Morgen wordt bekend gemaakt wie de Nobelprijs voor de literatuur krijgt. Er circuleren zoals gewoonlijk allerlei namen, waaronder – ook zoals gewoonlijk – Cees Nooteboom, Amos Oz, Margaret Atwood en Carlos Fuentes. Atwood zou ik de prijs van harte gunnen maar al een paar jaar vind ik dat Haruki Murakami ‘m verdient.
In 1992 of 1993 las ik voor het eerst een boek van hem: Hard-Boiled Wonderland and the End of the World. Ik was zo overdonderd dat ik prompt begon aan een proefvertaling, totdat ik ontdekte dat een Nederlandse uitgeverij de rechten al had gekocht. HBWEW gaat over doolhoven, het geheugen, onderaardse gangen, eenhoorns, bibliotheken, onthechte mannen en vreemde meisjes, en doet dat op afwisselend nuchtere, sprookjesachtige en absurdistische toon. Ik was overdonderd en heb daarna alles van hem gelezen, en steeds met groot plezier. De man schept wonderlijke werelden die vertrouwd en vreemd tegelijkertijd zijn, en vertelt verhalen die je niet loslaten. En hij is uiterst citabel: “…the subconscious mind is always changin’. Like an encyclopedia that keeps puttin’ out a whole new edition every day.” (uit HBWEW)
Op 28 oktober aanstaande organiseert de SLAA overigens een avond over Murakami in de Balie, Amsterdam.
Nou.
Dan zal ik dadelijk maar ‘ns gaan kijken of ik dat hier in de boekhandels kan vinden, want ik ga ‘n weekje uitwaaien met de wilde haren aan de dito baaien op een van de eilanden ten noorden van ‘t land en in de zee
en geen mooier tijdsbeeld, dan ‘t vest om de schouders, de sloffen aan de voeten en een zachtjens knosperende haard in het directe stralingsveld.
Een mooi glas wijn, met ‘n fonkeltje zo hier en daar en af en toe tot ver en diep na middernacht.
‘t Zal ‘t eerste boek zijn in jááren, dat ik weer eens lees.
‘^_^/’
En o wee als ‘t toch niet goed is, dan kieper ik je zó in zee.
Ik vind het een beetje raar dat er een Nobelprijs voor de literatuur is. Net zoals dat ik literaire wetenschappen geen wetenschappelijke studie vind.
Een boek is maar een idee. Een idee dat nooit getoetst kan worden anders dan aan de wereld in dat boek. Om alleen dat de basis voor een wetenschappelijke prijs te laten zijn…
De Nobelprijs voor de literatuur is geen wetenschappelijke prijs, evenmin als de Nobelprijs voor de vrede dat is….
Dat weerspreek ik ook niet Karin, ik vind het alleen raar dat Nobel er zijn naam mee heeft verbonden. Juist omdat het geen wetenschap is (zoals de andere drie wel).
Een mens leeft niet bij wetenschap alleen, dat zal het zijn geweest :)
Ik wil de Nobelprijs voor schone tanden geven aan mijn tandarts omdat ik nog steeds geen gaatjes heb na al die jaren!!
En de Nobelprijs voor beste vriend aan mijn overleden vriend waarvan ik hier de naam niet noem! (O, dat mag dan geloof ik weer niet).
Als kleine krabbelaar in de marge vond ik het gegeven betrffende De Clézio’s vervangende dienstplicht in Thailand, een land ook wel bekend onder de naam Naailand, verfrissend. Hier een man die anno 1968 al zo tekeer ging tegen kinderprostitutie dat de golven die hij daar maakte de Fransen tot overplaatsing noopten.
Niet alles is Sodom en Gomorra in de literatuur, niet iedere schrijver hakt erop los als prutsers als Kluun, als slettebakken zoals Millet, ja, als schrijvers zoals Nabokov. Dus Nabokov hield van jonge meisjes…ergens ben ik bang dat de man net teveel inzicht had in de diepgang van deze wellust om nog kosjer genoemd te kunnen worden…Zijn puntjepunje Laurapuntjepunte, zijn postume werk wat er dan toch aan zit te komen zal ons eea duidelijk maken, nietwaar?
De Clézio stelde zich teweer en kon gaan. Nu heeft ie ‘m, eenzelfde Nobelprijs als Nabo. Mooi, goed en fijn zo!