De hoeveelheid politieke debatten die ik de laatste weken heb gezien en de aantallen kieswijzers die ik heb ingevuld, zijn haast niet bij te houden. Het stomme is: ik weet allang waar ik zo ongeveer op wil stemmen. Waarom vul ik die kieswijzers dan nog steeds in? Waarom leg ik mezelf en mijn overtuigingen langs de maat van allerlei willekeurige kieswijzers, die hun onderliggende keuzes zelden duidelijk maken?
Wil ik oprecht van mijn stuk worden gebracht, en ineens, out of the blue, met een eerder niet overwogen optie worden geconfronteerd? Zoek ik naar een deus ex machina? Of vul ik die stemwijzers in omdat ik hunker naar een externe, quasi-objectieve bevestiging dat wat ik allang dacht inderdaad de meest verstandige keuze is, mijn politieke overtuigingen in acht nemend? Terwijl ik dat doe, realiseer ik me dat dit alles zelfbedrog is.
Want laat dit duidelijk zijn: elke partij die nu nog steeds niet erkent dat ook in Nederland de kloof tussen arm en rijk, tussen bedrijven en werknemers, tussen woningbezitters en huurders, tussen vast werk en de flex economy de afgelopen jaren vrijwel onoverkomelijk is geworden, is domweg af. Onder de kabinetten-Rutte is het aantal daklozen hoger geworden dan ooit, leven ineens tienduizenden mensen met ‘tijdelijke’ huurcontracten, en is het netto-minimumloon niet gestegen – maar de lasten voor deze mensen wel. Ook is de fraudejacht op minvermogenden ingezet.
Ondertussen verdient de top van het bedrijfsleven goud geld. Al zes jaar geleden, in 2015, constateerde AH-vakkenvuller Soufian Afkir dat hij per uur 5,96 euro verdiende, terwijl AH-topman Dick Boer tezelfdertijd 1634 euro per uur beurde. Dat afgrijselijke verschil is sindsdien alleen maar groter geworden. Maar Albert Heijn – dat het uiterste heeft gevraagd van zijn medewerkers tijdens de coronacrisis – weigert om het minimumloon voor zijn werknemers te verhogen. Wel krijgt het upper management van AH dit jaar opnieuw de maximale bonus.
Zeur niet zo over je politieke keuze. Priegel niet dat je preferente partij het in alles met jou eens moet zijn voordat je hen je hen je stem wilt geven. Stel in ’s hemelsnaam jezelf niet zo centraal.
Een politieke partij is geen levenspartner. Van je lief – en van je ouders – accepteer je feilen, quirks, en rare tics, en toch houd je ontegenzeggelijk van ze. Waarom moet een politieke partij dan op alle punten scoren voordat die in aanmerking komt voor je stem? Je trouwt er toch niet mee? Waarom niet gekozen voor een club die een eind in je richting komt?
Kies voor de maatschappij die je wilt. Mag het grootkapitaal de weg bepalen? Moet de vervuiler betalen? Waarom zouden de sterkste schouders niet de meeste lasten dragen, temeer nu ze er alles aan doen om die verantwoordelijkheid te ontwijken? Wil je alles inzetten op de absurde jacht op bijstandsfraude, of zorgen dat de miljarden kostende witwasserij en belastingontwijking eindelijk worden aangepakt?
[Beeld: Bart op Flickr, Some rights reserved]
en dus, wat stem je?
Ja, het verschil tussen vakkenvullers en zakkenvullers is groter geworden. De meeste partijen van nu be-amen dat toch wel volgens mij.
Ik heb ook stemwijzers ingevuld, en gemerkt dat je niet naar de punten moet kijken, maar naar de context. In de kieswijzer wordt er als vraag vaak een wetsvoorstel opgediend. Soms heeft een partij tegen een wetsvoorstel gestemd, omdat ze het voorstel niet voldoende vinden. Bij het invullen van de kieswijzer denk je, “ja daar ben ik het wel mee eens; het mag eigenlijk best meer zijn, maar ok.” Zo zegt die kieswijsneus dat jouw keuze en die van de partij tegengesteld zijn. Ha!
Het lezen van de standpunten bij die vragen was voor mij wel leerzaam.
Jan @ 1: Ik heb gestemd op Laura Vissenberg, nummer 14 bij GroenLinks. Gebeten op witwasserij, belastingontduiking en vermogensongelijkheid, en nog feminist ook.
https://www.groenlinks.nl/kandidatenlijst/laura-vissenberg
Voorlopig ben ik alleen maar erg verdrietig over de uitslag.
Die kieswijzers gaan uit van het officiele partijprogramma, en in dit polderland kun je er alvast van op aan dat men zich daar na de verkiezingen weinig meer van aantrekt. Onder het excuus “coalitie, we moeten water bij de wijn doen” verwatert er tegenwoordig zoveel dat een politicus gewoon kan doen waar hij of zij zin in heeft, onafhankelijk van wat er in dat programma staat.
Daarom kijk ik liever naar stemgedrag in de kamer bij zaken die ik belangrijk vind, ook al is dat soms ook vertroebeld wegens een strakke fractiediscipline die in strijd is met de grondwet.
Ik heb op Omtzigt gestemd. De eerste keer in mijn leven dat ik “uberhaupt CDA gestemd heb… en dus alleen op Omtzigt. Een van de weinige Kamerleden die doet waar hij voor gekozen is.