Vlak na Dodenherdenking passeer ik de Dam altijd langzamer dan anders: vanwege de sfeer van Dodenherdenking zelf die het momument nog voelbaar aankleeft, om de bloemen te bekijken, nu zonder poeha van mensen in uniform eromheen, en ook: om die twee minuten van 4 mei stilletjes nog wat op te rekken, want twee minuten is nooit genoeg.
Vanavond stonden er mensen rondom de hekken die de bloemen beschermden. Hekken? Die zijn er anders nooit, realiseerde ik me. Zoveel mensen om ze te bekijken al evenmin. Wat nog meer opviel was dat er vuur tussen de bloemen brandde: vlammen van kaarsen. Ik was zo verbaasd dat ik mijn autootje stilzette en uitstapte om te gaan kijken.
Langs de hekken lagen bossen bloemen opgedragen aan Pim Fortuyn. De kransen die er hoorden – die van Beatrix, van de gemeente Amsterdam, van Joodse en verzetsorganisaties – waren weggehaald: de standaards op de bovenste trap van het monument waren allemaal leeg. Vlak voor die lege standaards lag een rij bloemen, sommige met linten in driekleur. Pal achter het hek: een nog dikkere rij bloemen, gelardeerd met kaarsen. Tussen de bovenste rij zag ik een lint met iets van ‘Pim’ erop. De laagste rij zei overal ‘Fortuyn’. Een agent surveilleerde de blommen.
Wat nu? Waren de dodenherdenkingbloemen weggehaald voor Fortuyn? Waren de oorlogslachtoffers plots minder belangrijk dan die ene man? Moest zijn dood, hoe erg ook, die van de miljoenen oorlogslachtoffers overschaduwen, de dramatische vernietiging van bevolkingsgroepen wegdrukken?
Erger: de overgebleven bloemen van dodenherdenking waren geannexeerd. Je zag geen verschil meer. Alles riep en schreeuwde ‘Fortuyn’. Ik werd misselijk. Honderdduizenden mensen, systematisch vervolgd, en zij die daartegen streden: allemaal verzwolgen door die ene man voor wie afgelopen maandag de skinheads deomonstreerden en fik bij het parlementsgebouw stookten. De surveillerende agente die ik vroeg wat er aan de hand was kon nog wel vertellen dat zij de bloemen van Dodenherdenking en die voor Fortuyn gescheiden moest houden, maar wist niet wat er met de kransen was gebeurd – waarom de symbolen van nationale erkenning van vervolging en verdrukking van bevolkingsgroepen, uitgevoerd door extreem-nationalisten, waren verwijderd.
Het leek warempel of het nationale monument plots aan Fortuyn was gewijd. De poltie hield vriendelijk toezicht.