Afgelopen week was ik in debat met columnist Sylvain Ephimenco, die zich in Trouw openlijk had gestoord aan de foto van mij die in Opzij was verschenen: half naakt, frontaal, met geamputeerde borst en kaal hoofd. Hij had het een ondraaglijk beeld gevonden, met dat asymmetrische en ‘mismaakte’ lichaam, en had liever gezien dat de foto niet was gepubliceerd. Moet je alles laten zien? Hoe ver kun je gaan?
Mijn argument om juist zo’n foto te willen was dat borstkanker zo ontzettend veel vrouwen treft – een op de negen krijgt het, we gaan al naar een op de acht toe schijnt het, en elk jaar worden er dertienduizend nieuwe vrouwen gediagnosticeerd – en dat we er zo zelden iets van zien, niet in de media, niet op straat, niet in de sauna. Die afwezigheid van beelden vormt een culturele leegte die het eens zo moeilijk maakt je een voorstelling te maken van hoe het bij jou wordt, en bijgevolg: van hoe je verder moet en kunt zonder borst.
Dat Ephimenco geen behoefte heeft aan zulke beelden had me eigenlijk een rotzorg moeten zijn. Mijn naakte torso in Opzij was immers niet voor hem bedoeld, maar voor vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten of komen. Wat zijn verzet voor mij lastig te begrijpen maakte, was zijn consumentisme: ‘zulke beelden worden de openbare ruimte in geslingerd, ik wens me er niet toe hoeven te verhouden. Moet ik nu ook Ayaan Hirsi Al’s gemutileerde vagina zien?’
Natuurlijk heeft Ayaan het volste recht om, indien zij dat wil, haar verminkte vagina te laten fotograferen; zeker indien dat een doel dient, zoals een campagne tegen vrouwenbesnijdenis. Dan is zo’n foto zelfs buitengewoon instructief en nuttig. Ongemakkelijk ook. Maar Ephimenco hoeft natuurlijk niets, zoals Opzij-hoofdredacteur Cisca Dresselhuys terecht opmerkte, hij hoeft niet te kijken, nog daargelaten dat er wel meer beelden de openbare ruimte in geslingerd worden die in meerdere of mindere mate ongemakkelijk zijn.
Je grens trekken bij je eigen ongemak werkt niet, althans: je kunt dat ongemak nooit als absolute grens hanteren. Want voor Ephimenco is het alleen mijn geamputeerde borst die over de schreef gaat, voor anderen ook het mijn kale en pruikloze hoofd, maar er zijn natuurlijk mensen voor wie die grens al veel eerder is bereikt. Bijvoorbeeld bij de hypothetische minirok van Sylvains echtgenote, bij elkaar innig kussende mannen, bij Madonna die een kruisingingsscène in haar show stopt of bij een spotprent over het koningshuis. Uiteindelijk moeten we inderdaad alles kunnen laten zien en kunnen schrijven, zolang het maar met enig verstand en incasseringsvermogen gebeurt. (Dus ja, Ephimenco mag gerust zeggen dat-ie het niks vindt, die foto.)
Op een punt wil ik hem echter graag corrigeren. ‘Als ik nu testikelkanker krijg, moet ik dan zonder ballen op de foto?’, vroeg Ephimenco retorisch. Van mij mag-ie als-ie wil, maar de vergelijking is vals. Borstkanker hebben is ook een cultureel en sociaal probleem, of preciezer: een genderprobleem. Pas wanneer de ballen van mannen visueel een integraal onderdeel van hun verschijning uitmaken, wanneer mannen worden beoordeeld op de omvang en stevigheid van hun ballen, wanneer we overal op tv en op de omslagen van bladen mannen met hun halfnaakte ballen zien koketteren, wanneer mannenkleding en -ondergoed slecht zit of ondraagbaar wordt na zo’n levensreddende operatie, zijn zijn ballen vergelijkbaar met onze borsten.
Spaink: ballseye!
T.
Grappig: in de kunst is het meestal de fotograaf die het aan de stok krijgt met de censuurridders (zie bijvoorbeeld de zaak tegen Mapplethorpe ), hier is het de juist afgebeeldene die erop wordt aangesproken.
Waar het volgens mij om gaat is dat je, wanneer je zo’n beeld creeert, de kans loopt dat het beeld buiten zijn bedoelde doelgroep gaat circuleren. Juist wanneer het de (relatieve) buitenwereld in gaat wordt je geconfronteerd met mensen zoals Ephimenco die er een probleem mee hebben.
Je kunt de circulatie van zo’n beeld enigszins proberen te kanaliseren, maar vooral in zo’n digital tijdperk als vandaag de dag heeft dat weinig zin (voorbeeld: wat als iemand anders dan Karin Spaink zelf, bijvoorbeeld een andere kankerpatient, die foto’s online had geplaatst?) Persoonlijk vind ik dat de beeldenmaker of in dit geval de afgebeeldene moeilijk aangesproken kan worden op de circulatie van een beeld en het er geen greep op hebben.
In de Witte Raaf stond ooit een mooi stuk over obsceniteit, ‘Actualiteit, artefactualiteit, obsceniteit; Over de tautologisering van het televisiemedium’. Daarin schreef de auteur (Marc Verminck) over obsceniteit (wat volgens mij niet alleen voor reality TV opgaat maar alle obscene beelden):
‘De grens die hier wordt bereikt én overschreden, is die van de obsceniteit. In de obsceniteit verdwijnt het symbolische om plaats te maken voor de nieuwsgierigheid naar het ‘reële’. En eigenlijk gaat het niet zozeer om het reële, maar om de fascinatie voor het reële als reële, voor het reële van het reële. Want dát is het wat fascineert: niet zomaar dat iets echt is, maar de echtheid zelf of de letterlijkheid van het echte, de hyperrealiteit van het getoonde. Voor zover het hier gaat om mensen, is dat ‘hyperreële’ (dat ‘echte’ van het echte) dan het intieme of het innige, het vertrouwelijke of het eigene van de ander.
Obsceniteit, zoals eertijds beschreven door Baudrillard, is het de-symboliseren van het ‘geheim van de ander’ (le secret d’autrui), het schromeloos negeren of gewelddadig overslaan van de naderingsrituelen, en dus het letterlijk maken van het ‘geheim’ … zodat het lijden, de angst, het lichaam, het genot of de dood, niet langer naar de intimiteit van de persoon verwijzen, maar restloos het geheim zijn. [11] Einde van de scène van het sociale, irruptie van het obscene.
De obsceniteit verschijnt hier als de limiet van de immanente, paradoxale logica van een medium dat haar eigen immanentie wil transcenderen, doorbreken, overstijgen, te boven wil komen, maar er tegelijk de onmogelijkheid van bevroedt én miskent.
De dwangmatige logica van het televisiegebeuren om de grenzen van het ‘reële’ te verleggen, om geen rest meer na te laten, om niets reëels’ te wensen over te laten, kan dan ook begrepen worden vanuit het verlies van juist datgene wat dat gebeuren transcendeert, een verlies dus van de lichamelijke betrokkenheid op het sociale (wat voorzeker niet hetzelfde is als een verlies van de ‘onmiddellijkheid’). De limiet van het obscene lijkt zich zodoende binnen deze logica op te dringen als een overcompensatie voor dat verlies, als een almaar uitdijende vereffening of schuldvergelijking voor iets wat dat gebeuren voortdurend zelf bewerkstelligt.’
Zou je in het geval van jouw foto ook van een ‘overcompensatie’ kunnen spreken, in dat jij het gebrek aan zulke beelden (ook een soort van ‘verlies van de lichamelijke betrokkenheid op het sociale’) probeert te compenseren door je juist zo frontaal (letterlijk en figuurlijk) te laten fotograferen?
Hallo Karin, Ik heb je prachtige foto op mijn log gezet. Ik hoop dat je dat goed vind, (laat even weten als dat niet zo is!) Ik heb groot respect voor de manier waarop je, mij, deelgenoot maakt van hoe je met deze ziekte omgaat. Dat Sylvain Ephimenco een probleem mee heeft met de waardigheid waarmee jij in de openbaarheid treedt, incusief foto!, zegt veel over Sylvain Ephimenco punt. Daarnaast ben ik het volstrekt met je eens dat vrouwenborsten een totaal andere symbolische betekenis hebben dan de ballen van mannen. Ik verdenk Ephimenco er zelfs van dat wanneer het hier geen vrouwenborsten betrof zijn ergernis waarschijnlijk veel minder zou zijn geweest.! Op 7 april 2006 heb ik op mijn web-log een foto van een vrouw met één borst geplaatst met volgend onderschrift: Deena Metzger stands naked, her arms spread wide like the branches of a tree, revealing her loss of her breast to disease and surgery. Ik heb jou natuurlijk direct toegevoegd aan mijn lijst ‘favorite femmefatales’!!!
Goh, ik vind de foto op je log van 21 september erg mooi. Om de uitstraling, en tegelijkertijd heeft de pose zoiets gewoons. Dat iemand zich daarover druk kan maken is mij een raadsel.
Na mijn amputatie was ik geschokt door wat ik zag, ik wist niet wat te verwachten ( had nog geen Internet en foto’s waren er nog niet) Het was een verminking, het was erg…
Daarom heb ik op mijn website ook vrouwen staan die ook het taboe wilden doorbreken en hun littekens laten zien.
Spaink, ik wilde je even laten weten dat ik je weerwoord op Ephimenco’s ‘klacht’ fantastisch vond. Hear Hear!
Bij mij is begin januari mijn borst geamputeerd. Direct nam ik het besluit niet te stoppen met bezoek aan de sauna en het naturistenstrand.
Wel heb ik nog een prothese aangeschaft, maar die draag ik liever niet. Ik voel me er ‘zielig’ mee, niet mezelf. Toch gebruik ik ‘m regelmatig. Niet al mijn kleding is geschikt om met één borst te dragen, vind ik zelf. En ik heb de pecunia’s niet om rigoureus mijn kleding te vervangen. Het liefst droeg ik alleen maar Lobstar, maar ik experimenteer ook.
Niet creatief zijn niet de zorgverzekeraars, voor hen bestaan alleen protheses, erg kortzichtig. En dat terwijl ik ook al geen reconstructie zal claimen, moet er niet aan denken.
Maar goed, de reactie van Ephimenco op jouw foto. Ik zie het probleem niet. Ik ben er blij mee en zou willen dat meer bekende vrouwen met borstkanker op deze manier ‘uit de kast’ zouden komen. Sinds jij er mee in de publiciteit komt voel ik me gesteund in mijn manier van omgaan met mijn lijf. Dankjewel!
Dat is voor mij belangrijk en het zal me worst wezen wat Ephimenco er van vindt.
Maar dat laatste is niet helemaal waar, ik voel me ook beledigd. Waarom moeten vrouwen met één borst zich verbergen, geldt dat dan ook voor vrouwen met één been? Of kan hij dat wel ‘hebben’? Zelf ben ik druk bezig een kunstenaar te vinden die mij wil schilderen.
Kost wat moeite (het draait om esthetiek in de schilderkunst?) maar ik heb nu waarschijnlijk iemand gevonden. Wat ik wil bereiken is dat uiteindelijk iedereen het gewoon gaat vinden.
Wat irritant is het toch soms dat de reuze domme opmerkingen van wie dan ook zo kunnen nagalmen. Helemaal als ik een idee had over diegene, zoals nu, een journalist nog wel denk ik dan in mijn naiviteit!! Maar dat zegt toch niets, je hoeft niets te verantwoorden.
Het is absoluut zinnig dat je die foto hebt laten maken en plaatsen, en het getuigt van moed van jou, dat zou erkend moeten worden en dat is misschien wat hier het probleem is, je wordt ontkend, als vrouw, als borstkankerpatient, als iemand met een enorm stel hersens, die goed weet wat ze doet.
En je wordt niets meer gemaakt dan een irritant, te opdringerig plaatje, wat misschien zijn eetlust wel bedierf. En hij als man wil graag jou vertellen dat jij niet zo op de foto mag. Vreemde vent.
Je kan je toch niet voorstellen de vrouw van zo’n man te zijn. Wat een angst moet dat zijn, eens niet aan zijn onrealistische geseksualiseerde beeld te voldoen.
Laat zo’n man zich druk maken om alle zinloze blote tieten en billen die ik de hele dag aan mijn voor bij zie trekken.
Volstrekt onbegrijpelijk dat bewuste commentaar van Sylvain in Trouw en op televisie. En zo dom.
Wetenschap heeft op handen en blote voeten tientallen jaren gebruikt om vrouwen met bortstkanker aan bijvoorbeeld zoiets als Herceptine te krijgen. Nu is er zo iets en bij de eerste de beste gelegenheid ga je dan een direct-betrokkene publiekelijk kritiseren als zij de publieke ruimte zoekt?
Of ging – onderhuids – de discussie over toch iets anders wat tot op heden niet uitgesproken werd: mag wetenschap dit eigenlijk allemaal wel? Borst er af, chemotherapie en dan ook nog eens gaan “sleutelen” met en aan receptoren op cellen.
Bij leukemie – ik ben zelf toenmalig direct-betrokkene – weten wij sinds jaren dat er vanuit medische ethiek (“Op het scherp van de snede, goed en kwaad in de geneeskunde”, Mevr.Prof.Dr.H.Dupuis, 1998) op een onmogelijke manier en volstrekt foutief concluderend over de dingen geargumenteerd wordt met betrekking tot zo’n ziekte en haar behandelingen.
Mijn conclusie als betrokken (tand)arts wegens deze discussies en wat daarbij wel of niet uitgesproken of beschreven wordt is dat men volstrekt vals en foutief argumenteerd.
Maaschappij zou er goed aan doen het eens volmondig goed te vinden dat mensen veel doen aan hun kanker. Daarmee is maatschappij onder de streep gewoon het goedkoopst en met het meest gunstige resulsaat uit, zeker als het jonge mensen betreft.
KSPAINK schrijft dat Parool nog menig maal helemaal aan elkaar en daarvan zegt Trouw om de donder niet dat dat niet nodig zou zijn.
Een beetje laat stuit ik op deze discussie. Ik heb destijds de foto’s van Karin in de Opzij gezien. Een prachtige serie. Een prachtige vrouw. Een oogverblindende lady, met een krachtige blik… en een beetje kanker. Bestaat er een beter hart onder de riem voor de vrouw met kanker?
Als ik een overweging moet maken tussen het ongemak van Sylvain en het positieve effekt van de foto’s van Karin voor het legioen vrouwen met borstkanker, dan is het zonneklaar: Sylvains klacht delft het onderspit. Soms moet je je ergenis inslikken ten behoeve van het algemeen belang.