Over de exit-strategie spreken we als was het een terugkeer naar vroeger: dan kunnen we weer naar de kroeg, naar de film of een voetbalwedstrijd, we boeken weer reisjes en citytrips. De horeca zal opbloeien, en iedereen koopt weer kapsels en kleren.
Ik geloof er geen zier van. O vast: op de eerste dag na de lockdown zullen de kroegen vreugdevol worden overspoeld, maar van die anderhalve meter zijn we voorlopig niet af, dus die cafés zijn vol eer je het weet – en ogen dan alsnog als een slappe zondagmiddag.
Want het is niet alleen die anderhalve meter. Intussen zijn veel mensen hun inkomen kwijt, en vrezen anderen werkloosheid of een faillissement.
We bezien de toekomst met angst en beven. Elke econoom die een knip voor de neus waard is, weet dat vertrouwen de basis is van de wereldhandel, de lokale economie en de beurs. Consumenten die geen vertrouwen hebben in hun financiële toekomst, houden – heel verstandig – straf de hand op hun eigen portemonnee. En een middenstander die geen vertrouwen heeft in zijn afzet zal geen goederen inkopen, laat staan personeel inhuren. Ook na de lockdown zal de economie nog lang op een uiterst laag pitje staan.
Pas wanneer de besmettingen metterdaad afnemen, er geen volgende golf komt of een nieuwe run op de zorg, is er reden om opgelucht adem te halen. Maar zo ver zijn we nog lang niet – sterker, dat kan nog wel een jaar duren. En we weten nu al dat van de mensen die een zware variant van de ziekte hebben overleefd, een flink deel nog maandenlang moet revalideren en dat een aantal van hen met permanente schade zal kampen. Tienduizenden mensen zijn hun geliefden, ouders, broers, zussen of vrienden kwijtgeraakt. Dan sta je niet snel te dansen van blijdschap.
Elke versoepeling die de regering aankondigt, zal terdege op haar effecten moeten worden getoetst. Blijken de besmettingen in de weken erna toe te nemen? Terugdraaien, meteen! Want een overheid die moedwillig met het leven van haar burgers gokt, verspeelt alles (zoals Trump en Bolsonaro nu merken). Daarom zijn pleidooien voor het ‘snoeien van oud hout’ zo schandalig: ze reduceren burgers tot hun vermeende ‘economisch nut’, en gaan voorbij aan de taak van de overheid om al haar burgers te vertegenwoordigen en te beschermen.
Uit de lockdown komen kan alleen gradueel, en gebaseerd op gedegen vertrouwen.
Zelfs dan zijn de afwegingen pijnlijk. Afgelopen weekend bezocht ik mijn ouders in Almelo; een lieve vriendin reed me heen en weer. Ik mocht mijn demente moeder even van een afstandje zien, en kon mijn vader omhelzen. Voor hem en mij was het de eerste keer in zes weken dat we iemand aanraakten. Daags erna kuchte ik een paar keer. Ik schrok, al realiseerde ik me: zou ik vanwege dat bezoekje corona hebben opgelopen – soit, die omhelzing was het waard.
Voor de zekerheid houd ik de komende weken nog meer afstand tot andere mensen. Mijn ouders zijn dat waard. Maar dat geldt niet voor een bezoek aan kroeg of kapper.
[Beeld: Pexels]