Overheden bepleiten allerlei nobele dingen voor volk en toekomst. Dat staat chic en beschaafd, het getuigt van hooggestemde intenties. En het klinkt prettig ambitieus, ja zelfs een tikkeltje wild: ‘Kijk ons eens durven…? Wij maken ons openlijk hard voor mensenrechten, voor duurzaamheid! Daar staan wij vierkant vóór!’
Maar ja. Zodra diezelfde overheid merkt dat de consequenties van haar opstelling in eigen vlees snijden, is het snel gedaan met die hoogdravendheid. Dan gaan politici ineens wiebelen en slalommen, zijn de mitsen en de maren niet van de lucht.
Neem schone energie. Iedereen weet dat fossiele brandstof op haar laatste benen loopt, en dat kernenergie onze problemen alleen maar afwentelt op latere generaties. Nog dieper in de aarde delven is geen oplossing: de enige duurzame energie komt uit zon, wind en water.
Maar zodra Shell zich daartegen verzet – zulk beleid tast hun monopolie aan – wil Nederland ineens toch graag naar schaliegas boren. Zelfs al weten we dat we de aardbodem daarmee onherstelbare schade toebrengen, dat schaliegas per definitie geen lange-termijnoplossing is, en dat zulke strapatsen vooral de aandacht afleiden van wat we écht nodig hebben, te weten: schone, duurzame energie.
Want stel je toch eens voor dat ons vooruitstrevende, beschaafde beleid aan bestaande belangen zou tornen. Dat het gevestigde partijen geld zou kosten. Dat was niet de bedoeling.
En zo vallen we telkens terug op hoe de dingen ooit waren, vergeten we al onze nobele intenties, ja zelfs de hang naar dat tikkeltje wilde, en bestendigen we alsnog de status quo. Mooie plannen verworden tot niks dan zoethoudertjes: praatjes voor de vaak.
Rusland criminaliseert homoseksualiteit. Rusland organiseert de Olympische Spelen. Nederland beweert internationaal voor de rechten van homoseksuelen te staan, maar komt intussen opdraven met de grootst denkbare overheidsdelegatie: koning, koningin, minister-president, plus de minister van sport. Dat zich onder onze eigen deelnemende sportlieden ook homoseksuele sporters bevinden, verdoezelen we. Want dat komt even niet handig uit.
Je ziet het steeds weer. We strijden tegen tabak. Geweldig, want dat spul veroorzaakt honderdduizenden doden per jaar, en er is inmiddels een veel gezondere manier om van nicotine te genieten: elektrisch roken, oftewel dampen. Maar dampen tast oude monopolies aan, en de overheid verliest daardoor haar tabaksaccijnzen. Dus wordt dampen in het verdomhoekje gezet, nota bene met een beroep op diezelfde volksgezondheid.
Dat de overheid te vaak naar haar eigen korte-termijnbelang kijkt, is niet zo verrassend. Het is zelfs niet onbegrijpelijk. Maar dat men het dan doet voorkomen alsof de moraal heeft gezegevierd – dát is pas echt onverteerbaar.