Afgelopen woensdag ging ik naar Paradiso voor PJ Harvey, ik had me daar erg op verheugd. Een van de vrienden met wie ik ging had me gewaarschuwd dat het niet echt een PJ-optreden zou worden, ze tourde samen met John Parish, met wie ze twee albums heeft gemaakt.
Het was inderdaad anders. In 1993 zag ik ‘r voor het eerst, ook in Paradiso, en dat was buitengewoon imposant. Ze stond daar in een wollen jurkje, op blote voeten geloof ik, met een gitaar en mogelijk ook een bandje maar die andere muzikanten ben ik dan geheel vergeten. Uit een stukje dat ik daar indertijd over schreef:
…mijn hemel, wat een meid! Ze zingt, ze schreeuwt, ze fluistert, ze kermt, ze smeekt, ze vloekt, haar stem kruipt over de vloer en klimt tegen de muren, ze rammelt je oren door elkaar en plukt aan de zenuwen in je buik, en ze kan gitaar spelen als de beste. Haar muziek gaat alle kanten op, plus nog een stuk of drie richtingen waarvan je nog nooit eerder had gehoord. PJ zingt over de liefde; over de schoonheid en de vuigheid ervan, over van twee mensen tegelijk houden, over nevernooitniet meer verliefd willen zijn, over jaloezie, hunkering, wraak en vertedering.[…] het aardige is dat ze met evenveel gemak dames bezingt als meneren. Maar wanneer zij over de damesliefde zingt durft ze datgene waar kd lang zich in al haar vermeende stoerheid van haar levensdagen niet aan zal wagen: schelden. Woedend zijn. Laaiende kwaadheid ventileren. In het nummer Snake pleegt ze bijvoorbeeld een drie minuten durende vloekkanonnade op haar lief die haar heeft verlaten – you slut, you snake, you tore right through my heart; een scheldpartij die ze halverwege met een klein stemmetje onderbreekt om haast huilend te zingen hoe afschuwelijk ze haar mist. Een nummer om nooit te vergeten.
De PJ van nu was een andere. Ze zong een stuk meer ingehouden, wat ik wel snap want je kunt niet vijftien jaar lang blijven schreeuwen. Maar ik miste de frictie. Ze kon vroeger zo mooi in één en hetzelfde nummer van lief naar vals schieten, van teder naar bang, of van zorgeloos naar hee-ho-wacht. Nu waren de nummers minder complex, platter, zowel in tekst als in muziek. Elk liedje ging maar over één ding. Niks alle kleuren van de regenboog en alle hoeken van de kamer.
PJ zong, met die band erbij die dan de muziek deed. Ineens was ze geen muzikant meer maar de zangeres van de band, die dan ook nog leuk ornamentaal licht tuttige dansjes deed. Zo traditioneel als had ik ‘r niet verwacht. Bij een van de laatste nummers pakte ze zelfs een tamboerijn, oh nutteloos jezelf een houding moeten geven en kijk mij eens leuk meedoen instrument. Er was maar één nummer waar ze als vanouds alle regionen tegelijk bespeelde met haar stem, en ik kon alleen maar denken: 50 ft queenie. Ik keek naar PJ en miste haar.
Mooie recensie, vooral die van vroeger. Hoe zonde dat ze precies die eigenheid kwijtraakte die haar toen zo bijzonder maakte. Kan best zijn dat er een manager of producer aan het werk geweest is, of een dominante(re) songwriter in de band (Parish?!).
Het zou misschien een idee zijn om precies dit ook aan haar te schrijven, wie weet hoor je dan volgend jaar iets meer terug van de oude PJ.
Nu ja, mensen veranderen, en zo zijn als ze was lijkt me knap vermoeiend (hoewel geweldig voor de teschouwers). Maar ik vrees inderdaad een beetje dat ze meer, eh, aangepast & ingebed is geraakt, en dat de samenwerking met meneer Parish haar geen recht doet.
Aangepast en ingebed, dat is nu juist precies niet waar jij straks een prijs voor krijgt! :-)) dus…
:)
Het gaat met velen en met allen zo, ze, (men) wordt oud en is vér over de tóp van de sinusoïde heen. Men onttakelt, alles valt af. Is dat niet afschuwelijk? Ja dat is afschuwelijk. Wat volgt, is uitsluitend afgrond. Geen plank, om op te staan noch te bestaan.
De hand, ten afscheid zwaait wordt niet gezien en 3 maand later wordt zelfs bestaan ontkend, het regent lelijk en de zon schijnt nooit.
‘ô_ô/’
Er rest, nog wat geschuifel door de straten.
Zorgelijk, onbenaderbaar en in zichzelf gemompel.
Leven is, te snel te oppervlakkig en ook te kort.
‘n Glas!!! Nog snel ‘n glas en nog een en nog een en nog een.
Top die slotzin!