De branden in Australië woeden nu al drie maanden. Ze begonnen vroeger in het seizoen, zijn breder verspreid en feller dan ooit – bij elkaar is er nu al 6 miljoen hectare grondgebied verbrand. Er is amper hoop dat ze kunnen worden geblust. Alle inspanningen spitsen zich nu toe op ‘containment’, de hoop dat verdere verspreiding kan worden beperkt. Tot nu toe komt daar bitter weinig van terecht: de branden blijven woekeren en zich uitbreiden.
Het helpt niet dat de vuurzee een eigen dynamiek ontwikkelt, die verdere branden bevorderen. Australië is droog als nooit tevoren (want klimaatverandering) en kampt al jaren met dagelijkse zomerse temperaturen van 40 graden en meer. De branden voeren de temperatuur op en veroorzaken hete wervelwinden, die het vuur verder verspreiden. Inmiddels zijn alleen al in New South Wales een half miljard dieren door het vuur verzengd. Hoeveel dieren later zullen sterven omdat hun habitat in de vlammenzee is verdwenen, kan niemand zeggen.
Intussen weigert de Australische regering de klimaatcrisis serieus te nemen. Kabinetslid McCormack weet de vuurzee twee weken geleden openlijk aan ‘brandstichting’ en ‘zelfontbrandende mest’. Volgens minister-president Scott Morrison is er ‘geen reden’ voor paniek, zijn de eerder overeengekomen afspraken voor de reductie van CO2-emissies picobello in orde, en ligt hun klimaatbeleid keurig op koers. Ondertussen teert Australië volop op de export van kolen, stoot die industrie lokaal meer CO2 uit dan alle andere industrieën bij elkaar, en wilde Morrison komende week naar India reizen om daar de export van Australische kolen te promoten. (Hij ‘beraadt’ zich momenteel of dat bezoek nog wel zo verstandig is.)
Inmiddels staan langs de Australische kusten duizenden door het vuur opgedreven burgers, maskertjes op hun gezicht gedrukt, beroofd van hun bezittingen, te hopen dat ze door de kustwacht worden opgehaald. Waar ze naartoe moeten..?
Een pijler van het Australische beleid is dat werklozen verplicht zijn vrijwilligerswerk te doen, om hun bijstand ‘waard’ te zijn. Daarnaast is de Australische brandweer al jaren object van neoliberaal beleid, en is er fors op hen bezuinigd. Het netto-effect? Momenteel bestaat 90 procent van de Australische brandweercorpsen uit vrijwilligers. Zij blussen al die vuren, of tenminste: ze proberen dat, naar hun beste kunnen, vaak met gevaar voor eigen leven.
Sommige vrijwilligers met een baan krijgen na veel gedoe nu een compensatie. But here’s the catch: dat geldt niet voor de vrijwilligers met een uitkering. Zij krijgen nu van overheidswege op hun donder. Dat ze ver van huis een beetje de boel staan te blussen en het land willen redden is leuk, maar dat ze daardoor niet aan hun voorgeschreven sollicitatieplicht voldoen, wordt ze zwaar aangerekend. Hun uitkering wordt derhalve geregeld opgeschort. Het land redden doe je maar je in je vrije tijd, en op eigen kosten.
[Beeld: Ninian Reid, Flickr]