[Gepubliceerd in Lover, september 2008.]
We hebben het altijd maar over dat glazen plafond waartegen vrouwen hun hoofd stoten en dat ze tegenhoudt om hogerop te komen in hun werk. Die discussie bevalt me slecht. Als er één ding is dat ik heb geleerd van het feminisme, is het dat je moet leren de goede vragen te stellen en dat je zaken altijd van twee kanten moet bekijken. Elke ouderwetse probleemstelling heeft een pendant. De kunst is die tegenhager naar boven te halen. Dat nu doen we zelden in die glazen-plafonddebatten.
Allereerst: de vraag is niet alleen waarom vrouwen minder vaak promotie wordt aangeboden, waarom ze minder voor commissariaten en directeurschappen worden gevraagd en vaak een lager salaris krijgen voor hetzelfde werk als hun heren collega’s. De corresponderende vraag is waarom mannen zoveel vanzelfsprekender promotie, commissariaten en hoger loon wordt aangeboden: waarom mannen verhoudingsgewijs makkelijk op hun carrièreladder stijgen; waarom vrouwen tobben met een glazen plafond, terwijl mannen een glazen lift hebben die ze met aanzienlijk minder hoofdbrekens omhoog voert.
Er is een oude sociologische wet die zegt dat een hiërarchie geneigd is werknemers net zolang te promoveren totdat ze hun niveau van incompetentie hebben bereikt. Dat is geen genderneutrale wet, hij heet niet voor niks ‘The Peter Principle’. Het is een mannending: je doet je werk goed en dus word je min of meer automatisch opgewaardeerd, ongeacht of je de volgende verdieping beheerst of aankunt, en dat net zolang totdat je blijft hangen omdat je ooit een niveau bereikt dat boven je macht blijkt te liggen. De verwachting van competentie werkt totdat je incompetent blijkt. De vaste – en cynische – aanvulling op het Peter Principle is dan ook dat na verloop van tijd elke positie binnen een bedrijf wordt vervuld door iemand die daar incompetent voor is, terwijl het echte werk onderwijl wordt verzet door degenen die hun niveau van incompetentie nog niet hebben bereikt
Nu wil ik bepaald niet zeggen dat de mensen die hun incompetentieniveau hebben bereikt alleen mannen zijn en dat de tweede groep, die van de echte werkers, hoofdzakelijk uit vrouwen bestaat, maar het Peter Principle komt bij vrouwen amper voor en bij mannen is het een veelvoorkomend doch maatschappelijk genegeerd verschijnsel. Volgens mij is het ‘t missende onderdeel in de discussie over dat glazen plafond, en een invalshoek die we beter moeten benutten. Vrouwen hebben een ingebouwde anti-Peter. Wij stijgen minder vanzelfsprekend tot incompetente hoogten. Wij zijn minder riskant voor onszelf en voor een bedrijf. Wij prijzen onszelf niet te ver de lucht in, ins blaue hinein.
Ook het eindeloze gevraag aan vrouwen hoe ze werk en gezin combineren is zo’n valse, want eenzijdige kwestie. Waarom wordt die vraag alleen op vrouwen van toepassing verklaard? Waarom vragen we dat nu nooit ‘s systematisch aan mannen? Waarom is Cisca Dresselhuys de enige journalist die mannen die vraag voorlegt? Mannen hebben toch ook een huis, en geliefden, en soms kinderen naast hun werk?
Juist de aanname dat het combineren van werk en gezin een vrouwenprobleem is, is het probleem. De vraag zou juist, en principieel, vooral aan mannen moeten worden gesteld. Want de maatschappelijke aanname dat zulks niet hun probleem zou zijn, is het werkelijke venijn in de staart. Die aanname pint vrouwen immers vast op iets waarvan ze los willen. Die aanname is onderdeel van het glazen plafond, en laat mannen lustig doorPeteren.
26 mei 2008 / Lover 2008-3, september; foto: Nuglass bouwbedrijf
Ik had nog nooit van het Peter principle gehoord, interessant.
Volgens jou wordt een “positief” Peter-effect veroorzaakt door een karaktereigenschap die je impliciet classificeert als mannelijk -> jezelf de hemel inprijzen, onbescheidenheid.
En een “negatief” Peter-effect door een karaktereigenschap die je vrouwelijk vindt -> terughoudendheid, bescheidenheid.
Begrijp ik je dan goed?
Ik zou het interessant vinden als je daarover wat zou uitweiden. Over wat volgens jou dan de oorzaak is van die karakterverdeling op de werkvloer en wat eraan te doen.
Laat ik het Peter-resultaat noemen in plaats van Peter-effect.
Ik heb eens voor iemand gewerkt die als vrouw een hoge functie bekleedde. Haar man had een parttime functie en zorgde voornamelijk voor de kinderen. Naar de tevredenheid van beide partners en de kinderen. Op een gegeven moment kreeg ook de man een hoge functie. Aan hem werd geen enkele keer gevraagd hoe hij dit met de kinderen dacht te gaan oplossen. Aan de vrouw, die die hoge functie al vele jaren bekleedde, wel. Wat ik ook opvallend vind, is dat Jenny Thunissen, die van de Belastingdienst naar VWS gaat, lichtelijk wordt afgebrand in de NRC. Ik vraag me af of een mannelijke hoge ambtenaar die binnen de rijksoverheid een andere hoge functie krijgt ook, met foto erbij, zo’n kritisch artikel mee zou krijgen. Dat vrouwen veel minder op hun incompetentieniveau terecht komen (ik zou zeker niet willen zeggen dat het niet gebeurt) komt waarschijnlijk ook door van oudsher bij vrouwen aangeprezen ‘deugden’ als bescheidenheid, twijfel aan de eigen capaciteiten, etc. Vrouwen wachten meestal ook of ze gevraagd worden, en gebeurt dat niet dan gaan ze stilletjes zitten mokken, ze schuiven zichzelf niet naar voren. Maar ik ken een aantal voorbeelden (niet veel) van vrouwen die niet twijfelen aan eigen kunnen, die zichzelf niet over het hoofd laten zien, en die zeker ook niet altijd de benodigde kwaliteiten voor een functie hebben. En die kunnen gruwelijk wanpresteren. Ik heb ooit voor een door een vrouw geleide instelling gewerkt waar ook verder alleen maar vrouwen werkzaam waren. De directeur was volstrekt incompetent, het eindigde met het intrekken van de subsidie door de overheid vanwege een gebrek aan resultaten, 75% van het personeel kwam in de ziektewet terecht wezens overspannenheid. Maar de vrouwelijke directeur kwam, geheel volgens de wetten van het Peter principle maar dan nog eens het Peter principle over the top, als directeur terecht bij een veel grotere instelling, waar al snel rel na rel uitbrak omdat het personeel van beiderlei sekse vond dat sprake was van ernstig wanbeleid. Ik denk dus dat het meer met karaktereigenschappen te maken heeft dan met sekse, want ik zou zo uit m’n hoofd al wat meer voorbeelden kunnen noemen van vrouwen die op grond van persoonlijke ambitie op plekken terecht komen waar ze op grond van capaciteiten echt niet thuis horen. Zag nog zeer onlangs een voorbeeld in NOVA, waar de nieuwe voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling tenenkrommend optrad. Als zij gewoon had gezegd: ik ben net in functie en nog niet voldoende ingewerkt en de vice-voorzitter het woord had laten voeren, dan was de lezer een genante vertoning bespaard gebleven. Dus persoonlijk ben ik van mening dat deze ‘achterstand’ wel in gelopen gaat worden. Niet dat je daar blij mee zou moeten zijn.
kijker bedoel ik. Zat echt met gekromde tenen.
Google probeert mij te verbeteren als ik het intik, maar als een invloedrijk iemand nu het Peter Principle het Petra Principle gaat noemen? Welke man wil nu promoveren op basis van het Petra Principle?! Die gaat lekker thuis aan het koken met de kinderen ;-)
Veel geld hebben is macho omdat je dan een dure sportwagen kan kopen en al die andere dingen die mannen willen hebben (zoals de grootste LCD TV die er bestaat om in zijn eentje voetbal op te gaan kijken).
Door veel geld verdienen niet meer macho te vinden lost het probleem zichzelf op. Vrouwen zijn nu eenmaal niet macho (tenminste niet die die ik ken).
‘Vrouwen hebben een ingebouwde Peter’
Daar moest ik erg over giechelen (maar t’is wel waar..)
Waarom staat er een link bij naar een glasbedrijf? Ik had even doorgeklikt in de hoop dat ‘t een anti-verPeterd bedrijf zou betreffen, maar dat blijkt nergens uit. Pure sluikreclame!
Joli(e), er staat keurig bij waarom er een link staat naar dat glasbedrijf: de foto bij mijn stukje komt van hun site. Sluikreclame is wanneer je een bedrijf of produkt tersluiks aanbeveelt en daarvoor betaalt krijgt – van geen van beiden is hier sprake. Het gaat hier simpelweg om bronvermelding.
Jan-Peter Balkenende. Hèt prototype van het Peter Principe.