Gewoonlijk raak ik wat nostalgisch bij een jaarwisseling, maar dit keer was er alleen maar opluchting: zo’n heel vers jaar dat zich ongerept voor je uitstrekt, niet aangetast en opgevreten door kanker zoals dat rotte tweeduizendzes.
Want een kutjaar was het. Borst eraf, chemokuur, hoofd veranderd in dat van een zombie, acute depressie door de medicijnen, zwaar in de overgang, ook door de medicijnen, en vooruitzicht op nog vijf jaar therapie – als alles goed gaat tenminste. Maar omdat niets alleen maar zwart of wit is, waren er ook mooie dingen. Zoals de gesprekken met mijn ouders, en de trouwheid van vrienden. Bovendien zou ik zonder kaal hoofd nooit hebben ontdekt dat hoeden me goed staan, en dat is ook wat waard.
Maar een kutjaar was het. Bovendien: hoe doe je dat, vooruitkijken als je kanker hebt? Of hebt gehad, dat weet je niet, dat is nu juist het probleem. Ondanks alle eindeloos voortdurende behandelingen is er altijd kans dat het kreng zich niet klein laat krijgen en niemand die je kan vertellen of, en zo ja, wanneer dat gebeurt, de praktijk moet het uitwijzen. Proefondervindelijk leven.
Ik wissel nog steeds tussen ‘dan maar de lucht in’, een soort van dansen op de rand van de vulkaan – daar leent het einde van het jaar zich ook heel goed voor, met al dat vuurwerk, de feesten en de drank – en proberen te doen alsof er niks meer aan de hand is. Beiden lukken me niet erg goed. Mijn werk lijdt onder dat na-mij-de-zondvloedgevoel, nu ja, het lijdt eerlijk gezegd ook wel onder mijn door chemo aangetaste hoofd, maar ik voel me altijd comfortabeler als ik mezelf de schuld kan geven want dan heb ik tenminste de illusie dat ik er zelf iets aan kan doen. Doen dat alles achter me ligt gaat ook niet zo heel makkelijk, met dat superkorte chemohaar en de niet-aflatende behandelingen en met voor mijn doen ongewoon weinig werklust en interesse in het nieuws en de wereld. Dus ik schipper me suf en eindig in de praktijk met een kater op bed, waar gelukkig altijd gezelschap is van poezen en soaps.
Gaandeweg raak ik wel op orde. Ik vind het geen ramp meer als ik traag ben met mijn werk, dat is een psychologische overwinning van de bovenste plank. Ik vertroetel mezelf wat meer, met hoeden en nieuwe schoenen bijvoorbeeld, en vooral met de gedachte dat ik gerust iets van mijn zelfverdiend mag uitgeven aan luxe of cadeautjes. Ik begin te snappen dat de grootste klus van dit jaar is om te wennen aan het feit dat ik kanker heb, of heb gehad, en dat de onzekerheid of ‘t terugkomt hoe dan ook stukken beter is dan de eventuele zekerheid dat ‘ terug is. Voor de zoveelste keer het vertrouwen in mijn lichaam hervinden wordt ook nog interessant huiswerk, zeker nu mijn leeftijd zich fysiek ook doet gelden. Tegelijkertijd verbaast de veerkracht van datzelfde lichaam me steeds meer: ik loop beter dan ik in jaren heb gedaan.
‘Gelukkig nieuw jaar, gelukkig nieuw haar,’ mailde de fotograaf die op oudjaar mijn verse columnfoto nam. Dankjewel Jan, ook voor de mooie woordspeling. Naarmate het jaar lengt zullen ook mijn haren dat weer doen, en aan het eind van tweeduizendzeven ben ik vijftig en vast als nieuw.
Hoe afgezaagd ook, ik denk toch maar weer: pluk de dag!
Niet teveel zorgen voor de dag, week, maand -of jaar wat volgt, maar het HIER en NU…
Heeft mij tot nu toe altijd het beste geholpen, naast het mezelf verwennen met leuke koopjes, troeteldingen enz…
Sterkte!
Mien
Allereerst de beste wensen voor 2007! En zo te lezen heb je al een paar prachtige voornemens gemaakt… Sterkte!
Karin, ik schud je de hand!
2006 was een absoluut KUTJAAR!!!
Kwaadaardige hersentumor ontdekt bij mij, hup operatie, bestralingen en aan de chemo… Als klap op de vuurpijl overlijdt mijn moeder vlak voor Kerst aan een hersenbloeding! GRRRRRRRRRRR!
Fuck 2006, welcome 2007!
Gelukkig heb ik jou herontdekt na een mailtip van een goede vriend :-)
Greetz,
Davy