Max wordt al flink groot, ik ben benieuwd hoeveel ze volgende week weegt als we voor de tweede ronde vaccinaties plus de chip naar de dierenarts gaan. Ze weegt ruim een kilo nu, schat ik.
Ze kan erg Jordanees in haar bureaumandje liggen: poten over de rand hangend, soms ook haar kopje half op het toetsenbord. Ze vindt het ook prettig om haar kop op mijn handen te leggen, en liefst ligt ze niet op mijn schoot maar overdwars op mijn arm, kont op mijn hand, kop bij mijn elleboog, poten aan weerszijden. Ook mijn rug is een fijn plekje: ze springt rits-rats langs mijn broek omhoog en klimt verder omhoog, net zolang tot ik wat buig om haar val te voorkomen. Met haar op mijn rug loop ik dan licht gekromd door het huis. Taxi spelen voor Max.
Bij vlagen kan ze dol worden – of nee, zichzelf dol maken. Dan is ze heel fel, wil ineens fanatiek overal in bijten, ze springt en rent steeds harder, haalt uit met haar poten, haar ogen staan wild en ze lijkt aanstalten te maken alles aan te vallen, inclusief mij. Als ze in zo’n bui is helpt aanhalen niet om haar rustiger te krijgen, dat maakt haar alleen maar feller. Niets lijkt haar dan te kunnen kalmeren, ze zit in een schijnbaar onstuitbare opwaartse spiraal: een heus temper tantrum. Ik heb haar al een paar keer opgepakt als ze zich in zo’n toestand opwerkte en haar in de badkamer opgesloten. Dat blijkt een perfecte remedie. Als ik de deur na een paar minuten weer opendoe, is haar stemming compleet omgeslagen. Ze komt snorrend naar me toe en wil geknuffeld worden, geen spoor te bekennen van de bezetenheid die ze net ervoor opklopte. Ze is poeslief en lijkt blij te zijn dat ze rustiger is – alsof ze die groeiende frenetiek zelf ook niet goed wist te stoppen en opgelucht is over mijn ingreep, want nu fijn afgekoeld.
Max verkent niet alleen haar eigen grenzen, maar ook de tuin. Ook dit onder begeleiding: tuigje om, lijntje vast. Gisteren deden we onze derde toer door de tuin en omdat het weer zo mooi was en Max het zo leuk vond, zijn we wel twee uur buiten geweest. Ze heeft zelfs een kwartiertje los gelopen. Toen ze aanstalten maakte links de tuin in te duiken, heb ik haar weer aangelijnd: links is een schutting met een grote kier eronder en een boel vreemde tuinen erachter. Rechts en vooruit is geruststellend veel stenen muur: laat haar voorlopig daar maar banjeren. Er is daar genoeg te ontdekken.
Dat bleek. Ineens stond er een andere kat vlak voor Max: zwart en groot. Max had ogenblikkelijk door dat het niet Michael was: daar rent ze altijd enthousiast op af (ook al moet hij niks van d’r hebben), maar deze kat benaderde ze met platte oren en een dikke staart. Waarschijnlijk stond ze eventjes paf: waar kwam die nou inenen vandaan? En terwijl die kat – het was Japie, van de buurvrouw rechts – minstens vijf keer zo groot was als zij en duizend keer meer ervaren, liet Max zich niet uit het veld slaan. Ze blies naar Japie. Japie was niet buitengewoon onder de indruk maar deed beleefdheidshalve toch een stapje naar achteren. First round: Max! (Applaus.)
Japie bleef in de tuin rondhangen. New kid on the block, enzo: Max diende geobserveerd te worden. Japie verschool zich onder struiken en tussen planten en verloor Max geen seconde uit het oog. Maar de tuin is gehavend – er wordt aan de achtergevel gewerkt, er zijn stellingen geplaatst, en de werkers hebben twee paadjes platgelopen. Japie kwam op zo’n paadje. Max liep op ‘m af, staart weer dik: ‘Ik weet wel van niks maar dit weet ik wel: dit hier is mijn terrein.’ Maar Japie was toch wel erg groot en Max bond in: ze deed een halve stap naar achteren.
Ze hebben zo minutenlang tegenover elkaar gezeten, stiekem stil kijkend, druk doend of ze elkaar niet zagen dan wel achteloos negeerden, (‘Wat? Een andere kat hier? Oh je méént het. Tjee. Waar dan?’) Japie deed nonchalant maar droeg zorg elke beweging zo traag mogelijk uit te voeren (niets doen dat agressief kan overkomen), Max iets onrustiger (je kon aan haar flanken zien dat ze nerveus adem haalde) maar vastberaden zich niet te laten intimideren.
Na een ingehouden mimespel in slo-mo liep Japie behoedzaam weg. Alleen al over zogenaamd terloopse weggaan deed Japie ruim anderhalve minuut. (‘Hee, een mier. Wat interessánt. Die moet ik nodig eens gaan bestuderen!’) Max had weer gewonnen, klein als ze was: ze had stand gehouden en zich niet van de wijs laten brengen. En Japie had, al mimend, gezegd: ‘Ok. Jij hoort hier kennelijk ook. Nou goed dan. Ik ga er heus niet om vechten, hoor.’
Hier staat een filmpje van de krachtmeting en de eropvolgende wapenstilstand. (Op 0:32 zit een wisseling, daar heb ik een bewegingsloze minuut weggeknipt; daarna begint Japie aan zijn trage exit.) Nu nog een niet-aanvalsverdrag tussen Max en Michael – Michael sproeit, als-ie de kans krijgt, in huis om zijn terrein te herwinnen – en dan kunnen we oorlogs- en geurvrij de zomer in.
kleine meisjes worden snel groot ;-), leuk zo’n filmpje ! Japie lijkt qua formaat wel een beetje op mijn Doggie, die heeft een half zwart, half witte kop, met op een witte onderkaak een zwarte neus. bij het weggetje, je hebt wel 2 typo’s; opgesloten en porlogs. enjoy the Max
Je beschrijft en filmt ‘t erg goed, wat leuk is dat. Japie is precies, als 2 druppels water de mijne, net zo mooi glanzend. Het bijzondere contactspel dat 2 katten uitvoeren, is altijd kostelijk. Mensen nemen ‘t vaak over. De mijne was nog heel klein, toen hij al onder het minimale uiterst lage kleine gaatje doorkroop, dat het hekje van mijn balkon met dat van de buurvrouw afsloot. Daar woonde Downey, een hele mooie, achtenswaardige, hoog verheven en verwaande Perzische salonkater. Niet alleen liep de mijne daar straal en stijf en staalhard langsheen, zonder zelfs maar te kijen en in gestrekte draf, hij at ook ogenblikkelijk linea recta alle brokjes in het etensbakje van Downey op. Rats, weg, bakje leeg. Downey niets meer. Dat was nog niet het ergste, hij trok daarna met een prinsheerlijk genietend gezicht alle beha’tjes, onderbroekjes en hemdjes, washandjes en handdoeken van het droogrekje van de buurvrouw op het balkon naar beneden en naar de grond af. Hij maakte er ‘n wilde puinhoop van, het hele rekje zwaaide iedere dag tomeloos heen en weer. Met enorm oorlogslawaai kwam ik aanstampen. Ik ben meteen naar de buurvrouw gestormd, en gezegd duizend en duizend en duizend maal excuus, ik zal al de doorgangen meteen blokkeren en afmaken, zodat hij dit niet meer kan doen. Een hoogst betreurenswaardig incident. Sorry. Neem me niet kwalijk. Ik vind dit heel erg. De buurvrouw lachte minzaampjes, vond dat ‘t wel meeviel, en wierp me ‘n veelbetekenend kushandje achterna. Ik verzorg haar appartement, als zij weg en op vakantie is. Dagelijks minzaam en geringschattend aangestaard door haar Downey. Mijn eigen katertje neem ik dan ook wel even mee, en dan mogen beide heren even heerlijk stoeien en knoeien onder toezicht, en er op vreemd grondgebied een heerlijke geweldige puinhoop van maken in al haar kamers, alles vliegt naar beneden terwijl ik de plantjes watergeef. Daarna gaat met een knalharde klap in de handen ieder weer razendsnel naar zijn eigen hol, en wordt overal in de hele wereld door mijzelf met straffe hand en grote onverbiddelijkheid de orde en rechtschapenheid in de algehele loop der dingen hersteld. Van chaos wordt, zo in de eeuwigheid, altijd orde, rust en regelmaat. Het mooiste dat er is, en niets mooier dan dat.
Leef, het leven met de kleine Max.
Maar je schrijft het erg goed.
Een groet.
Mooi om te zien hoe menselijk gedrag van dieren is. Herstel. Mooi om te zien hoe dierlijk gedrag van mensen is.
Dieren nemen niets in het gedrag van mensen over. Mensen nemen alles in het gedrag van dieren over. Je moet wel even ‘n beetje bij de les blijven. Als dat kan. Dat maakt ‘t dan nog wel ‘n heel stuk mooier. Als zodanig gesproken.
Grin. Dat klopt ook niet helemaal. Monkey see, monkey do past afaik bij alle dieren die gedrag kunnen (af)leren. Mensen zijn gewoon dieren met sterallure.
Wij noemen dat thuis ‘kattenschaak’.
Wat dieren overnemen is opportunisme. (Gedragspatronen om in leven te blijven.) Maar geen mensen-eigenschappen. Geen enkele.
@ 5 Grin? Humble grumble!!! Oof oof toodle tooot..!!!!
Elmo, dank voor de gespotte typo’s. Fixed!
Inez: wat een mooi woord, kattenschaak. Dank!
Met die oren naar voren denk ik, ‘dat zit wel goed’. Maar dan bedenk ik mij dat dit geen honden zijn.
Verder is Japie denk ik niet zo onder de indruk van Max, maar meer van de grote kat die daarachter staat ;-)
Echt typisch kattengedrag, ze doen wel heel stoer maar een confrontatie? nee dat durven de meesten niet aan (al was het bij onze katten maar omdat mn vader er dan zonder pardon een emmer water overheen gooit, ze leren het dan erg snel af moet ik zeggen)
SP