Je schijnt te moeten terug- en voorblikken op Oudjaar, maar dat doe ik zelden. Vooruitkijken doe ik immers altijd al en de dag die ik gewoonlijk reserveer voor het omzien is mijn verjaardag – wat feitelijk om het even is, ik ben namelijk eind december jarig, laat me even rekenen, zesenveertig al, ja dank u!, nee het grijs camoufleer ik tegenwoordig, op die ene lok na dan. Maar bij deze dan: omdat het de eerste keer is in mijn twaalf Parooljaren dat ik precies op Oudjaar mag schrijven.
‘You play. You win, you lose. You play,’ schreef Jeanette Winterson ooit. Een mooi motto. Haar opmerking herinnert me eraan dat je gerust hoog spel mag spelen zolang je er maar rekening mee houdt dat je kunt verliezen, en vooral dat het spel zelf de moeite waard moet zijn want tot uitsluitend winnen komt het toch nooit, en voor een balans tussen winst en verlies doe je het evenmin (dat is immers niets dan een pas op de plaats, oftewel stilstand).
‘You win, you lose.’ Ik heb dit jaar een lief verloren, uit eigen beweging weliswaar, maar toch was ‘t je reinste poker: je weet wel waar je niet meer tegen kunt, maar nooit hoe je je zult voelen als je je daar eenmaal van hebt ontdaan. Zeker in de liefde niet: want juist de kleine dingen die zo gewoon-vertrouwd zijn geworden blijken later de grootste schatten, wier flonkering je alleen maar ontging omdat je er te lang te dicht met je neus bovenop zat. Tot mijn verrassing mis ik mijn lief amper. Ik mis hem nog het meest als we elkaar weer zien en het heel vanouds is, zonder de latere stenen des aanstoots erbij die we op elkaars weg hebben gelegd. Dan krijg ik plots heimwee. Verder zit er een troostende symmetrie in komen en gaan: toen lief kwam werd mijn hoofd op stelten gezet (en leerde ik afscheid te nemen van oud vuil en zeer), nu lief weg is gebeurt hetzelfde, ook met mijn huis (ik heb ‘t opgeknapt en van oude gebreken ontdaan).
‘You win, you lose.’ Ik ben een broertje kwijt en vrienden rijker. Mensen kun je niet van elkaar optellen of aftrekken, zodat een verandering in de kring van intimi en getrouwen nooit op gelijkspel uitkomt maar altijd winst en verlies blijft zonder enige vereffening. Wat ik wel heb geleerd is om te spelen: bijwijlen een risico te nemen, met kans op verlies, gokkend op verbetering of verdieping. Dat pakt vaker goed uit dan de vrees voor risico’s ingeeft, maar daar dient angst dan ook voor: een mens behoudend te maken. Dat vrienden verliezen hebben geleden, vind ik erger: vooral omdat zodra leed een ander treft je zo machteloos aan de zijlijn staat en niets kan dan steun en troost bieden, of soms – hopelijk – een wijs woord. Anders gezegd: in hoe je eigen leed afhandelt kun je tenminste nog kiezen, bij dat van je vrienden slechts delen.
‘You win, you lose.’ Het enige spel dat me echt beangstigt is dat van de politiek. Daar lijken ze steeds meer om de knikkers te spelen en te vergeten dat alles wat ze doen, echte mensen raakt, wezens van vlees en bloed. Balkenende kleedt de verzorgingsstaat uit, intussen ontkennend dat die al sinds de jaren tachtig (Wiegel en Van Agt) met de kaasschaaf en de buikriem onderhanden is genomen. Elf procent van de mensen in Nederland leeft momenteel onder het bestaansminimum zei de radio laatst, en ik was van schrik een uur stil. Dat is geen spel meer, dat is erop of eronder, en een griezelig, heilig geloof in zelfredzaamheid ook voor hen die zijn uitgerangeerd. Bovendien pokert het kabinet met andermans geld en bestaan. Dat heet niet: gokken, dat heet: vals spelen.
‘You lose.’ Waar ik me niet over verbaas is dat de actie van de kunstenaar die nep-overheidsformulieren voor de aangifte van illegalen rondstuurde, op woede stuitte. Sterker, ik was blij met die boosheid: die toont dat veel mensen mededogen en fatsoen in hun donder hebben. Waar ik van schrok is dat veel mensen het bewuste formulier getrouw accepteerden. Dat zegt namelijk dat ze er niet van opkijken dat de Nederlandse overheid zo’n melding van ze zou vergen. Hun gelatenheid over dat nepformulier is de grootst denkbare motie van wantrouwen tegen het kabinet: van hullie daar kun je kennelijk alles verwachten.
Als gelatenheid de overhand neemt in de politiek, verliezen wij het allemaal. Politiek is geen spel van hullie daar. Wie niet meespeelt, verliest per definitie.