Via mijn mentorschap bij DasArts in 2007 heb ik Nir Nadler leren kennen. Zijn werk overdonderde me nogal. Aan het eind van het blok dat ik daar samen met Titus Muizelaar gaf, deed Nir samen met zijn vrouw Chaja Hertog een performance die nog lang op mijn netvlies stond gebrand. Het was met afstand het mooiste dat ik bij DasArts had gezien, nee, het was een van de mooiste dingen die ik ooit had gezien. Simpel, krachtig, gelaagd, spannend, onthutsend – en ontroerend.
In een klein en schaars verlicht kamertje lag Nir in een donker kostuum op een kleine verhoging die niet veel breder of langer was dan hijzelf. Twintig centimeter boven hem zweefde Chaja. (Nou ja, zweefde… Ze hing in een onzichtbaar perspex en leren frame dat met sterke draden aan het plafond was bevestigd, maar daar zag je allemaal niks van dus het leek of ze zweefde.) Chaja’s haar viel half over Nirs gezicht, haar rode rok hing langs haar benen naar beneden. Zo lagen ze daar, volkomen onbeweeglijk in elkaars ogen starend: heel dicht bij elkaar maar met een niet te overbruggen afstand tussen hen beiden. Mind the gap heette de performance.
Chaja’s werk had ik tot nu toe alleen als documentatie gezien. Maar de video van Instrumen vond ik – alweer – prachtig. Voor die installatie heeft ze voor drie musici instrumenten ontworpen die vervloeiden met hun lichaam: instrumenten die je moet aantrekken om ze te kunnen bespelen, instrumenten die je omgeven, instrumenten die nieuwe ledematen werden. Vervolgens zijn die drie musici gefilmd en daar maakte Chaja een groot videodrieluik van.
Vandaag zag ik voor het eerst een werk van Chaja live. Nir had me er al over verteld: het maken ervan had nogal wat voeten in aarde gehad. Chaja heeft vier paarden gefilmd, die op een lopende band stonden. Bij de afdeling Dierengeneeskunde in Utrecht hebben ze een speciale lopende band voor paarden en andere grote dieren: voor onderzoek en voor therapie enzo. Uiteindelijk kon ze daar niet terecht en moest ze op het laatste moment uitwijken naar een onderzoekscentrum in Duitsland (en dus ook nieuwe paarden vinden). De dieren staan op de lopende band, die langzaam in beweging wordt gezet, zodat ze gaan lopen; ondertussen werden ze frontaal gefilmd.
Vandaag zag ik het vierluik dat ze daarvan heeft gemaakt: The Four Riders of the Apocalypse. Vier grote panelen, op elk paneel een paard. Een wit paard met franje aan zijn benen, lange haren die bij elke stap prachtig golven; een zwarte Arabier met zulke ranke poten, oh nee benen, dat je je afvraagt hoe ze zijn gewicht kunnen dragen; een grijs paard, rank en iets kleiner dan de rest; en een bruin paard, een echt werkmanspaard, zo’n gedrongen Belgisch-bierpaard, met korte, brede benen.
De video’s zijn zo gesneden dat de paarden bijna synchroon lijken te bewegen. je ziet ze vlak voor je staan en soms ongeduldig met een hoef schrapen. Hun hoeven glimmen. Dan komt de lopende band in beweging. Hun borstkas deint: linkerbeen, rechterbeen, linkerbeen. De video zit ze zo dicht op de huid dat je alle spieren ziet bewegen en de aderen ziet zwellen. Langzaam neemt het tempo toe – het kleinere grijze paard lijkt de toon aan te geven – en even gaan de twee middelste paarden in galop; dan zakt het tempo weer. Oren. Ogen. grote zwarte ogen. De mond van de paarden, met lange ruige haren, nat geworden neusgaten, weer die ogen van zacht fluweel, en die kleine fiere oren die zowat een halve cirkel draaien terwijl de paarden de geluiden om hen heen trachten te volgen. En dan weer die borstkassen en die gestaag op je af stappende benen.
Het is fascinerend. Dat trage, langzame, bijna machinale deinen van die borstkassen; links rechts links rechts. De dunne benen, het buigzame gewricht net boven de hoef: het buigt naar voren, het buigt naar achteren, en het houdt het hele paard overeind. De vier hoeven die allemaal even kort in de lucht zijn als het grijze paard in galop gaat. En al die tijd bouwt de spanning zich bij de toeschouwers op, je verwacht steeds maar dat ze losbarsten in een genadeloze galop, dat ze vooruit zullen stormen en vlokken schuimend speeksel langs hun flanken zullen jagen en ons omver zullen lopen, en dat gebeurt steeds nét niet. Na een minuut of acht begint de video van voor af aan, de spanning net op een wat hoger niveau. Een bolero voor vier paarden.
D’r was iemand die tegen Chaja zei dat dit abosluut museumwaardig was. Ik was het helemaal met hem eens, zeker toen ik van Nir hoorde dat de videopanelen – die nu naar schatting 75cm x 150cm waren – eigenlijk groter waren bedoeld en dat ze makkelijk 2,5m x 5m zouden kunnen zijn. Dat zou ik graag zien: die vier paarden, meer dan levensgroot, die onrustig dralen en stappen en malen en lopen en draven, en die eindeloos op je af komen.
The Four Riders of the Apocalypse was Chaja’s afstudeerwerk voor de Academie voor de Beeldende Kunst in Den Haag. , het werk is daar nog tot 3 juli te zien te zien.
[Vorig jaar zomer hadden ze een gezamenlijke tentoonstelling in Israël, en tot mijn eer en genoegen vroegen Chaja en Nir me toen om een artikel voor de catalogus te schrijven.]
Wat een idioterie; Paarden op een lopende band zetten en dat dan kunst durven te noemen. #museumwaardig
Wat is er in hemelsnaam erg aan om paarden te laten lopen op een lopende band die speciaal voor paarden is ontworpen, voor onderzoek en therapie?
Wat een fantastische beschrijving/omschrijving: ik zie dit kunststuk ‘levensecht’ voor me! Ik ben heel, heel nieuwsgierig.
iendeloos…. wel mooi die paardjes !!
Je beschrijft het wonderbaarlijk goed. Maar het heeft voor ons hier in ‘t diepe zuiden veel te veel voeten in de aarde om ‘t daar bij jullie hoog boven in ‘t land ‘ns ‘n keer te gaan bekijken. Daar komen wij nooit. En dat mogen wij ook niet. Proficiat.
at Post 1
De schilderijen van Vincent Van Gogh vond men eerst ook afschuwelijk…
Ik had het graag gezien Karin, zeker na jouw beschrijving. En zeker wanneer het op videowalls geprojecteerd zou zijn geweest. Was dat onmogelijk? Een paar flinke beamers doen wonderen.
Dick: gezien de beschikbare ruimte en het budget ging het niet anders. HD-beamers had Chaja echter nu juist wel…