JUANRA WERD IN JANUARI in Amsterdam gearresteerd. Spanje wilde hem hebben omdat hij de ETA namen en adressen van rechts-radicalen zou hebben verschaft. Het aanhoudingsverzoek specificeert wiens adres: dat van de voorzitter van het extreemrechtse CEDADE. Maar diens gegevens staan op Cedades website; daar valt niks aan te verklappen. Het enige andere bewijs voor Juanras tipgeverschap was een bekentenis van een andere Spaanse verdachte, die “een jongen van 35 jaar, lang, mager, intelligent en met blond haar, woonachtig ergens tussen Barcelona en Gerona” noemde. Dat zou dan Juanra zijn. De man in kwestie heeft, zodra hij kon, verklaard dat hij ernstig mishandeld is tijdens zijn verhoor. Zijn arts heeft foto’s van de talloze kneuzingen en striemen op het lichaam van de verhoorde.
Juanra moest zitten in afwachting van zijn uitleveringsverzoek. Vijf maanden in Vught, waarvan een paar weken in isolatie en een aantal maanden onder verzwaard regime.
Het OM verdedigde het uitleveringsverzoek, zoals hoort als ze eenmaal besluiten tot arrestatie over te gaan. Een probleem was wel dat het Spaanse OM niet over de brug kwam met specificaties. Het Spaanse OM was daar zelfs zo laks in – ze presteerden het onder meer om drie verschillende, elkaar tegensprekende versies van dezelfde documenten aan Nederland op te sturen – dat de Amsterdamse officier van justitie ijverig begon uit te leggen wat Spanje nu eigenlijk bedoelde. “Spanje hoort zelf te zeggen wat het bedoelt,” morde de rechter, en stelde Juanra vrij op borgtocht in afwachting van de definitieve beslissing tot uitlevering.
Die rechter, Rob Blexktoon, is gespecialiseerd in uitleveringsverdragen. Hij heeft dit jaar een aantal kritische artikelen gepubliceerd over de nieuwe Europese regels rond uitlevering, onder meer in het Nederlands Juristen Blad. Blexktoon blijkt tamelijk ongerust over dat Europese arrestatiebevel (EAB), een kaderbesluit dat alle lidstaten per januari 2004 moeten nakomen.
Uitleveringsverzoeken mogen van elke rechterlijke autoriteit komen, maar daar vallen openbaar ministeries ook onder; en die zijn – uit de aard van hun vak – natuurlijk altijd wat driester dan rechters, die die tenlasteleggingen van het om nu juist moeten controleren. Is er redelijk bewijs voor de verdenking? Is er een garantie voor een fatsoenlijke rechtsgang? Is de straf wel in overeenstemming met het evrm? Als iemand wordt uitgeleverd, wordt hem daar ter plekke dan niet plots meer ten laste gelegd? Wordt hij wel voor dingen gedaagd die wij ook strafbaar achten?
Blexktoon is er niet gerust op dat rechters nog plaats wordt gegund in de nieuwe procedure. Nu al is de officier van justitie van land A geneigd vlot mee te werken indien de officier van justitie van land B om uitlevering van een verdachte vraagt; al is het maar omdat de volgende keer hijzelf zo’n verzoek heeft, en dan kun je maar beter niet op oud zeer stuiten. Daarnaast is er te vaak iets mis met uitleveringsverzoeken. Bewijs is niet netjes vergaard, soms wordt de straf vals voorgesteld (Blexktoon noemt een wel heel dramatische falsificatie: van iemand die de doodstraf te wachten stond, werd gezegd dat hij ‘slechts’ levenslang zou krijgen – Nederland levert niet uit als er serieus risico is dat iemand de doodstraf krijgt) of de dagvaarding zelf rammelt. Bovendien is een goede rechtsgang lang niet altijd verzekerd. Blexktoon noemt marteling en al te lange voorarrest, soms van enige jaren.
Waar hij vooral bezorgd over is, is dat de minister binnen de nieuwe regeling niet langer mag ingrijpen Nu is het altijd nog de minister van Justitie die de definitieve beslissing tot uitzetting neemt, en zo’n weigering kan gebruiken om een betere algemene rechtsgang in een andere lidstaat af te dwingen.
De OvJ in Nederland anticipeerde al op zo’n mogelijke negatieve beslissing. “Juanra moet worden uitgeleverd. Nederland verliest internationaal haar gezicht.” En ze praatte alle tekortkomingen en fouten in de Spaanse uitleveringsverzoeken recht.
De dag voordat Juana weer moest voorkomen, kreeg zijn advocaat bericht. Blexktoon was ziek en werd vervangen. Juanra verloor en zit, in afwachting van de ministeriële beslissing, weer in Vught.
Hij weet nu al wat hem te wachten staat. Hij komt in Spanje in voorarrest en moet worden berecht in een speciaal hof in Madrid. Zeven van de negen rechters daar dienden onder Franco. Iedereen die ook maar in de verste verte in verband wordt gebracht met de eta, heeft er geen schijn van kans; meestal zitten zulke verdachten vijf jaar in voorarrest en krijgen ze een straf ter lengte van precies dat voorarrest.
Als we straks die nieuwe wet hebben, zal het net zijn of Blexktoon altijd griep heeft.