in vijf minuten :)

Voorbeeld 3

Deze is lastiger. Weer een beugelbeha, weer veel kant.
De hele cup moet los, alle kantjes en bandjes weg, en dat liefst zonder het kant te beschadigen. Een tornmesje is ontontbeerlijk.
‘t Is soms enorm zoeken waar je het beste kunt beginnen, maar als je eenmaal een naadje open hebt kun je met voorzichtig sjorren en losse draadjes wegknippen een heel eind komen.
Daarna maak je het kant los van de cup, al even voorzichtig.
Hier zie je alle losse stukken naast elkaar: de complete linkerhelft, de zijkant rechts (die nu nog veel te hoog is want ooit verbonden aan de nu overtollige cup), en – in het midden – het losgemaakte kant.
Het kant van de losgetornde cup wordt straks de overbrugging tussen overgebleven cup en de zijkant. Je verstevigt de overbrugging door het overgebleven kant er tegenaan te zetten. Naai dit vast aan de rechtercup.
Het kant aan de zijkant – dat elastisch blijkt – kun je gewoon dubbelvouwen en aan de onderkant vastzetten, dan kom je op dezelfde breedte uit als het middenstuk, waar je op moet aansluiten. Zet het tussenstuk vast aan de halve beha.
Speld de andere kant van het tusssenstuk vast aan de zijkant en pas even: het geheel moet niet de strak zitten, je wilt zo’n ding uiteraard alleen voor het comfort. Als de wijdte goed voelt kun je de handel vastnaaien. Done!

Kreupele knieën

Schets van een knieslotWe gaan steeds verder in onze biopolitiek, in het lichamelijk verankeren van beleidsmaatregelen. De Volkskrant meldde vanmorgen dat er een knieslot is ontwikkeld dat moet voorkomen dat TBS’ers ontvluchten. Het gaat om een ‘uitwendig gewricht’ van titanium dat over de knie wordt bevestigd en dat op afstand kan worden bediend. Als het gewricht via een zender ‘op slot’ wordt gezet, wordt de bewuste knie in buigstand gewrongen en kan de drager niet meer lopen, alleen nog maar kruipen.

Wat een griezelige uitvinding, al was het maar omdat techniek altijd wel ‘s faalt. Falen heeft de neiging tot dramatische consequenties te leiden bij techniek die in of aan je lichaam zit. Mijn vader heeft een elektronische arm, die raakte vroeger altijd ontregeld van de tv en van de hoogspanningskabels op treinstations. In zijn geval betekende het dat alles uit zijn hand flikkerde. In het geval van zo’n knie betekent het dat je ineens omvalt. Op straat kan dat dodelijk zijn. Oh, ‘t is toch maar een TBS’er, who cares.

Bovendien: hadden we niet al de enkelband uitgevonden, die een signaal afgeeft en de politie waarschuwt als iemand zich buiten een bepaald gebied beweegt? Dat ding berokkent tenminste geen fysiek leed.

Kale vrouwen: ‘stress, or a sign of madness’

Naar verluidt heeft Britney Spears van de week haar haar afgeschoren. Nu is ze een ster, en zowat alles dat sterren doen of overkomt wordt breed uitgemeten. Maar met kale vrouwen is iets, dus verschijnen er grote stukken over Britneys actie, ook in serieuze kranten. De Engelse Guardian heeft een lang stuk over kale vrouwen:

With time, a shaven head became fashionable, among men at least, and skinheads eventually lost their shock value. The image of a woman with no hair, however, can still pack a visceral punch. “There are lots of positive connotations in men,” says Alastair Ross, a social psychologist at the University of Strathclyde. “It’s the hair equivalent of joining the Foreign Legion or becoming a monk. It’s having a spring-clean or the sign of a new physical regime. But in women it’s seen as being out of control because it’s outside the normal distribution of hair behaviour.” In other words, baldness is still relatively rare in women, and is generally treated as a sign of crisis or stress – or if it is known to be self-inflicted, a sign of madness.
The Bald Truth, The Guardian, 20 feb. 2007.

Of alle chemodames alsjeblieft hun pruik maar weer willen opzetten.

Landmark: ‘gek van geluk’

logo LandmarkVanavond (22:05 – 22:45) heeft Zembla een uitzending over Landmark, een sekte die een rechtstreekse afstammeling van Scientology is.

“Met steeds meer succes weten organisaties als Landmark en CSA Europe nieuwe cursisten te trekken voor hun groepstrainingen in het zoeken naar een gelukkiger leven. Helemaal ongevaarlijk zijn deze trainingen echter niet. Deelnemers kunnen in ernstige psychische problemen raken en soms komen cursisten zelfs in een acute psychose terecht. Voor de aflevering ‘Gek van geluk’ sprak ZEMBLA met ex-cursisten, een voormalige medewerker en psychiaters over de gevaren van deze trainingen. Ook ging een psychologe namens ZEMBLA naar een training van Landmark en volgde een researcher van het programma zelf een cursus van CSA.” Meer over de uitzending vind je op de website van Zembla.

Ik heb eerder iets over Landmark geschreven voor het blad XL: De Tupperware-handel in geluk (augustus 1999). Mijn stukje kwam me toen op een woedende reactie van Landmark zelf te staan. Gaap. Ja hoor jongens. Wie meer wil lezen over Landmark/CSA verwijs ik van harte naar de uitgebreide pagina’s van De Stelling, die overigens om hun kritische artikelen over Landmark met rechtszaken werden gedreigd. De site geeft tevens een goed overzicht van Landmarks andere dreigementen aan het adres van tijdschriften en journalisten.