Hoeveel is er nodig om een tekst van internet te laten verdwijnen? De wet stelt dat als providers in kennis worden gesteld van een onmiskenbare auteursrechtschending die via hun systemen plaatsvindt, ze zijn gehouden om in te grijpen (lees: die tekst te verwijderen). Hoe zorgvuldig springen providers met die plicht om?
De digitale burgerrechtenorganisatie Bits Of Freedom zocht dat afgelopen maand uit. Bij tien providers werd een lang fragment uit Multatuli’s Duizend en enige hoofdstukken over specialiteiten neergezet. De tekst, die handelt over het feilen van de democratie, behoort sinds 1957 tot het publieke domein: het auteursrecht verloopt 70 jaar na de dood van de maker, en Multatuli overleed in 1887. Bits Of Freedom koos voor haar test drie gratis providers (Freeler, Tiscali en Wanadoo), drie betaalde providers (Demon, Planet en XS4all), drie zakelijke providers (iFast, LaDot en YourHosting) plus een kabelaar (UPC) en opende daar websites met Multatuli’s hartekreet. De auteur, het jaar van eerste publicatie én het feit dat de tekst tot het publieke domein behoorden, werden duidelijk aangegeven.
Vervolgens verzon Bits Of Freedom een niet-bestaand genootschap en een dito advocaat, die ze van een hotmail-adres voorzagen: de heer Droogleever van het Eduard Douwes Dekker Genootschap. Droogleever stuurde klachten over auteursrechtinbreuk naar de tien providers en eiste dat ze de gewraakte tekst spoorslags zou verwijderen.
‘Daar trappen ze nooit in,’ dacht ik nog. Een advocaat die zich bedient van een hotmail-adres? Een tekst van Multatuli? Iedereen weet toch dat die tekst oud is en dat het auteursrecht erop is verlopen? Dat feit staat ten overvloede op die websites vermeld. Elke provider die de gewraakte website bezoekt, ziet toch wat er aan de hand is en wijst de klacht af?
Maar nee. Eén provider verwijderde de website binnen drie uur. Anderen deden er iets langer over, maar binnen de kortste keren verwijderden zeven van de tien providers de tekst, zonder dat ‘advocaat Droogleever’ enig bewijs voor zijn claim had geleverd en zelfs zonder de klant – de eigenaar van de website – gelegenheid was gegeven zich tegen de claim van auteursrechtinbreuk te verweren en zijn website te verdedigen.
Slechts drie providers lieten de tekst staan: Chello/UPC, Freeler en XS4all. Bij Freeler kennelijk uit complete laksheid: ze reageerden namelijk überhaupt niet op e-mail van de nepadvocaat. UPC uitte als enige zijn verbazing dat een advocaat via Hotmail en niet vanaf een formeel adres met juridische claims kwam aanzetten en liet de klacht daarna links liggen. XS4all keek als enige naar de gewraakte website en antwoordde de klager dat de tekst kennelijk tot het publieke domein behoorde, zodat zijn klacht ongegrond was.
Om een website te verwijderen, constateert Bits Of Freedom geschrokken, heb je slechts wat duur klinkende woorden en een gratis hotmail-adres nodig. Klacht indienen en hopla, weg website! Daarmee schenden de bewuste providers niet alleen de rechten van hun gebruikers, keurig betalende abonnees die niets verkeerd hadden gedaan, maar breken ze al doende ook een groter goed af: het recht op vrije meningsuiting.
Providers zouden een expertisebureau moeten opzetten, waar ze klachten aan kunnen delegeren en zinnig advies over het auteursrecht bij kunnen inwinnen. Tevens zouden ze voortaan overzichten moeten maken van ontvangen klachten en hun reactie daarop, zodat daarop enige publieke controle kan plaatsvinden. Doen ze dat niet, dan verdwijnen het publieke domein en onze vrijheid van meningsuiting de bittenbak in.
[De beschrijving van het vollledige onderzoek van Bits of Freedom staat op www.bof.nl/takedown/.]