‘t Gaat allemaal goed, inclusief wennen aan alle veranderingen, tot en met mijn kale hoofd – van de week merkte ik dat ik niet steeds meer ‘kop’ zei, wat ik eerder wel deed als ik het over mijn aanstaande kaalheid had – maar ik ben wel erg moe. Woensdagavond viel ik tot twee maal toe in slaap tijdens de lezingen op GameZone, gisteravond viel ik in slaap bij een film, en vanmiddag ben ik om vier uur weggegaan van mijn werk omdat ik zowat omviel van de slaap.
En ik merk dat het kankerdenken begint: bij alles dat anders is dan normaal word ik vagelijk ongerust, gelukkig niet heel erg, en vraag ik me eventjes af of het soms door de chemo of door de kanker komt. Moe? Oh misschien heb ik wel bloedarmoede. Of: als mijn leuco’s maar niet te laag zijn, dan mag ik woensdag niet aan de chemo. Zere heup? Oh jee, als dat maar geen botontkalking wordt. Zenuwpijn onderaan mijn rug? Hm, nee, niet gaan piekeren, ik heb geen uitzaaiingen in mijn botten, dat kan nu nog helemaal niet.
Vroeger had ik gedacht: moe? Kind, vroeg naar bed jij! Want moe zijn is natuurlijk volstrekt normaal na alles wat er de afgelopen weken is gebeurd – twee operaties in anderhalve maand tijd; twee keer volledige narcose, een kutdiagnose, chemokuur, haar eraf, bobbel van de PAC, belangrijke opdrachten moeten afzeggen. Ondertussen tracht ik mijn leven zoveel mogelijk als vanouds in te kleden, en ook dat kost een boel energie. Laat ik vanavond maar ‘s vroeg naar bed gaan en dan morgen ferm uitslapen.