Met één stem tegen nam het Europees Parlement vorige week een wetsvoorstel aan dat het bezit en verspreiden van hackertools strafbaar maakt. Op aanvallen van IT-systemen komt minimaal twee jaar gevangenisstraf te staan. Auditbedrijven mogen de verboden vruchten blijven gebruiken. Zonder zulk gereedschap kun je IT-systemen niet testen en digitale criminaliteit niet opsporen, dat snapte het EP ook wel. Voor het overige betoonde men zich echter stoer: eindelijk gaan we de hackers eens flink aanpakken!
Politiek en technologie – het blijft een ramp. Datzelfde EP is een groot voorstander van boetes op datalekken en ziet daar liefst meldpunten voor. Maar wie hebben brakke databeveiliging aan de kaak gesteld, wie hebben bijna alle meldingen van datalekken op hun conto? Diezelfde hackers die het EP nu de middelen uit handen wil slaan. Wie verdoezelen datalekken? Dezelfde instanties die straks kunnen roepen: ‘Dat was een cyberaanval! Julie moeten ons niet beboeten, maar in plaats daarvan hun gevangenisstraf geven.’
Het EP scheert alle hackers over een kam. Met een hamer kun je dingen maken of breken, maar alles wat foute hackers ermee doen – fraude, diefstal, vandalisme, spionage – was al strafbaar. Waarom moet je dan ook de hamer nog verbieden?
Dat benadeelt juist de mensen wier technische kennis we hard nodig hebben, de mensen die de gaten en zwakheden aantonen in alle plannen die overheid en bedrijfsleven over ons uitstorten. Zonder hackers hadden we nooit geweten hoe brak de stemcomputers waren, hoe lek het landelijke EPD was, hoe onherstelbaar kapot de OV-chipkaart is die de overheid ons opdrong.
Zulke hackers moet je juist vrij baan geven. In een moderne samenleving is het noodzaak te kunnen uitzoeken of een technologie werkelijk kan en doet wat zij belooft; alleen dat levert de feiten en kennis op om beleid te kunnen toetsen. Hacken behoort tot het nieuwe repertoire van journalistiek onderzoek en van het politieke debat. Een overheid die alle hackers criminaliseert, berooft zijn burgers au fond van de kennis die nodig is voor inspraak en oppositie. Mogen we niet hacken, dan worden we beroofd van onze vrijheid om ons zelfstandig een mening te vormen.
Om nog niet te spreken over ontwikkeling en research. Bijna elke technologie die wij nu als vaststaand feit aannemen, is indertijd tegen de keer bij elkaar gehackt door mensen die het EP nu strafbaar wil maken.
Het ‘onderscheid’ tussen ‘legitiem crimineel’ en ‘echt crimineel’ is filterdun.
ook in de ‘cyberwereld, wordt dit ‘spel’ gespeeld’.’Opgelegde regels’ zijn altijd voor anderen en ‘niet voor de mensen die ze gemaakt hebben. Discriminatie maakt altijd het ‘verschil’. Dat is vaak ook de reden dat een ‘corrupte systeem’ zich zelf in stand houdt en niet voor ‘verbetering’ of ‘verandering’ vatbaar is. De fout zal altijd bij de ‘anderen’ liggen dan bij degene die deze ‘regels’ maken. En dat is het verdeel en heers principe. Het is toch altijd ‘erg’ om macht en controle te verliezen. Met boter op je hoofd wijst je altijd naar de ‘anderen’. In dit geval de ‘hackers’. EP nooit gehoord van ‘zelfreguliering’? Of draait alles uiteindelijk weer om het ‘macht van het geld’. Zelfs EP blijft een ‘marionet’ van de ‘bedrijven’ die de dienst uitmaken. JFK zei ooit eens: “volgt het geld en u weet wie de wereld regeert”.
Er is geen verschil tussen DE overheid (die, ten onrechte, niet Onderheid -want naar behoren dienstig en dienstbaar aan de burger- genaamd is) en het Vaticaan: beide dulden géén tegenspraak. Dan wordt de Inquisitie opgestart.
Met de aankomende verhoging van de griffierechten kan elke in zijn of haar wiek geschoten ambtenaar de burger (op kosten van de gemeenschap) doodprocederen tot in de zevende generatie. Of, naar verluidt: nog erger, inkarnaatsie.
Het wordt alhier amerikaanser en amerikaanser: “It’s da LAAAAUW” – zonder dat iemand zich nog bij gelegenheid afvraagt of dat die wet, dat geschreven woord, wel ergens op slaat.
De kreet: “staatsgevaarlijk” is omineus, in dier voege. De staat bestaat niet zonder haar samenstellend deel: de burger; dewelke zij (=deSTAAT) te beschermen, ook en vooral tegen zich(=deSTAAT)zelf en haar samenstellende delen, dient. Let Wél: DIENT.
IK zoals eenieder, de burger, delegeer namelijk. Delegeren doe ik mijn, en jij jouw, ondergeschikte(n); NIET je meerdere(n). Nimmer. Dat kan niet.
Prachtig; democratie opgevat als absoluut despotisme van de meerderheid.
Hoe is het mogelijk, met een stem tegen! Dank voor je heldere argumenten Karin.
Je hebt het over de rampzalige combinatie van technologie en politiek. Naar mijn idee gaat het steeds minder over de technologie zelf en steeds meer over de sociale aspecten van technologie. Het omgaan met vrije informatiestromen zou daarbij het onderwerp moeten zijn.
Doet dit goede voorbeeld:
http://www.nu.nl/internet/2794975/google-verhoogt-beloning-hackers.html
goed volgen?