Gewapend met Christiane meldde ik me gisteren bij het UWV voor een herbeoordelinggesprek. Waarom ik me er moest melden was me niet duidelijk: sinds april 2005 heb ik een eigen bedrijfje, en sindsdien krijg ik geen uitkering meer. Wel heb ik het recht op terugkeer, mocht de ms zich verhevigen. Dat ik een stuk ben opgeknapt sinds de vorige herbeoordeling mag evident zijn. Ze kunnen me toch niet tussentijds goedkeuren en mijn recht op terugkeer intrekken?
Er binnenkomen is nog lastig. We hebben de rolstoel meegenomen, de afstanden in het gebouw liggen waarschijnlijk boven mijn huidige vermogen. De taxi zet ons op het fietspad af en tussen ons en het gebouw zit een stoeprand met een randje eronder. Daar kom je dus niet op met een rolstoel: als je voorwielen over de eerste hobbel heen zijn blijven e achterwielen op de tweede hobbel steken. Chris duwt en sjort, en na een minuut heeft ze me er toch overheen.
We willen de draaideur door, die is ruim genoeg. Als we er net in zitten stopt een bewaker binnen de deur en gebaart. We moeten eruit, vindt-ie, er is iets verderop een gewone deur die we moeten nemen. We zien het nut daar niet van in – dit ging prima, totdat de bewaker de draaideur tegenhield – maar aangezien de man niet loslaat hebben we geen keus. We wurmen ons naar achteren en laten ons verplicht naar de bewuste deur dirigeren. De bewaker wacht ons daar op, inmiddels druk in de weer met zijn walkie-talkie. Naar achteren, anders kan de deur niet open, gebaart hij; we gaan braaf een meter naar achteren. Maar de deur gaat niet open. Pas na een minuut opent Sesam zich. Christiane briest. ‘Stom stoepje. Stomme bewaker. Wat een omhaal, allemaal.’
We worden naar de derde verdieping gestuurd. De balie daar is zo hoog dat ik er niet overheen kan kijken, ik zie alleen de ogen en schedel van de medewerker erachter. Fijn meubilair, maakt zo’n open indruk ook. Chris en ik proesten inmiddels. In dit gebouw willen ze gehandicapte mensen ontvangen en op hun gemak stellen? Het gebouw is spiksplinter nieuw, maar met rolstoelen is geen rekening gehouden.
Tien minuten later zitten we tegenover de herbeoordelingsarts. Ze hebben mijn brief inmiddels ontvangen en weten dat ik naast de ms nu ook kanker heb. (Of had, ik weet nooit precies wat ik moet zeggen. Pas over pakweg twee jaar valt te zeggen of ik momenteel nog kanker heb, en zelfs dan is een ‘nee’ niet definitief, er is nog jarenlang kans dat-ie ergens opduikt. Daar moet je mee leren leven.) De herbeoordelingsarts, zo blijkt al snel, heeft mijn laatste stukje in Medisch Contact gelezen waarin ik beschrijf hoe godvergeten moe ik dezer dagen ben. Dat scheelt een boel uitleg.
Ze is vriendelijk. Soms vraag ik me af of zulke hartelijkheid ermee te maken heeft dat ik schrijf: of ik voorbeeldig word behandeld omdat ik een pen heb, en toegang tot de krant. Maar ze lijkt fideel van nature. Ze legt me uit dat ik formeel nog uitkeringsgerechtigd ben en dat mijn eigen inkomen met mijn uitkering wordt verrekend, zodat ik niets van hen krijg (terecht) maar dat aan mijn status van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid niets veranderd is. Zodra ik niet kan werken, om wat voor reden ook, kan mijn uitkering worden hervat. Ook nu. Verhip. Ik dacht dat ik alleen terug de WAO in kon als het de ms was die opspeelde. Nee hoor, verzekert ze me, gedurende deze chemomaanden kun je zo weer een uitkering krijgen. Alleen moet die wel verrekend worden met je inkomsten. Ik maak een snelle rekensom en besluit dat ‘t waarschijnlijk niet de moeite waard is: er zal een ingewikkeld schuifspel van uitkeringen, terugvorderingen van het UWV en terugvorderingen van mij bij de belastingen volgen.
Hoe zit het als ik over anderhalf of drie jaar uitval, vraag ik. Wat gebeurt er als die kanker terugkomt? Want dan volgen nieuwe behandelingen en chemo’s, en belangrijker: dan herstel ik niet meer. Ook dan kun je terug, zei ze.
Raar dat je blij kan worden om zoiets. Als de kanker terugkomt hoef ik in elk geval niet op een houtje te bijten. Da’s één zorg minder. We geven de herbeoordelingsarts een handje, wachten beneden tot de bewaker met behulp van een onzichtbare collega en een walkie-talkie die stomme deur open krijgt, denderen de twee hobbels af en stappen in de taxi naar huis.
Volgens mij weten ze zelf niet wat ze daar doen in dat gebouw. Ze maken mensen nog zieker dan ze al zijn met alle miscommunicaties die ze hebben. Luisteren en overleggen doen/kunnen ze ook al niet. Wel gouden bergen beloven. Feit ligt in Nederland alleen dat we de bergen missen, dus worden we maar gewoon de grond ingedrukt als vuil.
Ben je eerlijk en wil je knokken voor je gezin, dan moet je niet bij hun zijn, want als je werk hebt gevonden en je belt trots die gasten op, dan krijg je klakkeloos te horen dat je de boel mag af gaan zeggen. Hun zullen het allemaal wel ff regelen. Niet dus, want ik had ondanks mijn beperkingen al een paar maand aan het werk kunnen zijn bij een baas, die mijn klachten voor lief nam.
Nu ……. geen baan, dikke ellende en de advocaat voor de 2e keer op het UWV gezet. Eerste zaak hadden ze al verloren. Op naar de 2e.
Ze brengen je niks anders als koppijn, ellende, frustratie en ergenis. Terugbelverzoeken die voor geen meter werken. Je bent zo druk met ze bezig, zodat je bijna geen tijd meer hebt om uberhaupt nog te kunnen solliciteren.
Lees het verhaal op mijn site. Weet/ken je nog meer mensen? Geef ze de link en laten we ons eens zien dat we het er niet mee eens zijn. We zijn mensen….. geen voorwerpen!!
Net wat je schrijft: Spiksplinternieuwe gebouwen, maar niet berekend op zieke/invalide mensen. Vanwaar de pracht en praal? Laat ze maar zorgen dat het “bedrijf” werkt!!! Dat doet het voorlopig nog lange na niet!!
Sterkte in ieder geval voor jou en menig lezer
Er is gelukkig geen assistentie van een peloton M.E. nodig geweest om die draaideur te ontzetten. Had ik je bijna weer bij het acht uur journaal kunnen bewonderen.
je hebt gelijk, het hele UWV is een waardeloze, criminele organisatie , waar alleen mislukkelingen en frustraten werken die het leuk vinden hun mislukking op onschuldige mensen te botvieren..
het beste is zoveel mogelijk uit de buurt van deze trieste figuren te blijven en ze verder zoveel mogelijk te “naaien” waar dat kan.