Sinds House ben ik een grote fan van Hugh Laurie. Ik moet opbiechten dat ik A bit of Fry & Laurie niet kende, dus ik had werkelijk geen idee hoe grappig die man kan zijn. Op YouTube vond ik allerlei oud Fry & Laurie spul. Hilarisch:
Author: Spaink
Een slechte verhouding
Eerlijk is eerlijk, hij had het aangekondigd. Maar toch was ik er dagen van in de war.
Toen ik in maart vertelde waarom ik niet aan de hormoontherapie wilde – met de herceptin ging het na maanden hardnekkig proberen eindelijk goed, ik wilde niets meer dat mijn hoofd en mijn stemming kon beïnvloeden, en ik was al die medicijnen inmiddels zo ongelooflijk zat – was mijn oncoloog begrijpend. Of ik het goed vond dat-ie er later nog ‘s op terug kwam? Prima, zei ik, als hij het goed vond dat ik bij mijn mening zou blijven. We lachten allebei en dat was dat.
Ik had ‘m onderschat. Hij vertelde dat hoe ouder je wordt, hoe minder chemo doet en hoe meer hormoontherapie. En als ik al dat andere deed – de chemo, de herceptin – waarom dan niet dat minder ingrijpende, juist nu dat ook zoveel kon schelen?
Voor het eerst in het jaar dat hij en ik elkaar geregeld zien, werd ik kregel. Sheesh, had dat eerder gezegd! Dan had ik de chemo misschien overgeslagen en gewoon hormoontherapie gedaan. Als ze toch evenveel uithalen… Maar later, thuis, na dagen denken, wist ik dat dat niet waar is. Voor mij geldt: liever vier maanden chemo en daar een paar maanden van bijkomen dan vijf jaar hormoontherapie.
Het heeft te maken met tijd. Chemo is verhoudingsgewijs kort en tegelijkertijd vreselijk intensief, maar je hebt iets op de horizon waar je naar kunt uitkijken. Nog vier keer, nog twee, nog een, klaar! (Dat het herstellen ervan minstens even lang duurt als de hele chemoperiode had ik toen nog niet door, dat was misschien maar goed ook.) Het heeft ook te maken met heldhaftigheid. Wie aan de chemo is wordt serieus genomen, daar is iets mee, die kan op ieders begrip rekenen. Wie wisselvallig van stemming en stram van lijf wordt door de hormoontherapie niet, of anders gezegd: mensen willen gerust een tijd rekening met je houden maar ook daar zijn grenzen aan. En daarnaast: vijf jaar is gewoon te lang. Ik wil best bijwerkingen ondergaan, maar dan moet er of een tastbare, aanwezige reden zijn; voor preventie heb ik minder over. Held zijn kun je ook niet over zo’n lange periode uitsmeren.
Maar vooral vooral vooral: ik wil zo graag van die behandelingen af, ik wil zo graag daags voor mijn verjaardag de laatste dosis herceptin nemen en dan kankerbehandelingsvrij mijn vijftigste ingaan.
Ik weet het: er is een kans, een kleine kans, dat er nog iets in mijn lichaam zwerft dat me kan doen struikelen. Maar wie weet waren alle eerdere behandelingen genoeg en wie weet volstaat niets. Het is allemaal statistiek, je weet niet in welke tranche jij hoogstpersoonlijk valt. De enige manier om te beslissen is daarom – lijkt me – een afweging tussen consequenties en tijd, tussen belasting en verwachting.
Daarmee valt hormoontherapie af. Vijf jaar verder behandelen, vijf jaar pillen slikken is me simpelweg teveel. Zeker ook omdat vrouwen die zeggen weinig last te hebben gehad van de hormoontherapie bijna onveranderlijk na afloop zeggen: ‘Het was alsof er een deken van me afviel.’ Ze voelen zich, zo denk ik, zoals je je voelt waneer je een verhouding verbreekt die gaandeweg zijn sjeu en kleur heeft verloren. Er waren geen grote ruzies. Er waren geen drama’s. Er was gewoon maar heel weinig mis. En toch voel je je bevrijd nadat je de stap hebt genomen om weg te gaan, en krijgt de wereld ineens meer kleur.
Aan de hormoontherapie beginnen voelt alsof ik met open ogen in een slepende, sleurende verhouding stap. Dan maar liever een risico nemen, en onderweg ongebonden zijn, en met meer kleur.
10 juli 2007 / MC 20 juli 2007
Kim
Vandaag is het precies twee jaar geleden dat KimMijnkat stierf, twee jaar geleden dat ik haar liet doodmaken, twee jaar gelden dat ik haar samen met andere Karin begroef, twee jaar geleden dat Joke me ontredderd aantrof. Vorig jaar ging haar sterfdag wat aan me voorbij, ik zat toen zwaar onder de chemo, maar ditmaal weet ik het allemaal weer precies en mis ik haar. Ter ere van Kim een reprise van een oude column uit Het Parool van 26 juli 2005.
Schrikkelkatje
Gelukkig wilde de dierenarts hier komen. In haar laatste uur wilde ik niet met haar slepen, en als je dan toch dood moet, dan liever thuis. Kim was op: haar achterpoten weigerden steeds vaker dienst, ze was half blind en doof en werd steeds angstiger. Ze was geboren op schrikkeldag in 1984, zij en ik hadden langer bij elkaar gewoond dan mijn ouders en ik. Ze heeft al mijn liefdes overleefd en is ouder dan mijn ms.
… me ernstig afvragen of haar door laten leven voor haar is of voor mezelf. Als ik het nu doe, is dat dan om mezelf de last te besparen van een klagende, zielige kat die soms een uur kan zitten mauwen om ik weet niet wat want alles wat ze zou kunnen willen heb ik gegeven of gedaan? Als ik het uitstel, ontken ik dan dat ze al eigenlijk helemaal op is, omdat ik haar nog niet wil missen? Beter naar haar kijken. Elke dag opnieuw snel, doch goed beslissen. Wijs wezen.
Hoe beslis je in godesnaam voor een ander, ook al is die ander je huisdier? Ze was mijn grens al lang gepasseerd, maar dat was mijn grens. Hoe kom je erachter waar een ander zelf de grens legt? Hoe scheid ik daarbij mijn belangen van de hare? Ik legde mijn dilemma aan de dierenarts voor die haar onderzocht. ‘Liever een week te vroeg dan een paar dagen te laat,’ zei hij, ‘je wilt ze de pijn besparen.’
Raar dat we die regel bij dieren zo makkelijk accepteren. Bij dieren mogen we onze grens opleggen, bij mensen vinden we het normaal hun grens te passeren door die eindeloos te evalueren, uit het oogpunt van onze zorgvuldigheid. De paradoxale overeenkomst is dat in beide gevallen anderen beslissen wanneer je mag gaan, tenzij je zieke lichaam hen te snel af is. In de dood ben je afhankelijker van anderen dan ooit. Katjes kunnen bovendien geen zelfmoord plegen als ze het niet met jouw grens eens zijn.
De dierenarts is het met me eens: Kim is op. Hij legt me precies uit wat hij gaat doen. Ik houd haar in mijn armen als hij haar verdooft en ik probeer rust uit te stralen zodat ze niet bang wordt. Zo lief en gewoon mogelijk doen, voor haar. ‘Moordenaar,’ scheld ik mezelf intussen uit, ‘moordenaar! Kim, ik heb opdracht gegeven je dood te maken,’ en ik voel me schuldig, tegelijkertijd wetend dat als dierenartsen zulke dingen niet mochten doen, ik over een week eigenhandig haar nekje had gebroken omdat ik haar inderdaad de pijn en paniek van een steeds verder opkruipende verlamming wil besparen.
… mensen en katten zijn twee totaal verschillende soorten die over en weer elkaars gezelschap zoeken, zonder horigheid of materieel gewin. Honden laten zich onze wet voorschrijven, kanariepietjes en hamsters zijn afhankelijk en gevangen, maar katten komen uit vrije wil naar ons toe en velen geen dwang. We geven ze voedsel, warmte en veiligheid, we krijgen een warme schoot, kopjes en soms een haal – maar geen van beide partijen is de ander de baas. De twee wilde zwervers die bij me zijn ingetrokken bewijzen het, ze komen en gaan naar het ze belieft, maar steeds vaker zijn ze hier, uit vrije wil. De verhouding tussen mensen en katten geeft me altijd hoop.
Nu ze dood is, lijkt ze nog kleiner dan eerst. Die hele middag aai ik mijn platte, dode katje.
Een beetje vooruitdenken
‘We dreigen aan onze welvaart ten onder te gaan. Welvaartsziekten als hartfalen, longemfyseem, obesitas en ook diabetes steken steeds meer de kop op. De kosten rijzen de pan uit,’ zei Mike Leers vorige week. Hij is voorzitter van zorgverzekeraar CZ. Een oplossing heeft-ie gelukkig ook: ‘Ik zou graag zien dat er eens serieus zou worden gesproken over een bestraffingsysteem.’ Maar ja, dat blijft toekomstmuziek, vreest hij. ‘In de politiek en de maatschappij zijn de geesten helaas nog niet rijp voor zo’n polis.’
Leers onderschat de politiek. De vorige minister van Volksgezondheid was juist een uitgesproken voorstander van zulk beleid. ‘Er bestaat niet zoiets als het recht op een ongezond leven’ zei Hoogervorst twee jaar geleden. ‘Ik vind dat je het niet kunt maken om er maar gewoon op los te leven. Als je dan vervolgens ziek wordt, kun je niet verwachten dat je ongebreideld van onze gezondheidszorg gebruik kunt maken.’
Wat discussie over de ideale polis van Leers lastig maakt, is dat helemaal niet zo duidelijk is wat een gezonde levensstijl is. Geen chocola eten (vet). Wel chocola (helpt tegen een hoge bloeddruk). Geen alcohol drinken (slecht voor je lever). Dagelijks twee glazen wijn (goed voor hart en bloedvaten). Veel bewegen (maar geen sportblessures oplopen).
Ah hebbes! Roken, dat is slecht, dat weten we allemaal. Collega-verzekeraar Agis kondigde in hetzelfde artikel aan een goedkopere verzekering voor niet-rokers te willen ontwerpen, plus een goedkopere vegapolis. Gen vlees eten schijnt ook gezonder te zijn. Slim bedacht, punt voor Agis! Maar iedereen wil uiteraard zo’n goedkope polis. Hoe controleer je of de verzekerden braaf zijn? We moeten toch ‘s overwegen de verzekeraars inzage te geven in de dagelijkse boodschappen van hun klanten. Mag je met zo’n polis-voor-een-prikkie trouwens nog wel samenwonen met een roker, of is meeroken ook frauduleus?
Als we dat principe van straf in de gezondheidszorg gaan invoeren, laten we het dan goed doen. Waarom altijd maar die ene open deur van het roken weer ingetrapt, en bovendien, als je die paffers van hun slechte gedrag afmept, worden ze allemaal negentig in plaats van netjes voor hun pensioen dood te gaan, en zitten ze minstens tien jaar dement in een verzorgingstehuis. Alsof dat niet duur is, nog los van de AOW die ze dan jarenlang gratis en voor niks kunnen scoren. Daarvan rijzen de kosten trouwens ook de pan uit. Nee, laten we nu eens een beetje vooruitdenken.
Zonder harnas in het verkeer: tsja meneer, u weet toch dat u niet tegen een auto bent opgewassen, nee hoor, die dwarslaesie of gebroken heup vergoeden we niet. Een kind met Down? Mevrouw, daar heb je tegenwoordig testen voor. U heeft dit kind zelf gewild, en niet dat wij zo’n leven minder waard vinden, oh gut nee, maar het was uw keus, en om daar nu de maatschappij voor te laten opdraaien… Eigen keuze, eigen schuld. U had een abortus kunnen laten doen, was ook veel goedkoper geweest. Die vergoeden we wel. Uit besparingsoogpunt. U wou niet aan de hormonen na uw borstkanker en nu is-ie terug? Spijtig mevrouw, maar helaas, u staat er verder alleen voor.
Als je de ethiek en solidariteit toch overboord gooit en alles op eigen keuzes laat aankomen, hoort dit er ook bij. Of misschien kun je ziekteverzekeraars dan meteen afschaffen, dat is ook een optie.
Huurmoordenaars lid van Scientology?
Een goede vriend attendeerde me op een curieuze opmerking in een lang artikel in Vrij Nederland over de verhoudingen binnen de Nederlandse onderwereld. In de bewuste passage worden de contacten besproken van ene Peter la Serpe, die er kennelijk samen met ene Ali A. een ‘uitzendbureau voor huurmoordenaars’ op nahield. In die hoedanigheid schijnt La Serpe onder meer Houtman te hebben vermoord. La Serpe schijnt – samen met Jesse R, maar dat is me niet helemaal duidelijk – lid van Scientology te zijn, volgens onderstaand fragment:
Justitie volgt de lijn van de kroongetuige [Peter la Serpe]. Die stelt dat hij en collega-verdachte Ali A. er een ‘uitzendbureau voor huurmoordenaars’ op nahielden. Ondersteunend bewijs vindt het OM onder andere in getapte telefoongesprekken tussen de hoofdverdachten en in observatiefoto’s van ontmoetingen tussen La Serpe en zijn ‘opdrachtgevers’. Bijvoorbeeld in de Rotterdamse discotheek Baja Beachclub, waar Ali A. werd gezien samen met Dino Soerel, de vermeend partner in crime van Willem Holleeder. Daarmee komt een mogelijke rol van de Heineken-ontvoerder ook steeds duidelijker in zicht. Zijn maatje Soerel is volgens Peter la Serpe ‘een soort mentor’ van Ali A. ‘Dino staat hoger in de hiërarchie’, volgens de kroongetuige. Hij zou een dodenlijst bijhouden, met daarop naast eerdergenoemde slachtoffers ook andere potentiële ‘doelen’. Bijvoorbeeld Leen Bosnie, een zakenpartner van wijlen Willem Endstra en volgens justitie een vijand van Holleeder. La Serpe heeft verklaard dat hij samen met Jesse R. tevergeefs deze Bosnie bij diens huis heeft opgewacht. Met Jesse R. heeft La Serpe ook de liquidatie op Houtman uitgevoerd. Justitie wacht op Jesses uitlevering, hij werd dit voorjaar in Marokko gearresteerd. Saillant detail: de beide ‘moordpartners’ zijn volgens de La Serpe aanhangers van Scientology.
Het hele artikel staat hier. Scientology kills, zei een andere site al, maar dat was toch wat anders bedoeld…
Vragen, vragen…
Vanmorgen was ik voor controle bij de oncoloog. Ik was ‘t een beetje vergeten – verdringing heet dat geloof ik – maar hij kwam, zoals-ie eerder had beloofd, terug op de hormonenkwestie. Uit onderzoek blijkt dat bij her2neu-overexpressieve borstkanker tamoxifen te prefereren is. Eerder heb ik een aromataseremmer gehad, waarmee ik ben gestopt toen ik depressief bleek te worden van de herceptin, ik wou schoon schip hebben en eerst mijn hoofd weer terughebben voordat ik weer aan de medicijnen ging (zie klog exit H&H, 26 oktober 2006). Opnieuw beginnen met herceptin ging moeizaam, de eerste paar keer zakte ik steeds weer weg, en nadat dat eindelijk goed ging, heb ik besloten ‘t bij de herceptin te laten en niet aan de hormoontherapie te beginnen (zie column Medisch Contact, Therapietrouw en -scheiding, 30 maart 2007).
Of ik niet toch wilde overwegen tamoxifen te nemen. De bijwerkingen vallen mee, vertelde de oncoloog, en ik zou het anders gewoon eerst een paar weken kunnen proberen om daarna pas definitief te beslissen.
Hij klonk overtuigend. Een extra reden om toch hormoontherapie te doen is dat naarmate je ouder bent, hormoontherapie effectiever is dan chemo in het voorkomen van uitzaaiingen (wat een belangrijke reden waarom chemo boven de zestig zo zelden wordt voorgeschreven).
Dus nu zit ik weer te dubben. Over een week belt de oncoloog me, om verder te praten. Natuurlijk kwamen de goede vragen pas in de loop van de dag op. Hoe gevoelig voor hormonen was die tumor van mij nu precies, bijvoorbeeld, want ook daar heb je gradaties in. In het pathologisch rapport dat ik heb staat alleen een nadere aanduiding van de progesterongevoeligheid – 10% – maar niet van de oestrogeengevoeligheid; daar staat alleen: ‘positief’. Een andere vraag die ik mijn oncoloog had kunnen stellen, was deze: hoe onverstandig zou-d-ie het vinden, op een schaal van 1 tot 10, als ik geen tamoxifen zou nemen?
Maar ik wil zo heel erg niet, alles in me verzet zich tegen elke dag pillen slikken, elke dag opnieuw. Deels is dat omdat ik het afgelopen jaar door schade en schande heb geleerd dat medicijnen zelden alleen iets met je lichaam doen maar dat ze ook je hoofd beïnvloeden: je stemming, je denken, je animo, je gedrevenheid, je esprit. Deels is het omdat ik zo heel graag het einde in zicht heb: zonder hormoontherapie ben ik in december klaar, als ik de laatste dosis herceptin krijg, daags voor ik vijftig word.
Wie de jeugd heeft…
Kinderen moeten beter in de gaten worden gehouden. Minister Rouvoet maakte vorige week het plan bekend om voor elk kind tot vier jaar een ‘risico-analyse’ te maken, die vervolgens wordt bewaard in het elektronisch kinddossier. Alles om te voorkomen dat kinderen ontsporen of thuis iets ergs overkomt.
Onder ‘opvoedrisico’s’ worden onder meer langdurig werkloze ouders geschaard. (Rouvoet bedoelt uiteraard langdurig werkloze vaders, want aan werkende moeders heeft-ie een broertje dood.) Ook echtscheiding is een teken aan de wand. Als je zoekt naar gevaar voor kinderen, kun je heus beter kunt letten op signaleringen van geweld en verwaarlozing dan zoeken naar ouders die een streep zetten onder een ongelukkig huwelijk.
Ook als een kind opgroeit, moet het voortdurend worden gevolgd. En alles over het kind – waaronder buitengewoon veel informatie over de ouders – wordt vastgelegd in dat kinddossier. Hoe doen de ouders het? Heeft het kind ‘foute’ vriendjes? Hoe gedraagt het zich op school? Gaat thuis alles goed? Paps nog steeds aan het werk, mams met de thee thuis?
Aan ouders wordt ‘opvoedingsondersteuning’ beschikbaar gesteld. Ouders die ‘zorg mijden’, worden ‘actief opgezocht’. Zij worden ‘aangespoord’ hulp te aanvaarden of desnoods via de rechter gedwongen mee te werken aan een ‘betere’ opvoeding.
Kinderen onder de zestien moeten alcoholtesten krijgen, voegde de kamer daar deze week aan toe. Wordt een puber op zuipen betrapt, dan wordt dat voortaan door de politie aan de nieuw op te richten Centra voor Jeugd en Gezin doorgegeven.
De PvdA vult aan: ouders van kinderen die op straat voor overlast zorgen, moeten worden gedwongen worden hun kroost na negen uur ‘s avonds binnen te houden. Loopt het kind toch op straat, dan volgt een boete voor de ouders. Het CDA gooit er nog een schep bovenop: zulke ouders moeten voorwaardelijk onder toezicht gesteld worden, dan kunnen ze meteen makkelijker worden gedwongen ‘ondersteuning’ in de opvoeding te aanvaarden.
Achtjarigen moeten bovendien ook voor de rechter kunnen worden gebracht, vindt PvdA’er Depla, en Rouvoet wil daarnaast ‘campussen’ beginnen waar probleemjongeren vier tot achttien maanden worden ondergebracht om ze ‘discipline, regelmaat en structuur bij te brengen. ‘Campussen’, want kampen klinkt zo rot, zeker in verband met de rust, regelmaat en reinheid die Rouvoet wenst.
Het is de oogst van slechts een week kabinetsbeleid. Je vraagt je af naar wie ze hebben geluisterd in die honderd dagen ervoor. Niet naar de ouders in Almere in elk geval, die in 2004 met een voorloper van het elektronisch kinddossier te maken kregen. Via Digidoor werden niet alleen resultaten van Cito-toetsen en dergelijke vastgelegd, maar ook opmerkingen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, de echtscheiding van de ouders, ruzietjes, druk gedrag, blauwe plekken of een bleek smoeltje.
De enige die bepaalde of informatie relevant was, was de leerkracht. Geen enkele aantekening werd door anderen op juistheid gecontroleerd, ouders werden niet over de gegevens geïnformeerd. Het plan was om de dossiers met de kinderen te laten meeverhuizen: van basisschool naar voortgezet onderwijs. Op de informatie in Digidoor stond geen verjaringsdatum. Dat Pietje Jantje een klap had verkocht op zijn zevende, zou Pietje gedurende zijn hele onderwijsperiode achtervolgen.
Monitoren. Via de kinderen informatie over de ouders vastleggen. Ingrijpen. Opvoedingsondersteuning. Ondertoezichtstelling. Kampen. Regelmaat en discipline. Boetes. Achtjarigen voor de rechter. Er is een moment waarop preventie omslaat in dwang en dat punt zijn we vorige week gepasseerd.
Big Brother Awards 2007
Wordt u iedere dag om uw identiteitsbewijs gevraagd? Staan de camera’s nu ook al bij u in de straat? Bent u bezorgd over die chip in uw nieuwe biometrische paspoort in verband met uw aanstaande vakantie? Over de komende bewaarplicht verkeersgegevens op grond waarvan uw bel- en internetgegevens anderhalf jaar bewaard gaan worden? Of misschien heeft u genoeg van de manier waarop een bedrijf, instelling of uitgaansgelegenheid met uw persoonlijke gegevens omgaat, of u blootstelt aan onnodig veel controle? Wees geen hulpeloos slachtoffer maar doe iets terug.
Op vrijdag 21 september 2007 reikt Bits of Freedom voor de vijfde keer de Big Brother Awards uit. Met de Awards worden de persoon, het bedrijf of de overheidsinstelling te kijk gezet die zich het afgelopen jaar te buiten zijn gegaan aan het controleren van burgers en afbreken van hun privacy. Vanaf vandaag kan iedereen nominaties indienen.
Nominaties zijn welkom via info at bigbrotherawards dot nl, bij voorkeur voorzien van uitleg en documentatie. De identiteit en gegevens van de inzenders worden niet openbaar gemaakt. De Awards worden uitgereikt in vier categorieën: personen, bedrijven, overheden/instellingen en voorstellen. Een deskundige jury zal de nominaties beoordelen en de winnaars van de Big Brother Awards kiezen.
De Big Brother Awards 2007 worden georganiseerd door Bits of Freedom en mede mogelijk gemaakt door XS4ALL en De Balie. De uitreikingen vinden plaats op vrijdagavond 21 september 2007 om 20.00 uur, in de grote zaal van De Balie, Amsterdam.
Als alles goed gaat
Morgen krijg ik de tiende dosis herceptin: ik ben over de helft van mijn jaar immuuntherapie, en daarmee nog maar zes maanden verwijderd van het einde van mijn behandelingen. De hormoontherapie heb ik immers in de boom gehangen, dus die vijf jaar pillen slikken blijven me bespaard. Nog zes maanden, dan ben ik van de behandelingen af. Als alles goed gaat.
Alles gaat goed. Mijn werk komt op gang, mijn hoofd is weer van mij, ik kan me steeds beter concentreren. Ik maak plannen: een conferentie in augustus, een pamflet in oktober, een feest in november. Mijn korte haar lijkt inmiddels bijna op een heus krullenkapsel, je ziet steeds minder dat ik recent een zware chemokuur heb gehad. Ik ben verliefd. In het weekend praten we tot diep in de nacht, en zij mist mijn borst evenmin als ik.
Alles gaat dus heel goed. En soms is dat doodeng.
Eind deze maand moet – nee Spaink, hoezo ‘moeten’; onzin, mens wees blij! – deze maand mag ik een contract tekenen. Het is eigenlijk een addendum want het contract had ik al, maar daar stond in dat als ik langer dan drie maanden ziek was, de afspraak verviel. Deze maand teken ik dat we een pauze van anderhalf jaar hebben gehad en dat ik het hele project alsnog ga afmaken. Het betreft een geschiedenisboek dat veel onderzoek en interviews vergt. Ik kon het niet laten: tijdens de contractbesprekingen moest ik het zeggen. ‘Jullie lopen een risico. De kanker kan terugkomen, dan word ik weer ziek en dan valt er uiteindelijk niet heel veel meer te doen dan rekken en weet ik niet of ik het einde van het boek haal. Dan hebben jullie al dat geld voor niks geïnvesteerd.’
Ze lachten dat ik ‘t probleem zo bot op tafel legde. ‘Dan hebben we pech gehad,’ zei er een, ‘dat risico nemen we,’ zei een ander, en alle blikken zeiden: ‘Och Spaink toch. Als dat gebeurt ben jij degene die de pech heeft.’ Kortom, niemand legde me een strobreed in de weg. En ik weet ook wel dat ik ondanks alles de beste kandidaat ben om dat boek te schijven, maar ik vind het niettemin doodeng me aan zo’n lang contract te binden. Tweeëneenhalf jaar vooruitkijken en beloven dat ik dan iets aflever voelt stiekem alsof ik de goden verzoek.
Dat is al een keer grandioos verkeerd gelopen. In april 2005 ging ik, na jarenlang in de WAO gezeten te hebben, weer aan het werk. Ik nam opdrachten aan, blij en soms ook wat bang: zou mijn lichaam het volhouden? Zou de ms zich inderdaad zo netjes koest blijven houden? Zou mijn herstel permanent blijken? Zou ik mijn contracten waar kunnen maken? Warempel, het lukte. In maart 2006 werkte ik gemiddeld bijna vijftig uur per week en het ging geweldig. Ik was de koning te rijk. Alles ging heel goed.
En ratsboem, uit het niets, verscheen toen die kanker, die kutkanker, die sluipmoordenaar die me alles uit handen sloeg. Weer ziek, maar nu anders ziek, bedreigender ziek. Ik had de goden verzocht met dat ene contract voor een geschiedenisboek dat zich over drie jaar uitstrekte, dat ene contract waarbij mijn werk niet bestond uit wat ik op korte termijn kon doen, dat ene contract dat zover naar de toekomst keek.
Alles gaat goed. Als ik naar volgende maand kijk, naar de conferentie in augustus, naar het pamflet in oktober, naar het feest in november, ben ik blij en opgetogen. Maar denken aan januari 2010 doet me denken: als dat maar goed gaat. Maar ik ga wel tekenen.
11 juni 2007 / MC 22 juni / foto: © Jan van Breda
E-mail valt onder briefgeheim – in de VS
Gisteren vonniste een gerechtshof in Ohio dat e-mail, ook als die nog op de server van de ISP staat, onder het briefgeheim valt en met dezelfde waarborgen omkleed dient te worden als andere persoonlijke communicatie, zoals een telefoongesprek. dat betekent dat e-mail alleen door de autoriteiten mag worden opgevraagd wanneer er gerede verdenking tegen iemand is, en aleen na een bevel van de rechter. Een uitgebreid artikel over het vonnis en de achterliggende problematiek verscheen hier. Zie ook het artikel op Planet.
In Nederland valt e-mail niet onder het briefgeheim, ook al zijn er terdege pogingen gedaan dat wel voor elkaar te krijgen. De commissie onder leiding van professor Hans Franke die een grondwetsherziening voorbereidde, meende dat het brief- en telefoongeheim moest worden uitgebreid tot een communicatiegeheim. De redenering erachter was – terecht – dat nu het medium, de brief, gaandeweg vervangen wordt door e-mail, dat nieuwe medium dezelfde beschermimng verdient als de aloude brief. Het voorstel werd afgewezen door achtereenvolgens minister Sorgdrager en minister Donner, en is stilzwijgend de prullebak in gekieperd.
Sommige dingen snappen ze in Amerika toch echt beter dan hier.