Eindelijk! Volgende week komt er voor het eerst na ruim vier maanden geen nieuwe lading gif bij, eindelijk zijn de chemokuren voorbij. Mijn energie houdt nog geen gelijke pas met mijn groeiende opluchting, maar dat is niet vreemd: de laatste kuur is twee weken oud en opknappen duurt minstens een paar maanden. Dat ik nog een jaar driewekelijks een infuus krijg met herceptin kan de pret evenmin drukken: na de chemo komt dat me als een peuleschil voor. Ik hoef geen nieuw gif, ik ben klaar met kuren.
Binnenkort ben ik verlost van die talloze hinderijke kwaaltjes. Eindelijk geen continu tranende ogen. Geen eeuwige snotneus en geen bloedneuzen. Geen stemmen in groter gezelschap die pijnlijk metalig klinken, omdat de trilhaartjes in je oren weg zijn. Geen zere mond en geen tong die rauw voelt. Geen vervellende voeten en schilferende huid. Eindelijk niet die verpletterende moeheid.
Straks genezen wondjes in normaal tempo, zijn paprikachips niet het enige voedsel dat echt smaak heeft, en brandt mijn mond niet als ik een glas sambucca neem. Straks heb ik geen halve wimpers, kan ik mijn kwijtgeraakte tweederde wenkbrauwen begroeten en krijg ik echt haar in plaats van het huidige kleurloze babypluis. Straks heb ik geen dronken evenwicht en denk ik buitenshuis niet steeds dat ik tegen de grond sla. Straks beperkt mijn domein zich niet tot de slaapkamer en woon ik weer in het hele huis. Straks heb ik concentratie voor langer dan een uur en een hoofd dat ook verstand heeft van iets anders dan kanker. Straks interesseert de wereld me weer.
De resterende waterijsjes – ze waren vaak het enige dat mijn mond verlichting gaf – zijn door de gootsteen gespoeld. De thee, in de week na de chemo zowat het enige drinkbare, heb ik geëerd door goede thee te kopen en mooie blikjes voor eromheen. Voor het eerst in vijf maanden had ik fut voor mijn favoriete supermarkt, een wijk verderop; de daklozenkrantenverkoper daar en ik waren blij elkaar weer te zien.
En alles moet schoon, vers, chemogeur-vrij. Ik heb wankelend en wel stapels kleren gekocht. (Maar daar is wel iets mee. Eerder was bijna alles dat ik droeg strak; ineens schafte ik kanten ondergoed aan, een handvol rokken, en wat gedessineerd spul. Alsof ik, sinds die borst weg is, toch ergens denk er iets decoratiefs in mijn fysiek ontbreekt dat compensatie behoeft. (Of wie weet word ik eindelijk damesachtiger, dat kan natuurlijk ook.)) Ik wil het huis opruimen en verven, ik heb me dit weekend wezenloos geklust en lag ‘s avonds bekaf en erg voldaan voor pampus: eindelijk eens moe van inspanning en niet van het gif.
Mijn leven kan weer uit de diepvries. Wat is dát een prettig idee.
En hoewel er in mijn hoofd en mijn leven eindelijk weer ruimte komt voor andere onderwerpen en ik deze serie kankercolumns voorlopig besluit, blijft die kanker in mijn leven. Dat-ie definitief weg is, is immers niet zeker. Uitzaaiingen tonen zich in situaties als de mijne gewoonlijk pas na anderhalf tot twee jaar. Het duurt tien jaar voordat je officieel patiënt-af wordt verklaard en de directe gevolgen van kanker verdwijnen natuurlijk nooit. Maar vooral: een van mijn beste vriendinnen is vandaag begonnen aan haa¡r chemokuur: de meest absurde wisseling van de wacht die we ooit hebben meegemaakt.
Beste Karin.
Gefeliciteerd met het volbrengen van de chemokuren!
Zoals je schreef heeft het verschrikkelijk veel gekost. Haren, slijmvliezen, tranen, misselijkheid en erg veel vermoeidheid. Na mijn 5 chemokuren volgden 25 bestralingen. Al die tijd heb ik me gevoeld zoals jij vaak heel goed kon verwoorden, met uitzondering van de voorkeuren voor eten en drinken.
Na de behandelingen volgde de opluchting en het gevoel overheerste dat het me gelukt was.
De bevrijding bleef jammer genoeg uit. Na het traject van behandelen, wat een half jaar in beslag had genomen, merkte ik ineens dat ik zelf weer een balans moest vinden. Dat heb ik heel erg moeilijk gevonden. Het was, alsof ik toen ik tot rust kwam pas de vermoeidheid en de angst goed kon voelen. Ik had het gevoel heel erg op mezelf terug geworpen te worden en heb me erg alleen en eenzaam gevoeld. Inmiddels zijn er sinds de laatste behandeling ruim 5 maanden verstreken. De verschrikkelijke vermoeidheid heeft plaats gemaakt voor wisselende dagen. Soms voel ik me goed, maar soms ook niet. Ik pak heel langzaam de draad weer op van het gewone leven en merk dat ik daar nu pas ruimte voor heb en aan toe ben. Ik heb inmiddels (voor mijn doen) een geweldige bos grijzige krullen waar ik ongelovelijk blij mee ben. (jammer dat iedereen ‘die daar verstand van heeft’ me verzekerd dat dit weer veranderd) Wat het belangrijkste is dat ik weer uit het dal van angst en somberheid heb kunnen kruipen en weer zin heb in mijn leven, waarin de angst en onzekerheid een plek hebben.
Ik hoop voor je Karin dat het heel goed met je zal gaan.
Ik wens je heel veel kracht voor de komende tijd en hoop dat je na 10 jaar terug kunt kijken op een intense periode in je leven wat ook veel heeft toegevoegd.
Bedankt voor je geweldige verhalen. Ik heb er telkens naar uitgezien en er zelf veel aan gehad!
Het ga je goed, Annie
Raar misschien, maar vooral met het feit dat er in je hoofd en leven weer ruimte komt voor andere onderwerpen wil ik je (een beetje bij voorbaat) feliciteren. ‘Gelukkig’ zijn er nog meer dan voldoende onderwerpen blijven liggen waar je je over kunt opwinden, waar je over kunt schrijven…
Sterkte bij het verder opkrabbelen, sterkte bij het begeleiden van en omgaan met de behandeling van één van je beste vriendinnen en, zoals ik eerder schreef, als jij blijft schrijven, blijf ik het lezen. :)
Met vriendelijke groet,
Henk.