[5 mei column]
Na het verdriet en het verlies van gisteren vieren we vandaag de vrijheid. Een terecht contrast, want vrijheid verschijnt pas in haar volle glorie afgezet tegen heel iets anders: tegen gevangenschap bijvoorbeeld, of tegen angst, honger, armoede, onderdrukking, vernedering of gevaar.
We vieren de vrijheid. Meer nog dan geluk is zij is de kroon op ons bestaan: vrijheid bestaat óók uit het recht om keuzes te maken die eventueel tot je eigen verdriet leiden. Jezelf in het verderf mogen storten is een onmisbaar onderdeel van vrijheid. Je mag je hart verpanden aan een foute geliefde, je mag tegen je eigen belang in handelen, je mag jezelf opofferen voor een hoger doel.
Vrijheid is het recht om keuzes te maken. Daarom horen vrijheid en verantwoordelijkheid bij elkaar: keuzes maken zonder verantwoordelijkheid te aanvaarden voor de gevolgen, leidt tot willekeur en wispeltuur, en uiteindelijk tot immoraliteit. Zonder consequenties willen leven is zuiver egocentrisch.
De lijm tussen vrijheid en verantwoordelijkheid is vertrouwen. Wanneer we weigeren te geloven dat mensen verstandige keuzes zullen maken, breekt de boel. Want voor je het weet leidt het ertoe dat we mensen ‘tegen zichzelf’ in bescherming willen nemen, en dus: hun vrijheid aantasten. Of we gaan ze eindeloos controleren: gaan ze goed met hun vrijheid om, bedriegen ze de boel niet, willen ze stiekem iets verkeerds?
De overheid excelleert tegenwoordig in het benadrukken van ieders vrijheid en verantwoordelijkheid. Burgers moeten in ‘hun eigen kracht staan’ en zelf kiezen: iedereen wordt verantwoordelijk gesteld voor zijn eigen welzijn, en dat van de buren erbij. We leven immers in een participatiesamenleving.
Maar omdat het vertrouwen van de overheid in diezelfde burgers volkomen ontbreekt, leidt al dat gehamer op ‘eigen verantwoordelijkheid’ momenteel tot het nauwgezet inkaderen en controleren van burgers. Doet u niet iets verkeerd? Houdt u zich als arts wel aan alle protocollen? Levert u alle mutaties wel op tijd in? Ziet u als bijstandsgerechtigde uw vriendje niet te vaak?
Zonder vertrouwen hollen we de vrijheid uit. Zonder vertrouwen verkeert het toeschrijven van verantwoordelijk in het micro-managen van mensen. Maakt u wel de goede keuzes? Doet u de dingen inderdaad zoals wij dat willen? Draagt u uw verantwoordelijkheid wel écht?
Ik zou een overheid willen die haar burgers vertrouwt. Zo’n overheid schept ruimte en vrijheid, zo’n overheid stimuleert verantwoordelijkheid. Bovendien blijkt dat wantrouwen koesteren meer wantrouwen schept, terwijl vertrouwen schenken juist verantwoordelijkheid genereert. (En ja, het sluitstuk van zo’n aanpak is straf, voor wie zijn persoonlijke vrijheid heeft misbruikt om anderen te beschadigen of te benadelen.)
Ervan uitgaan dat niemand te vertrouwen is, betekent iedereen vrijheid ontzeggen.
Mooi stuk!
Doe mij ook zo’n overheid. Maar hoe dat er uit ziet, geen idee. Klein, gok ik.
Heel klein. Maar vooral: zonder veel pretenties. Misschien is dat nog wel het belangrijkste.
het woord verantwoordelijkheid heeft bijbels gezien geen grond. dit woord hoort in de asbak. slap stuk.
Jan @3: Wanneer de vraag of iets een ‘bijbelse grond’ heeft je enige argument is, is er waarschijnlijk wel meer dat volgens jou in de asbak hoort. De computer waarop je mijn stukje las en je antwoord typte, bijvoorbeeld.
het woord “argument” hoort wat mij betreft ook in de asbak omdat het een moralistische lading heeft, net als het woord “kwetsbaar.” Inderdaad zijn veel woorden terug te voeren op het Grieks en Hebreeuws, zoals het woord pauze dat met Paulus te maken heeft. Het Hebreeuws is de oertaal en is sinds de val van Babel onafhankelijk gebleven.
Jan @5: Nou, dat ruimt dan aardig op qua woordenschat. Enneh, verder nooit moeite om een gesprek met anderen te voeren?