Het KWF wilde met de campagne ‘Aandacht, AUB!’ wijzen op de soms gebrekkige psychosociale zorg voor kankerpatiënten,. De campagne bestond uit een ‘luchtige’ serie filmpjes op waarin daadwerkelijk gerapporteerde blunders waren uitvergroot. De verhalen waren echter dermate dik aangezet dat het enige dat van het originele probleem overbleef, ongeremde botheid en grote desinteresse was.
Artsen die aan de lopende band patiënten en uitslagen verwisselen. Artsen die niet luisteren naar hun patiënt. Baliepersoneel dat zich een slag in de rondte klungelt. Verpleegkundigen die meer in roddels, vakantiefoto’s en verjaardagstaart zijn geïnteresseerd dan in hun patiënten.
Het was van een grote treurnis. Artsen en verpleegkundigen werden neergezet als een bonte verzameling minkukels, stoethaspels, botterikken, haantjes en klootzakken. De patiënten leken op zielige vloermatten die alles met afgrijzen over zich heen laten komen. Mij lijkt dit niet de weg om een gesprek te openen. Eerst zet je een beroepsgroep publiekelijk te kakken, en vervolgens beweer je dat je een gesprek wilt aangaan?
Mijn ervaring is dat oncologen en verpleegkundigen buitengewoon begaan zijn met hun patiënten, en dat iedereen enorm zijn best doet. Ja, er gaat wel eens iets mis, maar dat komt meestal voort uit chronisch tijdgebrek: desinteresse of botheid is zelden het probleem.
Na veel commotie trok KWF de campagne terug. Een verstandig besluit, maar had het KWF niet eerder kunnen begrijpen dat deze aanpak zonde was van de 450.000 euro die ze erin staken?
Temeer daar er een aantal grote problemen liggen in de psychosociale zorg van kankerpatiënten. Een van de grote vragen – die iedereen bezighoudt, artsen en patiënten incluis – is hoelang je moet blijven doorbehandelen. Moet je aldoor maar nieuwe remedies blijven zoeken en nog weer een chemo of serie bestralingen aanbieden, terwijl duidelijk is dat die weinig uithalen en hooguit een maand of twee verlenging kunnen opleveren?
Wanneer gaat kwaliteit van leven boven het verlengen van het leven? Wanneer wordt levensverlenging een uitputtingsslag? Hoe maak je in hemelsnaam zo’n afweging? En hou je, door steeds naar weer andere interventies te zoeken, uiteindelijk niet het idee in stand dat er, zelfs tegen de keer in, wellicht toch genezing is te vinden? Hoe kunnen artsen en patiënten hun beider besef van machteloosheid tegenover die voortwoekerende kanker anders oplossen dan door steeds weer naar nieuwe technologieën te grijpen?
Dat zijn vragen waar zowat alle artsen en patiënten mee worstelen. Waar nog bijkomt dat artsen vaak denken het niet ‘goed’ te doen wanneer ze niet alles uit de kast halen voor hun patiënt, en patiënten soms bang zijn om een behandeling die ze als te belastend voorkomt, te weigeren.
Dáár zoo het KWF zich eens over moeten buigen. Liefst niet in ‘geestige’ sketches van maximaal één minuut elk.
Over de uitputtingsslag van levensverlenging: dit grenst aan het thema van het boek “Tumult bij de uitgang. Lijden, lachen en denken rond het graf” van Bert Keizer, besproken bij Boeken afgelopen 29-12: http://boeken.vpro.nl/televisie/boeken/2013/29-december.html