Midden in het geraas van het nieuws doemt iets heel anders op, iets kleins en stils, iets ongeremd sterks en krachtigs: de liefde voor de mensen van wie we houden, en de hunkerende behoefte hen te stutten en te beschermen. Een vriend die tobt met de liefde, mijn ouders die langzamerhand wel érg oud worden, een andere vriend die klem zit tussen twee twistende partijen.
Mijn ouders worden oud en het kost ze tegenwoordig meer moeite hun dagelijkse leven overeind te houden. Het wereldnieuws lijkt te groot voor ze te zijn geworden. ‘Hoe heet het ook weer, die stad waar al dat gedoe was,’ zegt mijn moeder. ‘Parijs,’ antwoorden mijn vader en ik tegelijk. De naam glijdt van haar af, of misschien denkt ze: het zal mijn tijd wel duren. We hebben het er dat weekend niet meer over. Twee dagen lang bestaat Parijs niet. Brussel is al helemaal niet ter sprake gekomen, zelfs niet in het vergeefs zoeken naar de naam van de stad.
Langzaam vloeien oude vaardigheden uit hun leven weg en sluipen er nieuwe , eenvoudiger gewoontes in. Mijn moeder, vroeger een godin in de keuken, bestelt visschotels als er bezoek komt, en ik krijg hoog met liflafjes opgetaste toastjes van de supermarkt als avondeten. Ze eten geregeld kant-en-klaarmaaltijden die zij wat oppept: kruidje hier, kruidje daar. Het kan ze niet zoveel meer schelen, ze hebben een lang en mooi leven samen gehad waarop het nu nog steeds fantastisch teren is.
Wat blijft en wat ze overeind houdt, is dit: de liefde.
We spreken veel over vroeger. Er komen steeds fotoboeken uit de kast, volgeplakt met vakanties, verjaardagen en verlovingen, met pasgeboren kinderen en spelende kleuters, uitjes met vrienden, jubilea waarbij de hele familie verzameld is. Vastgelegd geluk, waaraan het nog steeds goed laven is. Zachtjes strelen haar vingers de doden in de boeken. ‘Och, wat hebben we het goed gehad met die twee, ik mis ze verschrikkelijk,’ zegt ze bij een vlak na elkaar overleden oom en tante, of ‘Ze was zo graag bij ons,’ bij een oudtante.
Ze belt me vaker. Steeds opnieuw wil ze de verzekering dat het heus goed met me gaat.
Mijn vader – vroeger nogal ongeduldig van aard – legt haar nu trouwhartig, zonder enig spoortje van irritatie, vier keer op een dag uit hoe het Nespresso-apparaat ook alweer werkt. Hij kust haar vaak, zo in het voorbijgaan, even in haar nek, op haar wang, of op haar mond. ‘Dag meisje van me,’ zegt hij daarbij. ‘Dag man van me,’ antwoordt ze dan, glanzend door zijn liefde.
Vastberaden is ze ook. Alcohol is niet goed voor haar, en sinds ze dat weet drinkt ze geen druppel meer. Ze oefent haar geheugen met spelletjes, ze leest elke dag een halfuur hardop de krant aan hem voor om te wennen aan het praten met haar nieuwe gebit. Ze wil hem niet alleen laten: nooitniet, in niks. Ze wil bij hem blijven, ze wil voor hem – en voor haar kinderen – blijven zorgen. Het moet goed met ons gaan.
Fuck Parijs. Leve mijn ouders.
Gefeliciteerd met zulke lieve ouders!
Zuinig op zijn.
Erg mooi…en wat een Rijkdom..zowel om te hebben als naar te mogen kijken…
Een overvalst Spainkpareltje! En ja, liefde :)
Karin!! Tranen in mijn ogen en brok in mijn keel😘
Schitterend!
Heel herkenbaar en zo breekbaar.
Fijn dat ze elkaar nog hebben.
Mooi stuk zeg!
Ik herken het, bij mijn ouders
Het ouder worden, de liefde , het vasthouden aan elkaar
Jij een verhaal geschreven
Ik er een film over gemaakt
Hoop dat ze t nog een tijdje goed hebben saam.
Groet ! Marriet
Wat mooi!
wat verschikkelijk mooi en lief
en fijn dat je ze hebt!
heel veel lief thian
Mooi!
Zo waardevol, liefde. Fijn dat je dit mag zien en voelen, meemaakt.
❤️
– (tegelwijsheid) Liefde is een werkwoord
Wat mooi en onroerend .
Zo simpel, zo waar, zo gewoon. En toch voor slechts zo weinig mensen weggelegd. Heel goed dat je het weer eens beschrijft.
Prachtig Karin. Fijn om aan te denken in gewelddadige tijden.
Karin,
Je verhaal is ontegenzeggelijk ontroerend. Alleen de laatste zin vind ik een dissonant, aso eigenlijk. IS denkt precies zo: Fuck jouw ouders, leve IS. Het is juist deze egoïstische denkwijze die ten grondslag ligt aan alle oorlogen, klein of groot.
Ik begrijp heel goed dat ‘Parijs’ en zeker het overvoeren via de media over ‘Parijs’ jou de neus uit komt, dat is tenminste bij mij het geval: Er vallen een paar dooien in Europa en daar wordt meteen een giga drama van gemaakt, alsof daarmee een eventuele volgende aanslag bezworen kan worden. Niet dus.
Dat egoïsme was ook te zien bij die MH17. In mijn stad werden alleen de standsgenoten herdacht die daarbij om het leven waren gekomen, maar de anderen niet. Zolang we meer waarde hechten aan de onzen dan aan anderen – vanuit emotioneel standpunt begrijpelijk, maar het lost niks op – zullen oorlogen blijven voortduren.
Gelukkig laat je meestal een ander geluid horen, zoals nadrukkelijk nog in je vorige column, dus ik zal het je verder niet kwalijk nemen. Maar ik blijf die laatste zin jammer vinden.
Janus.
Mooi dank je wel….en lief van je Karin om dit met ons te delen
Mooi!
Wauw Karin, met een brok in mijn keel gelezen.
Grtjes Marjo