Gisteravond, voor het slapen gaan, voelde mijn middenrif raar. Niet of ik het zuur had, maar licht pijnlijk. Voor het slapen gaan een Kytrilletje erin en dat was dat. Prima geslapen.
Vanmiddag kreeg ik ferme maagpijn, dat duurde anderhalf uur ofzo en week toen weer. Een beetje een kussen tegen mijn maag aanduwen hielp gelukkig. Van de Neulasta die ik vanmiddag van een verpleegkundige leerde injecteren – injectiepen op je bovenbeen zetten, op een knopje duwen en schieten maar, injectiepen in een speciale gifdoos doen die later bij de apotheek moet worden ingeleverd, kind kan de was doen – kreeg ik koppijn, maar een paracetamol ‘s middags en ‘s avonds hielp prima.
Neulasta is goed. Het geeft je aanmaak van witte bloedcellen een boost en verhoogt je weerstand. Zonder Neulasta belandt 30% van de vrouwen op TAC in het ziekenhuis met een infectie, met Neulasta nog maar 5%. Dus ik wil graag Neulasta.
Verder gaat het nog steeds wonderbaarlijk goed. Ik verbrand snel, ondanks de factor 60 werden mijn armen na een half uurtje al rood, dus ik blijf heel netjes in de schaduw. Het eten smaakte goed, alleen het glas wijn dat ik later vanavond dronk was wat zoetig en smakeloos. (Kan dat samengaan? Ja.)
Mams en ik tutten wat. Het voelt als een chemovakantie. Maar maandag wil ik wel weer aan het werk.