‘Het bredere patroon is dat tegen vrouwen en meisjes wordt gezegd: praat niet. Heb geen mening. En durf er niet voor te staan. Want wij weten jou te vinden.’Aan het woord: Sigrid Kaag, de politica die de afgelopen maanden de meeste haatberichten op Twitter kreeg. Vrouwelijke politici worden meer dan hun mannelijke collega’s met haat en bedreigingen belaagd; maar ook op meer onschuldige manieren worden zij permanent op hun gender aangesproken: het gaat over hun uiterlijk, over hun gezin, en of ze niet te veel haar op hun tanden hebben. De Groene Amsterdammer turfde tweets, Instagramberichten, kranten- en media-interviews.
Aan Kaags adres werden in de vijf maanden dat het onderzoek liep, dik dertienduizend haattweets gestuurd: dat is bijna een kwart van alle berichten die ze krijgt. Nummer twee is Sylvana Simons, met dik drieduizend berichten (Simons krijgt al haatberichten sinds 2015, toen ze in een tv-programma iemand die publiekelijk de term ‘zwartjes’ gebruikte, daarop aansprak).
Het is een reflectie van wat mannen nog steeds op straat doen met vrouwen: vrouwen worden in de publieke ruimte lastiggevallen, achtervolgd, betast en uitgescholden. Vaak begint het als een opdringerige versierpoging, met op de achtergrond altijd de dreiging dat je afwijzing je op geweld zal komen te staan.
Wat de online haat erger maakt, is de massaliteit ervan: Kaag kreeg op sommige dagen duizend haatberichten. En op internet roepen de lummels via een retweetje makkelijk al hun vriendjes erbij, zodat je voor je het weet een heel leger van seksisten achter je aan hebt. De Groene: ‘De enige remedie op zo’n moment is terugslaan of mensen actief gaan blokkeren, maar aantrekkelijker is uitloggen – op zo’n moment verlaten vrouwen letterlijk het online debat.’
Kaag weigert te wijken, maar is bezorgd over de effecten. ‘Stel je voor dat ik mij op mijn 59ste, na dertig jaar carrière, zou laten wegschreeuwen, hoe is het dan voor alle jongere vrouwen die na mij komen of er al zijn?’ Dilan Yeşilgöz: ‘Ik had toevallig afgelopen week gesprekken met jonge meiden die zelf de politiek in willen of willen helpen bij de campagne. Allemaal beginnen ze hierover: hoe ga je hiermee om?’
Maar net zoals een sisverbod op straat niet werkt, zal een scheldverbod op Twitter niet uithalen, en bovendien snel botsen met de vrijheid van meningsuiting. Wat dan wel? De klojo’s erop aanspreken. Daar is vooral een schone taak weggelegd voor mannen: als die nu eindelijk eens in het geweer kwamen tegen lummels die zulk min gedrag tentoonspreiden, hebben de vrouwen hun handen vrij om hun eigen werk te doen.
Begin maar eens met het aanpakken van die vreselijke vraag die mannen elkaar wel stellen: ‘Zou jij haar doen?’ Dat praten over een vrouw alsof ze een willoos object is, een ding waarover je kunt spreken en dat schijnbaar voor jouw gerief bestaat, iemand wier mening er niet toe doet, is uit den boze. Zou ik niet meer doen.
[Beeld: fragment illustratie uit De Groene Amsterdammer, door