‘Fucking cameras! Fucking media!’

(Voor de vaste lezers hier inmiddels oude kost, maar voor de krant nog steeds de moeite waard.)

Nieuws zingt rond, het fenomeen is bekend. Journalisten die elkaar lukraak overschrijven zonder een enkel feit te controleren blijft echter schrikken. Het verhaal: in Bridgend, een stadje in Wales, is een zelfmoordgolf gaande. Afgelopen jaar hebben zeventien tieners zichzelf van het leven beroofd, allemaal door verhanging. De vraag: wat is er aan de hand? Het antwoord: ze steken elkaar aan.

Intussen buitelen de verslaggevers en cameraploegen over elkaar heen in Bridgend. Netwerk – die avond in handen van de broeders van de EO – maakte het vorige week bijzonder bont. De cameraploeg had ‘s nachts een ambulance gezien en stormde erop af. Hadden ze daar wellicht een verse zelfmoord te pakken? Zie je wel dat er iets raars aan de hand was in Bridgend!

Het was geen zelfmoord. Iemand had teveel coke genomen en was er slecht aan toe. De cameraploeg verdrong zich en wou met omstanders praten. Was het niet toch zelfmoord? Wisten de omstanders dat zeker? Tot een jonge vrouw – misschien een bekende van de zieke – begon te gillen: ‘Fuck off! Take your frigging camera’s away and leave us alone! It’s a coke overdose! Fucking media!!’ De ploeg maakte zich uit de voeten en verschool zich in een café. Ze waren nog boos ook dat ze waren weggestuurd.

Dat er gezocht wordt naar antwoorden is begrijpelijk. Zelfmoord roept altijd vragen op, vragen die des te vreselijker blijven wroeten naarmate de zelfmoordenaar je dichterbij stond. Maar wie een antwoord wil, dient eerst zijn vragen helder voor ogen te hebben. En wie heldere vragen wil, moet nagaan wat er echt aan de hand is, niet een andere journalist overschrijven.

De feiten leren dat er weinig deugt van de nieuwsberichten. Bridgend is geen stadje maar een county: er wonen 132.000 mensen; zo ergens tussen het formaat van Leeuwarden en Groningen in. De zeventien zelfmoordenaars van het afgelopen jaar waren niet alleen tieners: hun leeftijd varieerde van 15 tot 27. Afgelopen jaar was er geen piek maar juist een daling van het aantal zelfmoorden onder jongeren: het jaar ervoor waren het er namelijk 28. De politie vertelt keer op keer dat ze op een enkel geval na geen enkel verband tussen de individuele gevallen kunnen vaststellen, geen contacten via internet noch daarbuiten, maar de media blijven zoeken naar een alomvattend antwoord.

Van die copy-cattheorie geloof ik niets. In dat geval – zeker met de huidige, onwaarachtige mediabelangstelling – zouden de cijfers hoger zijn dan in eerdere jaren, en dat zijn ze gelukkig niet. De netwerktheorie is bizar: zowat álle jongeren zitten tegenwoordig op netwerksites, en de zelfmoordcijfers onder jongeren dalen, ook in Wales, ook in Bridgend. Bovendien stelt die theorie zelfmoord voor als een besmettelijk virus, als iets dat van hand tot hand gaat, iets dat verder gezonde en gelukkige jongeren in het verderf stort.

De imitatietheorie veegt al die dode jongeren op een hoop en haalt hun individualiteit weg. Die theorie doet of ze allemaal hetzelfde waren, of er geen verschillen zijn, geen persoonlijke histories, geen persoonlijke problemen die onoverkomelijk leken. Hij ontmenselijkt ze. En hij is smakeloos. Stel je voor: je bent al maanden ongelukkig, je denkt aan zelfmoord en je woont in Bridgend. Hoe kun je in hemelsnaam nog de moed vergaren met iemand te praten? De media hebben je gebombardeerd tot na-aper, tot meeloper. Praten is alleen maar moeilijker geworden.

Vooroordelen

Schuin tegenover me lag een vrouw bij te komen. Net als ik was ze kort ervoor geopereerd, net als ik was ze alleen. Aan alle andere bedden zaten echtelieden, vrienden of familie. Zelf had ik het niet nodig gevonden iemand mee te vragen: de ingreep van die dag was een fluitje van een cent, mijn port-a-cath mocht er eindelijk uit. Ik beschouw mezelf inmiddels, na bijna twee decennia ms en twee jaar kanker, als een doorgewinterd patiënt en een van de consequenties daarvan is dat ik bijna alle ziekenhuisbezoeken en controles alleen afdoe. Maar voor haar vond ik het zielig. Lig je daar alleen in je bedje…

Toen ik weg mocht en in een zijkamertje mijn operatiekleding verwisselde voor mijn gewone plunje – loopstok balancerend tegen een kast, arm moeizaam door een mouw wringend want de verse wond onder mijn sleutelbeen trok – kwam ze vlak na mij de kleedkamer binnen. We raakten aan de praat. Ze bleek zojuist haar om-en-nabije twintigste operatie te hebben gehad – ze was, zei ze eerlijk, de tel een beetje kwijt – en haar carrière als patiënt omspande dertig jaar. Ze was stukken meer doorgewinterd dan ik.

Waarom had ik eigenlijk medelijden met haar gehad? Waarom is het zo verleidelijk om te denken dat jijzelf iets makkelijk aan kan, maar dat datzelfde iets voor een ander vast stukken zwaarder zal zijn? Is dat een poging jezelf groter te maken door anderen als kleiner in te schatten?

Het is een mechanisme dat je vaak ziet. ‘Ik kan uiteraard wel met deze informatie omgaan, maar mijn patiënten / kinderen / lotgenoten kunnen dat wellicht niet, mogelijk interpreteren ze die verkeerd of raken ervan in de war, dus is het maar beter deze informatie niet te publiceren / niet te delen.’ Het komt erop neer dat je anderen tot regel maakt terwijl je jezelf tot loffelijke uitzondering bestempelt. Jij kunt het wel aan. Jij bent verstandig. Van anderen valt dat nog maar te bezien.

Artsen zijn om die reden vaak huiverig voor patiënten die op internet informatie over hun ziekte opzoeken. Ik heb dat altijd onzin gevonden. De gemiddelde huisarts weet ondertussen minder over de laatste ontwikkelingen in de aidsbestrijding dan een mondige aidspatiënt. Het aardige van internet is onderwijl dat er evenveel sceptici posten als kwakdenkers. De snelle discussie in de nieuwsgroepen en op webfora zorgt ervoor dat kaf vlot van koren wordt gescheiden; makkelijker bovendien dan in oudere media. In de Privé, in huis-aan-huis blaadjes en in tv-programma’s bestaat de mogelijkheid om in debat te gaan immers niet, en ook daar worden de meest wonderbaarlijke remedies geclaimd.

Betrouwbare – accurate en actuele – informatie aanbieden is zinnig. De behoefte daaraan is groot bij patiënten en hun intimi. Op het net komen steeds meer plaatsen waar zulke informatie wordt geboden. De pagina’s van De Amazones, voor jonge vrouwen met borstkanker, worden toedienden malen per week geconsulteerd. Zulke cijfers zeggen iets over de bereidheid én de behoefte van mensen om zich te laten informeren.

Wanneer ik zulke dingen beweer over de verstandigheid en het evaluatievermogen van tegenwoordige patiënten, zeggen artsen gewoonlijk tegen me: ‘Ja, maar ji­j bent mondig!!’ Ik ben mondig. Dus ik moet mijn mond houden. Hoe paradoxaal, denk ik dan altijd: door me te vertellen dat ik mondig ben, ontkrachten deze artsen wat ik zeg en ontnemen ze me wat ze me zojuist nog toedichtten. Tegelijkertijd beledigen ze andere patiënten met deze uitspraak.

En nu betrapte ik mezelf op precies zoiets. Zij, die mevrouw daar schuin tegenover me, was zielig, ik – want doorgewinterd – niet. Ze bleek een geroutineerde patiënt te zijn dan ik hoop te worden.

21 februari 2008 /MC, 29 februari 2008

Koshere seks

[Gepubliceerd in Lover, maart 2008.]

Voor me stond een mevrouw die ook een boek kwam ophalen. De bestellingen stonden meters hoog en waren een wonder van inefficiëntie. Ik kon er althans geen systeem in ontdekken: ze stonden niet geordend op naam van de auteur, niet op die van de aanstaande koper en zelfs niet op titel, zodat elke klant de boekverkoper minstens tien minuten klimwerk met een ladder en krukjes verschafte. Er waren momenten dat ik voor zijn botten vreesde.

De mevrouw voor me had haar eigen naam en die van de auteur al gegeven maar dat hielp allemaal niet. ‘Hoe heet het boek?’ vroeg de inmiddels bezwete boekverkoper. ‘Kosher Sex, van rabbi Boteach,’ zei de mevrouw. Ik schrok. Bestond dat, koshere seks? Er ging subiet een licht op bij de verkoper, wat ik kon billijken: zo’n titel blijft je geheid de rest van je leven bij. Hij viste het boek rap van de planken en legde het bij de kassa. Ik keek tersluiks naar de mevrouw. Ze rekende af en ik, na flink wat gymnastiek van de zijde van de verkoper, ook. Einsteins dreams had kennelijk een minder onvergetelijke indruk op hem gemaakt.

Koshere seks. Het enige relevante koshere gebod dat ik kon bedenken was dat je vlees en melk niet mocht mengen – seks met vrouwen die borstvoeding gaven was vast uit den boze. Het onderwerp was bepaald veelomvattender, de rabbi had er maar liefst drie boeken over geschreven: Kosher Sex: A Recipe for Passion and Intimacy, Dating Secrets of the Ten Commandments en The Jewish Guide to Adultery.

Allemaal heel modern. Een beetje dan. Seks voor het huwelijk, nou nee, eigenlijk liever niet, maar seks op zich is uistekend want bindt man en vrouw spiritueel aan elkaar: ‘not just going through the motions but through the emotions,’ geestige woordspeling ook, rabbi! Orale seks is prima (behalve als dat het enige is dat je doet) en seksspeeltjes ook, abortus, hm, eh, nou ja, als de zwangerschap de moeder in gevaar brengt mág het maar anders niet (denk toch aan al die getrouwde joodse stellen die geen kinderen kunnen krijgen), en homoseksualiteit bespreken we maar liever niet. Dat koshere overspel dien je overigens gewoon met je huwelijkspartner te bedrijven, waarbij de truc dan is om te doen of-ie een vreemde is. It’s all in the mind, zullen we maar zeggen.

De hoofdthese van de rabbi: je hebt great sex en kosher sex, en het tweede is the real thing – wat als curieus neveneffect heeft dat great sex stiekempjes wordt neergezet als iets dat niet helemaal deugt. Maar het goede nieuws is dat ook niet-joden aan non-great sex kunnen doen. Koshere seks is zelfs een geweldig middel om te laten zien hoe tolerant het joodse geloof is, legt de rabbi uit. Oh joy. Seks als zendingsmethode, ik geloof niet dat ik die al kende.

Tot mijn verbazing bleken er tientallen sites te bestaan over koshere seks en al lezend kreeg ik nieuw respect voor de rabbi. Echte koshere sex – volgens de talmud, dan – is namelijk aanzienlijk strenger. Vrouwen mogen mannen na het begin van hun menstruatie zeven dagen niet aanraken; een vrouw mag geen nee zeggen tegen sex met haar echtgenoot; homoseksualiteit praktiseren is verboden en lesbiennes mag je kastijden, enzovoorts en zo verder. Rabbi Boteach blijkt een vrijgemaakt gelovige, hij kiest consequent de meest vrije-maar-toch-conservatieve interpretatie uit de torah.

Grasduinend in al die meningsverschillen vroeg ik me af wat nu precies de onderlinge verschillen zijn tussen de seksuele leefregels van strenge katholieken, moslims en joden, meer nog: of die er eigenlijk wel zijn. Als buitenstaander zie ik eigenlijk alleen de overeenkomsten: vrouwen zijn onrein, ze verleiden mannen, het huwelijk heiligt de seks, de vrouw moet haar man ter wille zijn – je ziet het in alle grote religies. En, minstens zo interessant, hoe groot zijn de overeenkomsten in de meer liberale interpretaties van die religies? Welke religie kent de grootste seksuele vrijheden aan haar aanhang toe?

Kan er eens iemand een vergelijkende studie uitvoeren van de seksuele normen van religies? Dan laat ik die voor me op de planken zetten.

6 december 2007 / Lover 2008-1, april 2008

Pauw & Witteman, 22 februari 2008: Bridgend

Ik ben vrijdagavond laat te gast bij Pauw & Witteman om te spreken over de ‘zelfmoordgolf’ in Bridgend en de vraag waarom ik op mijn website (al dik tien jaar, trouwens) een overzicht heb staan van zelfmoordmethodes. Inmiddels blijkt het noodzakelijk te zijn de verhalen in de media te corrigeren:

  • Bridgend is geen ‘stadje’. Het is een county, met circa 132.000 inwoners.
  • Het gaat niet om ‘tieners’, maar om jongeren en volwassenen in de leeftijd van 15 tot 27.
  • Er is sprake van 17 jongeren en jonge volwassenen die zich in het afgelopen jaar van het leven hebben beroofd; dat is geen ‘golf. In 2007 hebben 21 jongeren in Bridgend zelfmoord gepleegd; in 2006 waren het er 28. Het aantal neemt af, niet toe. In heel Wales plegen er overigens 21 jongeren per maand zelfmoord maar dat lijkt verder niemand te interesseren.
  • In de media is geregeld sprake van ‘zelfmoordpacts’, van mensen die elkaar of anderen aanzetten en wat dies meer zij. De politie heeft herhaaldelijk gezegd dat ze geen enkele overeenkomst tussen deze zelfmoorden kan vinden en vraagt iedereen dringend op te houden met dergelijke speculaties.

Praten over een ‘zelfmoordgolf’ en ‘imitatiegedrag’ vind ik bijzonder pijnlijk. Het haalt elk individualisme uit elk tragisch geval en stelt de jongeren in kwestie voor als domme naäpers; adding insult to agony. Uit de pers blijkt dat er een flink scala van priblemen speelde: van ernstige familieomstandigheden tot langdurige werkloosheid, van kapotte liefdes tot veroordelingen wegens geweld. Deze mensen op één hoop vegen helpt niemand en het beneemt je eerder het zicht op de individuele oorzaken, lijkt me. Daarnaast is al dat gehamer op imitatie buitengewoon moeilijk voor al diegenen die op dit moment, of al maandenlang, tobben over zelfmoord en daar wellicht over zouden willen spreken. Want wie nu zijn mond zou willen opendoen, wordt van imitatie beticht. Geen goede basis voor een serieus gesprek over iemands drijfveren en angsten, vermoed ik…

» Uitzending

Hoe word je een guru?

… door slechte journalistiek.

In Engeland heerst momenteel een hysterie over een vermeende zelfmoordgolf onder jongeren. De Daily Telegraph publiceerde daar afgelopen maandag een stuk over en legt de schuld bij — mij. Ze ‘ontmaskerden’ een ‘netwerk’ van mensen die jongeren de dood in praten: ‘suicide gurus’. En ik ben daar een van. ‘Along with two peculiarly named people, Calle Dybedahl and Karin Spaink, he has been identified as one of the internet’s leading suicide gurus.’ Niet dat ik met een van die overleden mensen heb gesproken, hoor. En niet dat ik de andere twee mensen uit dat ‘netwerk’ ken. Ik doe dat namelijk automagisch, netwerker en guru zijn. Via het internet. Zegt de Daily Telegraph.

Volkskrant-journaliste Heleen van Lier belde me erover op en schreef een niet minder belazerd stuk. ‘Op haar website geeft Spaink een opsomming van 41 manieren om zelfmoord te plegen. [..] Zo schrijft ze bijvoorbeeld…’ Ik schrijf helemaal niets, het betreffende stuk is een oude FAQ die op tientallen plaatsen op het net te vinden is, waarin vooral wordt gewaarschuwd voor domme methodes. En dat had ik mevrouw van Lier ook netjes uitgelegd.

Wat die ‘golf’ aan zelfmoorden in Wales betreft, daar heeft columnist Mick Hume een vlijmscherp stuk over geschreven in The Times: A suicide epidemic? Nonsense. Hume laat zien dat de zelfmoordcijfers onder jongeren niet stijgen maar juist dalen en haalt de lijkschouwer uit de regio aan die zegt dat er geen enkele connectie valt te bespeuren tussen de zelfmoorden die tesamen de ‘golf’ moeten vormen. Hume concludeert dat er van hysterie sprake is, niet van een zelfmoordgolf.

Dat heb ik de Volkskrant allemaal verteld. Maar die vond het leuker me ook tot ‘guru’ te bombarderen.

Update, 21 februari:

Vandaag heeft ook de Vlaamse krant De Morgen een groot stuk over de kwestie, waarin de fouten en insinuaties van de Volkskrant domweg worden herhaald. Maar in datzelfde artikel staat ook deze passage:


Maar bewijs voor een zelfmoordpact via het internet, een van de meest geciteerde theorieën in de pers, is er niet, zo benadrukt de politie. “Enkelen van hen gebruikten dezelfde netwerksite, maar er is geen enkele aanwijzing dat ze elkaar er via de site toe aanzetten om zelfmoord te plegen,” aldus hoofdspeurder Dave Morris. “Ik wil een einde maken aan iedere suggestie in de media dat wij een zelfmoordpact of een verband tussen de zelfmoordenaars via internet onderzoeken. Dit waren allemaal jonge mensen met grote problemen zoals afgesprongen relaties of vriendschappen, en familiale problemen,” zegt Morris.’

Dankuwel meneer Morris. Eindelijk een verstandig geluid.

Update 2:

In de Guardian van dinsdag verscheen een stuk van Philip Irwin, een journalist die in Bridgend woont, en die als Samaritaan werkt. De Samaritans onderhouden een zelfmoord-hotline, de man weet derhalve veel van de kwestie en van zelfmoord in het algemeen af. De cijfers in Bridgend zijn niet hoger dan anders… Er is geen golf. Dit schrijft Irwin:

There is no ‘suicide chain’ in Bridgend

For many, the deaths last week of Kelly Stephenson, 20, and Nathaniel Pritchard, 15, confirmed Bridgend in South Wales as the “suicide capital of Britain”. They brought the tally of suicides in the area to 16 since January 2007. However, after three weeks in the spotlight, Bridgend’s residents would be happy to return to relative obscurity. Few of us recognised the media portrayal of a depressed “little village” whose young people had formed an internet “suicide chain”.

Far from being a village, Bridgend has a population of 39,000, with the town of Pencoed (12,000) effectively a suburb. What’s more, of the seven young people whose deaths were originally linked, only one lived in the town. The other six lived in communities in Bridgend county borough (population 132,000), made up of Bridgend, Maesteg and Porthcawl, and the former mining communities of the Garw, Ogmore and Llynfi valleys.

Although Bridgend MP Madeleine Moon vehemently denies the area is depressed, the valleys have certainly struggled to attract new industries. The claimant count in Bridgend is 9%, the second highest in Wales, with many on incapacity benefit.

The original story focused on seven young people, supposedly connected by social networking sites, who killed themselves within 12 months. Yet police are adamant that no link has been found. The sad fact is that 16 suicides among young people in Bridgend in 12 months is no worse than usual. There were 13 suicides by young people in 2007, and 21 in total. In 2006 the total was 28.

I am a local journalist but for eight years have also been the press spokesman for the Bridgend Samaritans. That time has been a steady drip, drip of sad news. One suicide a month in a good year; one every three weeks in a poor one. Men aged 16-35 are most at risk. The profile has been the same for years – young men from poor areas, often with dismal prospects. That might be the reality, but speculation is more exciting. Had he just been dumped? Was he worried about exams? Was he being bullied?

It is telling that Bridgend hit the headlines only when the 13th victim, Natasha Randall, was linked to one of the boys by a photograph. She was pretty girl who, as every report said, had her “whole life ahead of her”. Until then, it wasn’t much of a story.

Kamervragen GroenLinks over kinderpornofilter

Ook Groen Links heeft vandaag kamervragen gesteld, zo lees ik op hun website:

GroenLinks wil dat Nederlandse kinderpornosite beter bestreden worden. Uit onderzoek van publiciste Karin Spaink (het Parool van vandaag) blijkt dat minimaal vier Nederlandse kinderpornosites niet geweerd zijn, ondanks dat het KLPD dit had kunnen doen. GroenLinks vraagt daarom de verantwoordelijke ministers Hirsch Ballin en Ter Horst om opheldering. Kamerlid Naima Azough vraagt tevens of er extra maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat alle kinderpornosites uit de lucht gehaald kunnen worden. Zij stelde hierover de volgende vragen:

  1. Bent u bekend met het bericht uit het Parool van 12 februari dat niet is ingegrepen bij Nederlandse kinderpornosites, terwijl de KLPD wist dat deze bestonden?
  2. Kunt u deze conclusies van het onderzoek van Karin Spaink onderschrijven?
  3. Deelt u de mening dat het niet aanpakken van Nederlandse kinderpornosites buitengewoon onwenselijk is en bovendien zeer schadelijk voor de kinderen die hiervan slachtoffer zijn? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?
  4. Welke maatregelen gaat u inzetten om nu en in de toekomst alle Nederlandse kinderpornosites te blokkeren?

Ik ben niet bepaald blij met deze vragen. Nederlandse kinderpornosites zijn heus niet schadelijker voor kinderen dan Franse, Duitse of Amerikaanse. Het punt is dat ze hier staan en dat Justitie er dan vrij makkelijk iets aan kan doen. Verder geen woord over de 138 Nederlandse sites die op de lijst staan die Matti Nikki heeft gecomplileerd, noch over de allerbelabberdste procedure die nu wordt gehanteerd om een site op de lijst te zetten (namelijk: niet toetsbaar, zonder transparante criteria). Het allerergste is wel dat Azough vraagt om het blokkeren en weren van Nederlandse kinderpornosites, in plaats van bepleit dat die krengen uit de lucht worden gehaald en de eigenaars ervan vervolgd.

Zucht. Ik ben nog wel lid van die club. Hadden ze me niet even kunnen bellen? Of is snel vragen indienen belangrijker dan goede vragen inleveren?

Kamervragen SP over kinderpornofilter

Naar aanleiding van mijn stuk over het kinderpornofilter en dat van Addie Schulte in Het Parool van vandaag heeft Kamerlid Ada Gerkens (SP) de volgende kamervragen gesteld:

 

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Justitie over kinderporno op Nederlandse sites:

  1. Wat is uw reactie op het bericht Politie liet kinderporno lopen?
  2. Klopt het dat er op de zwarte lijst van kinderpornosites van de KLPD minimaal 4 Nederlandse sites staan?
  3. Hoeveel sites staan er op deze lijst en hoeveel sites worden vanuit Nederland gehost? Hoe wordt deze lijst samengesteld?
  4. Hoe lang staan de Nederlandse sites al op de zwarte lijst? Hoe zijn deze hierop terecht gekomen?
  5. Klopt het dat er bij twee sites zeker sprake is van kinderporno?
  6. Sluit u uit dat er op deze lijst ook sites staan waar geen kinderporno op staat? Hoe wordt dit gecontroleerd?
  7. Hoe kan het dat deze sites wel bekend zijn bij en onderzocht zijn door de KLPD, maar hier niet tegen opgetreden wordt?
  8. Bent u bereid strafrechtelijke stappen te zetten tegen deze sites en hosting providers? Zo nee, waarom niet?
  9. Hoe gaat u bewerkstelligen dat in de toekomst Nederlandse sites direct aangepakt worden?
  10. Kunt u vertellen hoe het staat met het overleg tussen u en de providers over het blokkeren van kinderpornosites? Is deze berichtgeving voor u aanleiding om toch een justitiële toets in te voeren op de lijst? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Natuurlijk zijn dit vragen die allemaal gesteld hadden moeten worden bij de eerste besprekingen van het kinderpornofilter, maar ja, beter laat dan nooit….

Child pornography: fight it or hide it?

[translation of my column for Het Parool: Kinderporno: niet bestrijden maar verstoppen of February 19, 2008.]

Last year October, Dutch Parliament demanded that the Department of Justice would legally bind ISPs to implement a filter that would block sites containing child pornography. ‘Providers can no longer look the other way; they should be forced to take their social responsibility. It is an outrage that they don’t comply voluntarily,’ member of Parliament Van der Staaij said during the debate. (Webwereld, October 4, 2007).

Most child porn sites, the argument holds, are hosted in countries that fail to take action against child pornography; Eastern Europe and Russia are often cited as the culprits. Thus, the only way for ‘proper’ European countries to get rid of such sites is by filtering them.

In the Netherlands, UPC is the only provider who has implemented a child porn filter. UPC subscribers who try to access a filtered site are presented with an ominous warning on their screen: STOP. Your browser tried to access a page that is being used to distribute files that depict the sexual abuse of children. This is illegal under article 240b of the Dutch Criminal Law.

UPC uses a blacklist that has been compiled by the National Police Forces (KLPD). All other providers have refused, arguing that the list has not been reviewed and that the criteria whereby a site gets blacklisted are unclear and not open to any kind of public scrutiny. There is no method to check whether nasty but legal sites are blacklisted as well, or to check that it is only child porn that is being filtered. Furthermore, filtering doesn’t solve the problem; blacklisting merely hides child porn sites, while the objective should be to shut them down and to arrest the people maintaining them. Only when there is a solid procedure to establish which sites should be blacklisted and there really is no other method of intervention – for instance, when such a site resides outside of Europe and the US – will they consider implementing a child porn filter.

Dutch Parliament called this stance ‘reprehensible’. Child pornography is the ultimate crime; thus, it merits strong measures. The KLPD is just as impatient with the ISPs as Parliament is. As their spokesman Kraszweski stated: ‘The ISPs have the power to do something against child porn sites, but they keep coming up with arguments why they shouldn’t. But we’re taking about child pornography, it’s almost a moral obligation to comply.’ (Webwereld, November 7, 2007).

ISPs in other European countries have implemented a child porn filter too. In Finland, for instance. And in Finland it’s also completely unclear what is being filtered. Matti Nikki tried to find out. He clicked his way through an endless series of sites and was thus able to compile a list of more than one thousand blocked sites, and published it.

His list contains 138 Dutch web sites. Uhm, Dutch sites? But isn’t the Netherlands part of Europe? Can’t – no, shouldn’t – Finland do more than just block them? Why don’t they report these sites to the proper Dutch authorities, so that they can take the appropriate measures, close them down and bring their owners and maintainers to court? Or does Finland perhaps maintain a much stricter definition of what establishes child pornography?

This weekend, I examined the first 40 Dutch sites on the Finnish blacklist. There was a lot of nasty stuff. Sometimes, their legal status was difficult to assess: Dutch law states that it is illegal to distribute pictures of children under eighteen engaged in sexual acts or posing in a sexual way; but age is not always easy to ascertain. However, I encountered numerous pictures of children aged ten or twelve in lurid poses, or fucking or sucking. Obviously child porn, obviously illegal, also under Dutch law. Almost all the sites involved are openly hosted at two Dutch providers, Leaseweb and Webazilla; companies that are easy to find and whom you can serve with a legal notice to shut down a site and to hand over information about the site’s owner.

Then, I checked the same sites via a UPC connection. Part of the sites that Finland labels as child porn sites are accessible via UPC, which means that they are not on the Dutch blacklist. `Evidently, the Fins and the Dutch authorities disagree spectacularly on what qualifies as child pornography, which, in turn, is another reason for ISPs to demand to know on the basis of which criteria the lists are compiled. If specialised police squads can’t figure out which sites should and which sites shouldn’t be blocked, how can a provider make a responsible choice?

Using UPC, I ran into ten blocked sites. One of them did no longer exist, one of them is hosted in the UK, four of them are in the US, and four are hosted in the Netherlands: two at Leaseweb, and two at Webazilla. And again, there was this quaint randomness: I could access plenty of sites that did not differ fundamentally from those that are being blocked. This child porn filter is a weird and unfathomable hodgepodge.

England, the US, and the Netherlands. Again: what was the reason to filter these sites? ‘These sites usually cannot be shut down by the police, because they are often hosted in countries that we have no legal liaisons with.’ (Webwereld, March 23, 2007) Since when are Haarlem and Utrecht located in Russia and out of Dutch jurisdiction?

Critics of child porn filters have said it before: the authorities should not focus on blocking such sites, but on shutting them down. Filtering them away is window dressing, mere show. Blacklisting them does not equal doing something about them, and it sure as hell doesn’t stop the abuse of children. It just prevents us from acknowledging it and from understanding that it is still happening.

The actual reality turns out to be even worse. The Dutch child porn filter contains Dutch child porn sites. To state it bluntly: the Dutch KLPD and the department of Justice are clamouring for a law that will oblige ISPs to make their own insufficiency invisible to the general audience.

According to the KLPD, Leaseweb and Webazilla host child pornography. In that case, they had better do something about it and serve Leaseweb and Webazilla with orders to shut down these sites. Surely, the KLPD and the Department of Justice shouldn’t expect ISPs to do their cleaning for them.

Kinderporno: niet bestrijden, maar verstoppen

In oktober vorig jaar riep een kamermeerderheid de minister van Justitie op om providers wettelijk te verplichten kinderpornosites te blokkeren. ‘Providers moeten niet langer wegkijken en dienen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Het is schandelijk dat ze dit niet doen’, zei SGP-kamerlid Van der Staaij in dat debat. (Webwereld, 4 oktober 2007)

Veel kinderpornosites, zo gaat het verhaal, staan in landen waar te weinig tegen kinderporno wordt gedaan: Oost-Europa en Rusland worden meestal als de boosdoeners genoemd. Omdat internet nu eenmaal een internationaal medium is en zulke illegale sites daarom eenvoudig in Nederland zijn te bekijken, is filtering de enige manier om ze te weren.

In Nederland is UPC de enige provider die zo’n kinderpornofilter hanteert. Wie een UPC-verbinding heeft en een dergelijke site wil bezoeken, krijgt een omineuze waarschuwing op zijn scherm: STOP. Uw browser heeft geprobeerd een pagina te benaderen die wordt gebruikt voor de verspreiding van bestanden waarop seksueel misbruik van kinderen is afgebeeld. Dit is strafbaar gesteld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

UPC gebruikt een lijst die is opgesteld door het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Andere providers houden tot nu toe de boot af. Ze stellen dat de lijst niet is getoetst door de rechter en de criteria voor opname op de lijst niet openbaar en niet toetsbaar zijn. Bovendien zet filtering weinig zoden aan de dijk: een site wordt er alleen onzichtbaar van, terwijl de inzet natuurlijk zou moeten zijn om de makers ervan op te pakken. De providers zijn daarnaast bevreesd dat er na verloop van tijd ongewenste, maar niettemin legale sites op dergelijke lijsten zullen verschijnen. Pas wanneer er een fatsoenlijke procedure is om dergelijke sites op illegaliteit te toetsen, en wanneer evident is dat echt niet ingegrepen kan worden – bijvoorbeeld omdat zulke sites zich buiten Europa of de VS bevinden – willen de providers zo’n filter overwegen.

Hun houding wordt door de Tweede Kamer als ronduit verwerpelijk beschreven. Kinderporno is immers zo erg, daar moet je alles tegen doen. Ook de KLPD is bepaald ongelukkig met de weigerachtige houding van de ISPs. KLPD-voorlichter Kraszweski; ‘De providers hebben op dat moment de macht om iets te doen aan sites met kinderporno, maar de providers komen dan steeds met andere principiële bezwaren waarom ze dat niet willen. Maar we hebben het hier over kinderporno en vinden het bijna een morele verplichting om dat wel te doen.’ (Webwereld, 7 november 2007)

Ook andere Europese landen voeren zo’n kinderpornofilter. Finland, bijvoorbeeld. Ook daar is onduidelijk wat er wordt geblokkeerd. Voor de Fin Matti Nikki was dat reden om uit te zoeken welke sites er precies in zijn land worden weggefilterd. Door eindeloos sites op te zoeken kwam hij tot een lijst van ruim duizend geblokkeerde sites.

Op zijn lijst staan 138 Nederlandse websites. Nederlandse websites? Die vallen onder de Europese wetgeving, daar moet Finland toch meer mee kunnen doen dan ze alleen blokkeren? Doorgeven aan de Nederlandse autoriteiten, bijvoorbeeld, zodat die maatregelen kunnen nemen en de bewuste sites uit de lucht kunnen halen en de verantwoordelijken voor de rechter kunnen brengen? Of zou Finland wellicht een veel strengere definitie van kinderporno aanhouden dan Nederland?

Afgelopen weekend heb ik de eerste veertig Nederlandse sites van de Finse lijst uitgebreid bekeken. Er staat veel vunzigs op. De leeftijd van de afgebeelde kinderen is soms op het randje (Nederland legt de grens voor kinderporno bij kinderen onder de achttien), maar geregeld zijn er plaatjes van kinderen van tien of twaalf jaar oud die masturberen, seks hebben of buitengewoon uitdagend poseren. Kinderporno en dus strafbaar, ook volgens de Nederlandse wet. Vrijwel al die sites staan open en bloot bij twee Nederlandse hosting providers: Leaseweb en Webazilla, bedrijven die makkelijk zijn te vinden en die je zo een gerechtelijk bevel onder de neus kunt duwen om de betreffende site te sluiten en de gegevens van de eigenaars aan justitie te overhandigen.

Diezelfde sites heb ik daarna via een UPC-verbinding bekeken. Een deel van de sites die Finland als kinderporno beschouwt, is via UPC gewoon te bekijken en staat dus niet op de KLPD-lijst. Kennelijk is er zelfs tussen Europese politiediensten onderling geen overeenstemming over wat wel en wat niet als kinderporno moet worden beschouwd – een constatering die de ISPs in Nederland die weigeren om de KLPD-lijst blindelings te hanteren, gelijk geeft. Als de politiediensten zelf al ruziën wat wel of niet moet worden geblokkeerd, hoe kan een provider dan de goede keuzes maken?

Via UPC stuitte ik op tien geblokkeerde sites. Eén ervan bestond helemaal niet meer, eentje bevindt zich in Engeland, vier staan op servers in de VS, en vier staan in Nederland; twee bij Leaseweb, twee bij Webazilla. Opmerkelijk was – alweer – de willekeur. Sites die niet fundamenteel afweken van door UPC geblokkeerde sites, kon ik, ook via UPC, gewoon zien. Dat kinderpornofilter is een vreemd ratjetoe.

Engeland, Amerika en Nederland. Wat was ook alweer het argument om dergelijke sites te filteren? ‘De sites zelf kunnen veelal niet door de politie worden afgesloten, omdat ze zich vaak bevinden in landen waar geen justitiële contacten mee zijn.’ (Webwereld, 23 maart 2007) Sinds wanneer liggen in Haarlem en Utrecht in Oost-Europa of Rusland?

Critici van het kinderpornofilter hebben het al eerder gezegd: de inspanning van de KLPD zou er niet op gericht moeten zijn om zulke sites uit het zicht te halen, maar om ze te sluiten. Een kinderpornofilter voeren is etalagepolitiek. Dat je troep niet langer kunt zien, betekent niet dat-ie weg is, en het blokkeren van sites helpt geen zier tegen kindermisbruik.

De werkelijkheid blijkt helaas een graadje erger. Het Nederlandse kinderpornofilter bevat Nederlandse kinderpornosites. Anders gesteld: de KLPD en de minister van Justitie willen de ISPs in Nederland verplichten de onmacht van de KLPD en justitie te maskeren.

Volgens de KLPD huisvesten Leaseweb en Webazilla kinderporno. In dat geval dient justitie in te grijpen: die sites uit de lucht te halen en de eigenaars te vervolgen. In geen geval horen ze UPC in te zetten om de sporen van hun onmacht weg te poetsen.

(Met dank aan Joris van Hoboken)
 

Reacties

Parool-journalist Addie Schulte heeft gisteren de betrokkenen om commentaar gevraagd. Bij deze zijn artikel over de kwestie.

» Politie laat kinderporno lopen

AMSTERDAM – Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) heeft Nederlandse kinderpornosites ongemoeid gelaten, terwijl ze van het bestaan ervan op de hoogte was. Dat blijkt uit onderzoek van Parool-columniste en publiciste Karin Spaink. Het KLPD hanteert een zwarte lijst van kinderpornosites. Die lijst wordt ter beschikking gesteld aan internetproviders die daarmee kunnen verhinderen dat hun klanten deze sites bezoeken. Twee providers gebruiken deze lijst.

Volgens woordvoerder Ed Kraszewski van het KLPD staan er alleen buitenlandse kinderpornosites op de lijst. ‘Nederlandse sites kunnen we aanpakken.’ Als een kinderpornosite bij een Nederlands bedrijf is ondergebracht, werken internetbedrijven mee om die zo snel mogelijk te verwijderen, aldus Kraszewski.

Hoewel de lijst geheim is, is Spaink er via een omweg achter gekomen dat op de lijst van het KLPD zeker vier Nederlandse sites staan. Deze sites zijn ondergebracht bij twee zogeheten hosting providers, bedrijven die websites toegankelijk maken. Het gaat om Webazilla uit Utrecht en Leaseweb uit Haarlem. Op de sites zijn jonge meisjes en jongens te zien in allerlei poses, van Wehkamp-achtige foto’s tot seksuele handelingen. Het KLPD oordeelt dat het bij twee van deze sites zeker om kinderporno gaat, bij de twee andere wordt dat onderzocht.

Volgens Kraszewski waren de sites bekend onder andere namen, waardoor onduidelijk bleef dat ze ook bijNederlandse bedrijven onderdak hadden gevonden. ‘We beschikten over andere adresgegevens,’ aldus Kraszewski. ‘Dit soort sites duiken steeds onder andere namen.’ ‘We zijn een zeer grote hostingprovider, dan ontkom je hier niet aan,’ zegt directielid Laurens Rosenthal van Leaseweb. ‘Maar deze mensen zijn in staat om in vijf minuten een nieuwe site de wereld in te slingeren.’

 
Vervolg (18 april 2008)

Leaseweb heeft deze week maatregelen genomen om zelf na te gaan of er kinderporno bij hun klanten staat. Inmiddels heeft de provider vijf dubieuze sites verzocht hun biezen te pakken, blijkens een persbericht dat het ANP gisteren publiceerde. Zelf denk ik dat daar de oplossing niet ligt: de KLPD moet kinderpornosites actiever monitoren en meteen ingrijpen als een dergelijke site naar Nederland of een ander Europees land verhuist: collega-diensten in andere landen waarschuwen, gegevens over de eigenaars opvragen bij de provider, betalingen traceren en de makers zien op te pakken. Providers zijn geen politie-agenten en niemand verwacht van hen dat ze een dergelijke rol op zich nemen. Sterker, in veel gevallen is dat ongewenst.

» LeaseWeb grijpt zelf in bij kinderporno

AMSTERDAM (ANP) – LeaseWeb, het grootste hostingbedrijf van websites in Nederland, gaat tijdelijk zelf actie ondernemen tegen de verspreiding van kinderporno op het internet. Het bedrijf heeft deze week vijf dubieuze maar niet strafbare sites te verstaan gegeven zich terug te trekken, zegt LeaseWeb-directeur Con Zwinkels donderdag.

Het is voor het eerst dat LeaseWeb via een interne beoordelingscommissie zelfstandig sites beoordeelt en daarop actie onderneemt. Zwinkels: ‘Volgens Europese richtlijnen is dit verboden. Zonder juridische onderbouwing mogen we eigenlijk geen websites van internet halen. Feitelijk komt dit neer op internetcensuur, vergelijkbaar met landen als Birma, China en Cuba, maar wij zien ons ertoe genoodzaakt vanwege toenemende druk vanuit de media en Meldpunt Kinderporno. Het is kiezen tussen twee kwaden.’

Tot dusver deed het bedrijf, dat op zijn servers ruimte biedt aan meer dan twee miljoen websites uit binnen- en buitenland, dit in samenspraak met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Momenteel krijgt LeaseWeb zo’n twee tot drie meldingen per week van kinderporno. ‘Daarop wordt in overleg met de KLPD altijd direct actie ondernomen, maar niet alle twijfelachtige sites met afbeeldingen van kinderen kunnen door het KLPD worden aangepakt omdat het ontbreekt aan een adequate juridische basis’, aldus Zwinkels.

Eind deze maand gaat LeaseWeb om tafel met het Meldpunt Kinderporno, dat meldingen omtrent kinderpornografisch materiaal registreert. Het bedrijf beraadt zich op structurele stappen die nog verder gaan dan de maatregelen die justitie en politie momenteel nemen om kinderporno op het internet te bestrijden. Zwinkels zegt dringend behoefte te hebben aan meer informatie van het Meldpunt, ten einde maatregelen te kunnen nemen. ‘Maak inzichtelijk waar het om gaat, geef ons een lijst. Als wij niet horen wat er mis is, kunnen we ook geen actie ondernemen.’ Het huidige protocol bij het bedrijf is dat sites die evident strafbaar materiaal verspreiden door LeaseWeb zelf op zwart gezet worden. De politie wordt daarover ingelicht. Vaak gaat het echter om twijfelachtig materiaal – niet ieder plaatje of filmpje van blote kinderen, hoe smakeloos soms ook, valt binnen de strafbare categorie. In dergelijke gevallen legt LeaseWeb een en ander voor aan de specialisten van het KLPD.

‘Iedereen is het erover eens dat dit verschijnsel bestreden moet worden’, zegt Zwinkels. ‘Wij hebben er ons altijd verre van gehouden om zelf te beoordelen, dat is een taak van Justitie en het KLPD. Gezien de zwaarte van het onderwerp en de ermee gepaard gaande emoties hebben we in elk geval tijdelijk besloten dat wel te doen.’ Zwinkels wijst erop dat de definitieve oplossing gezocht moet worden in (internationaal geldende) wetgeving, die zijns inziens op dit moment hiaten vertoont. ‘Pas als minister Hirsch Ballin hierin zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, zullen wij onze interne beoordelingscommissie binnen LeaseWeb weer kunnen ontbinden.’

Zwarte lijsten van professionele aanbieders van kinderporno zijn moeilijk actueel te houden, schreef minister Ernst Hirsch Ballin eerder deze week in een brief over cybercrime aan de Tweede Kamer. Om ongrijpbaar te blijven, wisselen de aanbieders veelvuldig van hostingprovider, wereldwijd. Volgens de bewindsman kan dit verklaren waarom bij Nederlandse hostingbedrijven sites met kinderporno terug te vinden zijn. Hirsch Ballin maakte deze week tevens bekend dat hij een aantal internetproviders bereid heeft gevonden sites met kinderporno te blokkeren aan de hand van webfilters. Tot dusver deed alleen provider UPC dat.

*bloos*

Gisteren was de uitreiking van Het Roze Lieverdje, een tweejaarlijkse prijs ingesteld door GroenLinks voor mensen die zich hebben ingezet voor seksuele diversiteit. En ik heb ‘m gewonnen :) Daar had ik eerlijk gezegd niet op gerekend, zodat ik met mijn mond vol tanden stond toen ik daarna iets mocht zeggen.

De publieksstemming had ik ook gewonnen maar met die stemming was zoveel gerommeld – geregeld ging een van de kandidaten in een enkele nacht ineens ruim honderd stemmen omhoog – dat ik daar niet al te veel waarde aan had gehecht. Bovendien was het verschil met de andere kandidaten – Krzysztof Dobrowolski-Onclin en Marjan Sax – minimaal, het ging om enkele procenten.

Uit het juryrapport:


Karin heeft zich in woord en geschrift ingezet voor homo- en andere seksualiteit, voor alle genders enz. Bovendien is zij actief (geweest), vaak ook als bestuurslid in vele homogerelateerde organisaties. Zij heeft strijd gestreden tegen de Scientology-kerk, voor emancipatie van seksuele diversiteit in de meest brede vorm: juist ook voor transgenders, voor seksfeesten. Zij is de verpersoonlijking van de bevrijding van de seksualiteit. Ook biseksualiteit is niet het vakje waarin ze zou passen. Van alle kandidaten is zij bij uitstek seksueel divers. Haar leven is te beschouwen als een continue coming out. Ook met de manier waarop zij omgaat met haar ziektes MS en kanker is zij baandoorbrekend. Zij stelt zich kwetsbaar op, laat foto’s publiceren van haar afgezette borst. Haar strijd voor privacybescherming is uniek in Nederland en sluit naadloos aan bij het gedachtegoed van GroenLinks.

Ik moest erg blozen. Er waren erg veel fotografen die maar bleven klikken, ik kreeg er een heus Oscargevoel van.