‘Maar dat is toch niet democratisch?’, protesteerde een collega toen-ie hoorde dat Henk Otten van plan was zijn aankomende Senaatszetel te houden, ook al zou hijzelf tegen die tijd mogelijk uit het Forum voor Democratie zijn gezet. ‘Die zetel is toch niet van hem, maar van zijn partij?’ Die kennis had het bij het verkeerde eind: die zetel is namelijk wel van Otten persoonlijk, en expliciet niet van welke partij dan ook – en dat hebben we juist uit puur democratische overwegingen zo geregeld.
Parlementaire vertegenwoordigers worden, zoals dat plechtig heet, ‘zonder last of ruggespraak’ benoemd: á titre personnel. Eenmaal als volksvertegenwoordiger gekozen hebben ze alle vrijheid om hun eigen stem te bepalen, en daarbij desnoods tegen hun fractie in te gaan. De partij waardoor ze kandidaat zijn gesteld, kan niet voorschrijven hoe ze moeten stemmen. Dat maakt de aanstelling op persoonlijke titel tot een krachtig wapen tegen kadaverdiscipline. Anders zou elke partijtop bij moeizame interne debatten of afwijkende opinies uiterst effectief kunnen dreigen: verplicht met de meute meestemmen jij, anders gooien we je eruit en benoemen we iemand anders in jouw plaats, iemand die wél gehoorzaam is.
De benoeming op persoonlijke titel garandeert volksvertegenwoordigers hun politieke vrijheid. Wordt intern een kwestie op de spits gedreven, dan kun je als Kamerlid of raadslid besluiten: ik sta pal. En als ze me eruit flikkeren, houd ik mijn zetel, en verdedig ik mijn principes voortaan desnoods als eenlingsfractie. Dat je zetel niet van de partij is, helpt je om je rug recht te kunnen houden.
Het recht om als kiezer een voorkeursstem uit te brengen, is op hetzelfde principe gestoeld. Je stemt weliswaar op een partij, maar kunt daarbinnen voor een specifieke kandidaat kiezen. Bijvoorbeeld omdat je wilt dat er meer vrouwen in de Kamer komen, omdat je een bepaalde stroming of opvatting binnen de partij van je voorkeur wilt steunen, of wat dies meer zij. Zijn er voldoende mensen die precies hetzelfde doen, dan prevaleren de voorkeursstemmen: de lijstvolgorde die de partij eerder heeft vastgesteld, wordt zo door kiezers met het rode potlood in de hand bijgesteld.
Wat de kwestie Otten interessant maakt, is dat-ie nog niet is eens verkozen – maar het FvD heeft hem wel bovenaan de kieslijst gezet. En die kieslijst is heilig. Moet je maar beter opletten wie je erop zet. Daarnaast vertegenwoordigt Otten een belangrijke, dissidente stroming binnen het FvD: zeer rechts, maar – anders dan de baas van het hele spul – niet neigend naar het fascisme. Ik kan me buitengewoon goed voorstellen dat Otten, als exponent van de gematigder tak van de partij, daarom des te stelliger voornemens is zijn zetel niet op te geven. Juist nu niet – nu dat conflict tussen rechts en extreemrechts ook intern op scherp is komen te staan, doordat diezelfde Otten daarin positie koos.
Helemaal geen democratie aangezien die senaatzetel voor hem klaarstaat??? Nee dus.
Otten en FvD streelt zo van alle egoïstisch hachjes voor zichzelf. Bah en nog eens bah!
Ik noem het tegenwoordig die graatloze Forum en verder niks. Net goed ook voor Voor Vorsten en géén Democratie ervan (VVD). Ze lullen maar wat en vullen niks voor de volken.
Én Dijenkletsers, en niks Democraten ervan (D’66), Ooit gezien om mee te doen met democratie, uitgezonderd Babyface Jetten.
Maar goed, daar kan ik toch niks mee.
Gekgenoeg dat er 2e Kamerleden/ministers/1e kamerleden van alles mogen doen wie eruit worden geknikkerd en wie de zetel komt staan terwijl Otten er zelf niet gestemd was, waar blijft de ‘wettelijke’ zetels??? Niemand.
Dan zeg ik, sorry dat ik het zeg, dat die soort partijen mij erg aan de samenhorigheid van Hitler’s achterban moet denken. Want die vlogen ook er net zo goed uit en wie er als angsthaasjes achter de kont van Hitler werden gezet.
Zo extreem als het wel zo gegaan is, zoals Otten nu…..???
Staatsrechtelijk klopt het. Maar zonder hun partijen waren deze mensen niet in het parlement terecht gekomen. Dat mag ook in ogenschouw worden genomen.
“zeer rechts, maar – anders dan de baas van het hele spul – niet neigend naar het fascisme.”
Ook hier weer een auteru die eigenlijk niet weet wat fascisme is, en er lukraak mee gooit om de politiek correcte uit te hangen, de morele winnaar, niet op argumenten, maar omdat links politiek correct belangrijker vind dan de waarheid. En dan uiteraard komen we bij Baudet, de man die voor rferenda is, het ultieme inspraak model voor het volk om politici te corrigeren, je weet wel dat instrument waar links een hekel aan heeft, want democratie is leuk totdat het volk je verantwoordelijk kan houden en kan terug fluiten, want dan vinden ze het ineens niets, maar personen die juist niet bang zijn voor die inspraak dat zijn de personen die naar fascisme hangen. Links jarenlang het ene na het andere probleem tot taboe verklarend, omdat argumenten niet voorhanden zijn en dus bespreken absoluut niet mag, het volk zou zomaar ineens de kant kunnen kiezen van de naar fascimse niegende politici die hen inspraak wil geven en begrijpt wat er leeft in de samenleving.
En inderdaad een zetel verkregen via verkiezingen, is persoonlijk, helaas zien we juist vaak bij links dat uiteindelijk ondanks de stemmen de zetel toch naar een andere kandidaat gaat degene die beter in het gelid lopen. Want voor hen geldt immers democratie is leuk zolang er maar exact wordt gedaan wat de partij oplegt.