Van twee tot twee (met roos toe)

Op tweede kerstdag kwam ik zo rond twee uur ‘s middags bij mijn ouders aan en rond twee uur ‘s nachts gingen we slapen. In de tussentijd – twaalf uur lang – hebben we vrijwel non-stop gepraat. Soms over koetjes en kalfjes maar de meeste tijd over belangrijke dingen: over jeugdherinneringen en de liefde, over hun verloren zoon en mijn kwijte broertje; over werk en vrijheid, over ouder worden, over muziek en vrienden, over verjaardagen en vakanties, over hun vaders en moeders.

Een groot deel van die twaalf uur stond de radio op de achtergrond aan: de top-2000 aller tijden werd gedraaid. Nu ja, aller tijden… Popmuziek, zo vanaf 1965, met een enkel ouder nummer ertussen. Met vereende krachten konden we bijjna alle nummers identificeren en hoefden we de krant – waar de volledige lijst in stond afgedrukt – amper te raadplegen. De muziek haalde veel herinneringen boven. Aan de Tee Set, waar ik ooit een groot fan van was. Aan de galmknop van mijn oude radio (waarop de grammofoon was aangesloten) die ik aanzette bij nummers die ik erg mooi vond. De galmknop was bedoeld om radiopreken kerkelijker te laten klinken. ‘Wij gebruikten Gods knop ijdel’, schreef ik later nog. Aan mijn vaders vader, waar ik eigenlijk amper verhalen over kende maar nu navraag naar deed. Hij was horlogemaker geweest en deed zowat alles zelf: hij fabriceerde zelfs de radertjes die hij voor zijn reparatiewerk nodig had, en koperslaan kon-ie ook. Mijn vader moet z’n handigheid van hem hebben. Herinneringen aan vakanties. Aan verhuizingen. Aan wie toen wat zei en waarom ook weer.

Urenlang spraken we – zoals wel vaker – over hun zoon, mijn broer. Wat er mis is gegaan. Of er iets mis is gegaan. Of we iets anders hadden kunnen of moeten doen. Hoe vaak ik zijn huisdeur had ingeslagen. Dat ik nu de kwaaie pier ben, in zijn ogen, maar een aantal jaar terug was ik zijn enige vertrouweling en was het mijn vader die alles fout had gedaan. Hoe het nu met hem zou zijn. Of-ie nu enige stabiliteit in zijn leven heeft. Of hij de muziek weer heeft opgepakt. Of er nog schuldeisers achter hem aanzitten. Of hij de geschiedenis nog zo kan veranderen als-ie eerder deed. Het was zo’n gesprek dat niet hielp maar wel veel uitmaakt, zo’n gesprek dat maakt dat hun verdriet gekanaliseerd raakt en dat helpt de stilte rondom M weg te houden; zo’n gesprek dat maakt dat-ie er nog een beetje is.

En ondertussen steeds die oude nummers. We klaarden op bij Neil Diamond, een liefde die ik – zoals veel andere muzikale liefdes – aan mijn ouders heb te denken, net zoals zij op hun beurt veel muziek van mij en M hebben geleerd: van de Tee Set (heh) tot Golden Earring en CSN&Y. Het tekent ze: ze hebben altijd willen luisteren naar wat M en ik draaiden, hoe raar ze het soms ook vonden, en deden hun best te begrijpen wat het voor ons betekende. (Ze hebben voor mij zelfs naar Godflesh geluisterd.) Van hen heb ik Johnny Cash geleerd, Van Morrison (die zij weer van hun vrienden hadden geleerd), en Ella & Louis; M heeft zijn liefde voor Indiase muziek aan mijn vader te danken, en ik die van mij voor Arabische muziek. Geen slechte oogst.

‘Wat ik wel jammer vind,’ zei ik op enig moment, ‘is dat ik nooit klassieke muziek van jullie heb geleerd.’ ‘Wel,’ zei mijn moeder gedecideerd, ‘op zondag draaiden we altijd klassiek.’ ‘Heus? Wat gek,’ zei ik, ‘daar herinner ik me niks meer van. Wel die ellendige Ray Conniff en Andrew Williams. En oh god – hoe heet die man ook weer – die vent met die harp! Kerstliedjes op de harp!’ Na een minuut wisten we zijn naam weer: Luis Bordon, mijn kinderkerstnachtmerriemuziek. En nu hadden we de grootste lol om Luis. Op een van die platen stond Luis met een kerstmanmuts afgebeeld.

Het was goed, te Almelo. Mijn ouders deugen.

Toen ik later in mijn Canta wou stappen, die braaf op Centraal Station op me had staan wachten, bleek die een cadeau te dragen. Iemand had een dik ingepakte witte roos tussen de voorruit en ruitenwisser van mijn autootje geklemd. De roos staat nu op tafel en bloeit voluit.

Author: Spaink

beheerder / moderator

16 thoughts on “Van twee tot twee (met roos toe)”

  1. Goede gesprekken deugen altijd :D

    Ik hoop ooit nog eens een goed gesprek met mijn ouders te kunnen hebben; helaas dat mijn vader te dominant is en altijd gelijk wil hebben, zodat er altijd (meestal zinloze) discussies ontstaan en helaas dat mijn moeders geestelijke gesteldheid een goed gesprek helaas onmogelijk maken.

    Maar gelukkig heb ik ze beiden nog; inclusief de onhebbelijkheden en gebreken (nobody is perfect).

    Een broer heb ik ook, maar da’s nog slechts een bloedverwant.

  2. Hoi Karin,

    Mooi dat is nog over dit soort dingen kunt praten, mij is dat niet meer gegeven. Ik vond het een mooi verhaaltje om te lezen, zo heeft Kerst toch ook een warm karakter van wat was en wat is.

    Prettige jaarwisseling en veel gezondheid en blogplezier in 2009!

    Groetjes, Joh

  3. Jogy, de verhouding tussen mijn ouders en mij is ook niet altijd even eenvoudig geweest, het heeft een tijd geduurd voor we kwamen waar we nu zijn. En het kwam pas echt helemaal goed toen ikzelf meer begon te praten en conflicten niet langer uit de weg ging, zonder ruzie te willen zoeken. Kitty, mijn vader is ook betrekkelijk dominant – en ik lijk daarin nogal op ‘m – maar mijn moeder is ook niet voor de poes, dat scheelt :)

    Ik heb ooit een vrij waarheidsgetrouw verhaal over ons gezin geschreven, een soort collage, versneden en vermengd – waar in de geest, fictief in zijn vermenging en selectie. Het is in z’n geheel te lezen op http://www.spaink.net/boeken/stokken_stenen_groepsportret.html. Dat verhaal gaat trouwens ook deels over muziek, en gods galmknop wordt daarin beschreven :)

    [Sidenote: voor publicatie heb ik het verhaal aan mijn ouders laten lezen. Ze hebben zich de tranen in hun ogen gelachen, wat ik enorm voor ze vond pleiten.]

  4. Behalve mooie herinneringen is er eigenlijk niets de moeite van het bewaren waard en dit gesprek lijkt me zo’n mooie herinnering.
    Opslaan op je eigen harde schijf en dan maar hopen dat je geest en jij het evenlang volhouden.
    Gelukkig heb je de kans gekregen (en genomen) om tot een dergelijk contact te komen.

    Die witte roos moet gevoeld hebben als een passende afsluiting van een mooie dag.

    Bij deze een zo gelukkig en gezond mogelijk 2009 toegewenst.

  5. @Karin: ik kwam er van de week achter dat ik je boek ” Stokken en stenen ” al eens heb gelezen; langer dan 12 jaar geleden in elk geval; kon het me niet meer herinneren. Ik had er een dagboekaantekening van gemaakt, nav het feit dat jij toentertijd ook (net als ik) op het Type O Negative forum postte. Ik zal het boek nog eens uit de bieb lenen, want volgens mijn dagboek was het interessant :D

  6. Persoonlijk contact met familieleden is prettig. Sinds ik het huis uit ben kan ik makkelijker met mijn ouders praten over persoonlijke dingen als liefdesleven, genderidentiteit, genoten opvoeding en spiritualiteit.

    Vooral als je ouders zelf ook groeien zijn dergelijke gesprekken waardevol, zowel voor jou als voor je ouders.

  7. Gisteravond zag ik ´SMOEDERS´ van Maria Goos en Marcel Musters en ik heb genoten! Wat zalig, die herinneringen over hun overleden moeder/ouders (http://www.mugmetdegoudentand.nl/smoeder/artikel-opzij.html)

    En jullie kunnen het nu al, jij met je ouders(grappig dat ze in Almelo wonen, daar komen mijn ouders vandaan!). Bijzonder dat jullie zoveel uren door kunnen praten.

    N.a.v. het stuk van Maria en Marcel bedacht ik me ook dat ik meer met mijn ouders zou willen praten, meer herinneringen ophalen. Straks zijn ze er niet meer en dan kán het niet meer.

    Toch maar es DOEN! (toch nog een goed voornemen, terwijl ik die niet wilde ha!)

    En jij nog een mysterieuze roos, wie weet is het feit dat ie zo mooi bloeit een voorteken ;-)

    Goed 2009 gewenst en santé!
    Groetjes, Mien

  8. Mien, er was een moment dat ik bedacht: ‘Ja er zijn dingen gebeurd die ik erg vond, als kind, en waar ik enorm overhoop mee heb gelegen, maar hadden ze het anders kunnen doen? Was het hun _bedoeling_ me te kwetsen of te schaden?’ En ineens realiseerde ik me dat ze ook maar alleen hun best deden. Daarna werd alles een stuk makkelijker. Kinderen nemen hun ouders te makkelijk te veel kwalijk, besefte ik toen – terwijl die ouders gewoon hun allerbest doen.

    Er was een moment dat ik me ineens niet meer hun kind voelde maar een gelijke, en toen oprecht kon vragen: ‘Waarom deden jullie dit? Wat dacht je bij dat?’ Het perspectief was verschoven van mijn kwetsuurtjes naar hun motieven. En gaandeweg snapte ik dat ze het soms ook niet wisten maar altijd wel hun best hadden gedaan. En die wetenschap maakte alle verschil. Sindsdien zijn mijn ouders en ik ellkaar zoveel nabijer gekomen, en ik vind dat een groot cadeau. Soms den k ik wel dat de crux is dat ik niet meer als kind naar mijn ouders kijk, maar als volwassene.

    Die roos, ja, dat was een bonus. Ik heb geen idee of iemand een roos kwijt wou en die toen maar op mijn autootje parkeerde of dat iemand dat autootje herkende als het mijne en daar toen die roos parkeerde. Hoe dan ook was het een mooie geste, en de roos doet het hier goed.

  9. Ik wil zelfs nog verder gaan dan dat, Karin. Mijn vader, met wie ik een erg goede band had, realiseerde zich heel goed wat er fout ging bij ons thuis, en ook dat het schade toebracht aan zijn dochters. Ik besprak altijd veel met hem, we stonden elkaar na, herkenden onszelf in elkaar. Hij heeft ooit tegen me gezegd dat hij zijn excuses wilde aanbieden voor de vele ruzies en scenes die ik als kind had moeten meemaken tussen mijn ouders. Hij zei toen dat hij als kleine jongen vaak huilend over straat liep, om de ruzies tussen zijn ouders niet te hoeven aanhoren, en dan tegen zichzelf zei: “Dat ga ik later heel anders doen”. En, voegde hij daar toen aan toe, “dat is me helaas niet gelukt”.

    Zelf heb ik heel bewust geen kinderen genomen. Mijn moeder was niet toerekeningsvatbaar en ik heb de bewuste beslissing genomen dat ik op geen enkele manier de kans wilde lopen dat ik ook een ontoerekeningsvatbare moeder zou worden. Ik vermoed dat als mijn moeder was geboren in de tijd dat ik dat werd, dat ze dan dezelfde keuze zou hebben gemaakt. Maar mijn moeder werd in 1914 geboren. En ging gewoon trouwen, kreeg gewoon kinderen, zoals dat ging toen, in die tijd voordat de pil bestond, voordat gezinnen werden gepland, voordat het normaal was voor een vrouw om de keuze te maken niet te trouwen. Mijn moeder was zelf de jongste van 11, in een tumultueus gezin met boven haar een broertje, het lievelingskind van haar moeder, dat vanaf de geboorte ziekelijk en astmatisch was er waar alle liefde en aandacht naartoe ging. Mijn moeder hing er maar een beetje bij, had wel een goede band met haar vader, maar die stierf al toen ze 18 was.

    Moet ik dan, met mijn ook al tumultueuze geschiedenis, mijn moeder kwalijk nemen dat ze het er niet beter van af wist te brengen dan ikzelf? Dat is toch onzin. In die tijd dat mijn ouders hun kinderen groot brachten hield je naar zelfs je beste vrienden je standje op, mensen gingen zelden naar een psychiater. Dus deden die mensen, op zich met precies dezelfde goede voornemens als vandaag weer iedereen maakt, gewoon wat henzelf het beste leek en zoals ze dat thuis ook al hadden meegemaakt.

    Het valt me op dat volwassenen er vaak niet in slagen hun ouders te zien als dezelfde feilbare mensen als ze zelf zijn. Zelf doen ze van alles verkeerd en daar vinden ze elk excuus van de wereld voor, maar die ouders hadden altijd supermensen moeten zijn, altijd paraat, altijd warm, zorgzaam en precies het goede zeggend naar hun kinderen. Op die manier kunnen die ouders, hoe goed ze het ook gedaan hebben, natuurlijk alleen maar tekort schieten in de ogen van die kinderen. En dat is redelijk onvolwassen.

  10. Sorry is wellicht leuk te horen, het verandert niet wat gebeurt is. Mijn vader heeft me ooit verteld waarom hij bepaalde keuzes gemaakt heeft en dat hij niet altijd voor ons koos. Vlak daarna was hij dood.
    Die gesprekken koester ik. Mijn moeder die al haar hele leven manisch depressief is en niet instaat voor haar daden zei vaak genoeg “sorry” maar dat werkt niet meer. We zien elkaar al 10 jaar niet meer en zo is het wel goed. Wat ze me aangedaan heeft kan ze niet oplossen en ik wil ook geen sorry meer van haar horen. Wel zo rustig.

  11. Karin, ik denk ook al langer dat mijn ouders hun stinkende best hebben gedaan, en nog ;-).

    Op hun manier waren ze alweer een stuk progressiever dan hun ouders, dat zie ik wel. Bij ons is het meer een kwestie van verschil in geloof. Mijn ouders zijn erg gelovig en ik dus helemaal niet (meer).

    In hun ogen ben ik het verloren schaap, en ik snap dat, vanuit hun oogpunt, ook wel.

    Maar verschil in denkwijze over zoiets basaals, dat maakt communicatie wel eens wat moeilijker dan ´normaal´ (al weet ik ook weer niet precies wat ´normaal´ is ;-) )

    Houden van mijn ouders doe ik zeker en dat dat wederzijds is, dat weet ik ook zeker, dat is natuurlijk het belangrijkste, maar soms, soms zou ik willen dat ik, zonder me zorgen te maken of het hun ´kwetst´ – zo voelt het als ik mijn ´ongelovige standpunt´ over bepaalde onderwerpen zou tentoonspreiden-mijn mening kon delen

    Ik vind het wel eens jammer, van huis uit heb ik nogal het gevoel meegekregen dat ´ongelovigen´ de weg kwijt zijn, dat ze niet willen, kortom mensen zijn die minder waard zijn (om het maar even zwart-wit te stellen) en tsja, dat maakt het niet gemakkelijker!

    Wie weet komt het nog?!
    Groetjes en een goed 2009!
    Mien (ik was mijn posting, hier, alweer vergeten *muts*-maar dan wel een lekker warme, wintermuts :-) )

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Hou me per e-mail op de hoogte van nieuwe reacties op dit artikel.
      (U kunt zich hier abonneren zonder zelf te hoeven reageren.)

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.