Bedrijven als Google, Facebook en Amazon hebben inmiddels zoveel data over hun gebruikers verzameld en volgen die zo extensief, dat ze stuk voor stuk schatrijk zijn geworden aan de verkoop van onze persoonsgegevens en op maat gesneden advertenties. Nevenproduct: we worden zowat overal door hen gevolgd, gemonitord, gecoached en bijgestuurd – en niet alleen online. We zijn overal te volgen, we lezen wat Facebook en Twitter ons onder de neus duwen, we kiezen onze nieuwe aankopen op basis van algoritmes die bedenken wat wij interessant of handig zullen vinden. Dat fenomeen staat al enige tijd bekend als surveillance capitalism: geld vergaren door mensen in de gaten te houden.
Maar de tech-giganten hebben al doende niet alleen internet getransformeerd, doch ook onze noties van privacy, transparantie en databeheer. Hun reikwijdte strekt inmiddels ver voorbij het web. Amazon heeft een ferme greep op de hele Amerikaanse retail verkregen, en heeft al doende niet alleen monopolies verworven en hele ketens om zeep geholpen, maar vooral ook arbeidsrelaties dramatisch veranderd. Het bedrijf grossiert in piss poor jobs, waarbij werknemers onder het minimum loon werken. Protesteer je daartegen? Geen probleem, voor jou tien anderen. Wie zich niet voor een grijpstuiver uit de naad werkt, kan opzouten.
Intussen zijn we mijlenver verwijderd geraakt van het simpele ‘volgen’ van gebruikers. Zoals Evgeny Morozov vorige week in een lang essay uitlegde: ‘Wanneer tech-giganten hun bewerkte data gebruiken voor gerichte advertenties en het sturen van ons gedrag, creëren zij meerwaarde uit ons gedrag: wijzelf zijn gereduceerd tot surveillance capital.’ Ons leven is de grondstof geworden waaruit anderen hun geld munten.
Het is een trieste, tragische constatering. En al was ik zeer onder de indruk dat de Duitse mededingingsautoriteit vorige week besloot dat Facebook te machtig is geworden en hun beoogde data-integratie van Whatsapp, Instagram en Faceboook om die reden een halt moet worden toegeroepen, kan ik alleen maar denken: dat volstaat niet meer.
Want zo’n ingreep – hoe wezenlijk en dapper ook – baseert zich op een oud model: het stabiliseren van de machtsrelaties tussen consument en fabrikant. Maar dat model zijn we allang voorbij: we hebben tegenwoordig te maken met bedrijven die ons niet als consumenten zien, maar als grondstof, en die tezamen over meer kapitaal en macht beschikken dan zowat elke andere sector ter wereld. Dan is elke poging tot het beteugelen of reguleren van die macht op voorhand gedoemd: want wie is überhaupt nog sterk genoeg om tegen ze op te treden?
Het enige dat nog helpen kan, is een strijd op vele fronten. Kapitaalbelasting heffen. Belastingontwijking en -vermijding verenigd bestrijden. Vakbonden stimuleren. Het minimumloon invoeren en heilig verklaren. Transparantie eisen, en radicale privacy.
Facebook, Whatsapp, Instagram vallen ons gegevens lastig, hoe dan?
Heb daar geen last van, alleen advertenties en sponsers vind ik het stierlijk vervelend naast FB.
Ze zijn inderdaad steenrijk van ons , maar FB,Whatsapp én Instagram zijn gratis, toch? Geen advertenties en of Sponsers aan (denken). Vreemd allemaal hahaha,
we leven gratis in mobile contact, heerlijk toch?
Hoe ziet er dan zonder social media uit? Dat wil ik wel graag weten.