Controle voor de komende chemo (morgen magmoet ik weer). Oncoloog, bloed, diëtiste (bleek niet nodig), mondhygiënist. Alles lijkt in orde en de oncoloog was tevreden dat ik de eerste aflevering van de serie zo netjes was doorgekomen. ‘Het is geen garantie maar vaak betekent het dat je de rest ook redelijk doorstaat.’ Alletwee blij. Hij suggereerde dat de ms ook wel hielp: ik ben meer lichamelijk ongemak gewend. Dat klopt denk ik wel, ik heb de afgelopen twintig jaar geleerd om niet naar mijn lichaam te luisteren: het is een babbelzieke theetante die mijn dagen zou volkletsen, gaf ik haar de kans. Daarnaast ben ik altijd ijzersterk geweest. Als iedereen in Egypte dubbel ligt van de diarree of gesloopt is door de hitte, heb ik nergens last van. Alleen moet ik nu mijn filtermechanisme wat bijstellen, ik weet momenteel niet zo goed meer wat waarschuwing is en wat ruis, maar het onderscheid merk je gauw genoeg. Gewoon alles een tijdje negeren en alleen wat erger wordt, is reden tot zorg.
Ik heb derhalve maar één zorg: mijn ogen. Sinds een krappe week zijn die wat geïrriteerd. In de buitenhoekjes zit steeds wat vocht, een halve traan zoals je die wel hebt na de slappe lach of een geeuwbui. Mijn ogen voelen daardoor strak en ik pink die hoekjes geregeld droog, maar daar wordt het niet beter van. Van die traantjes laten zitten trouwens evenmin.
Bij navraag was de oorzaak, zoals ik al vermoedde, dat mijn slijmvlies overal dunner wordt. ‘Het kleinste stofje voelt dan als zand in je ogen,’ zei de oncoloog, ‘en ja, je gaat tranen.’ Heel veel valt er niet aan te doen – hij grapte nog lief over deppen met kanten zakdoekjes – maar ik kon druppeltjes proberen. Recept mee, de apotheek zat zonder dus ik krijg ze vanmiddag pas. Mijn ogen worden intussen steeds branderiger. Als dat na de eerste kuur al zo is, hoe zullen mijn ogen er dan eind augustus aan toe zijn? Mijn ogen zijn me veel waard. Ik schrijf. Ik lees. Dat is mijn vak. Dat is wie ik ben.
In de buitenhoek van mijn hoofd rommelt ook iets: zo lang nog… Zondag sneed het me ineens de adem af: nog drie maanden chemo, nog een jaar immuuntherapie, nog vijf jaar hormoontherapie. Ik ben nu 48, ik ben al bijna 55 als ik klaar ben met deze kanker. Als alles goed gaat. Of alles goed gaat, weet ik pas over een jaar of twee. Dit is een gebed zonder end.
Sprekend vanuit de ervaring van mijn moeder, die ook borstkanker heeft gehad, zou het best eens zo kunnen zijn dat je al veel eerder het gevoel hebt dat je klaar bent. Die hormonen zijn onhandig, en ze hebben wat bijwerkingen, maar het is toch niet te vergelijken met ziekenhuisverblijf, operaties en chemokuren. Het belangrijkste punt lijkt me het moment waarop de arts zegt: het is weg. De hormomen zijn om te voorkomen dat het terugkomt, maar dat is toch wat anders dan het bestrijden van een ziekte die je nu onder de leden hebt.
Ik hoop van harte dat je over een jaar al zegt: het gaat goed, ik ben onder controle, maar we hebben het ergste gehad. Ik steek een kaarsje voor je op.
Dank voor het kaarsje :)
Bij dit type borstkanker is de kans 50% op uitzaaiingen in de komende anderhalf tot twee jaar. Dat gaan we nu dus proberen te voorkomen, maar ik zal heus langer moeten wachten voor ik opgelucht kan ademhalen en kan denken dat de handel weer onder controle is. Over die hormoontherapie maak ik me inderdaad weinig zorgen, de overgang heb ik immers al gehad, maar door die pillen blijf je natuurlijk wel de hele tijd denken: ‘oh ja, die kutkanker’. Ik heb geen idee hoe lang het duurt voor de uithoeken van mijn hoofd kankervrij zullen zijn.