DE EERSTE SLACHTOFFERS in een oorlog zijn waarheid en nuancering. Na de misdadige aanslagen op het WTC en het Pentagon lijkt de wereld opgedeeld geraakt te zijn in goed en kwaad, in wij en zij; in christendom tegen islam.
Mensen vegen de islam in al haar vormen plots op één hoop en zeggen angstig – of woedend – dat het een inherent agressief geloof is, gemakshalve vergetend dat de god van de christenen minstens even wraakzuchtig is en er in zijn naam honderdduizenden mensen zijn uitgeroeid. Fundamentalisme wordt eenzijdig bij de islam gelegd: alsof Amerika geen christen-fundamentalisten kent die aanslagen op abortusklinieken plegen en wij geen zwarte-kousenkerken hebben die hel en verdoemenis preken over andersdenkenden.
Terrorisme is niet ‘eigen’ aan de islam. De IRA en de ETA specialiseren zich er al decennia lang in; we zijn hun terreur zelfs ‘gewoon’ gaan vinden. De eerste religieuze sekte die een echt massale aanslag pleegde op nietsvermoedende burgers was niet de Taliban maar Aum Shinrikyo; de eerste burger die dat deed, de extreem-rechtse Amerikaan McVeigh. En Bin Laden – als hij het was – richt zich niet tegen de Amerikanen alleen: hij haat iedereen die een afwijkende mening heeft en niet zucht onder het juk van zijn wrede god.
Wie de aanslagen op New York en Washington heeft gepleegd is nog altijd onduidelijk. Amerika treft – in de oud-testamentaire traditie van oog om oog, tand om tand – niettemin voorbereidingen om wraak op een heel land te nemen, een land dat bovendien al een kwart eeuw ten prooi is aan oorlog en geteisterd wordt door honger en repressie. Mocht Bush zo’n aanval plegen, dan zal die de haat jegens Amerika alleen aanwakkeren: vergelding verhardt de verhoudingen en trekt scherpe lijnen waar eerder ook aarzeling en terughoudendheid bestonden. Zo’n aanval is het beste recept om extremisme te verspreiden.
Ondertussen nemen sommigen de gelegenheid te baat zelf alvast wraak te nemen. Niet op de daders; die zijn immers onbekend. Het schervengericht is blind van woede. In Amerika zijn al honderden gevallen van agressie tegen Arabieren en moslims in het algemeen gemeld; twee Aziaten zijn er vermoord. In Engeland is een Afghaanse man lam getrapt. Mensen van Arabische origine zijn zonder aanleiding ontslagen en tientallen van hen zijn uit vliegtuigen geplukt “omdat de piloten anders niet durfden te vliegen”. In Nederland is brand gesticht in islamitische scholen en moskeeën en zijn diverse gebedshuizen met hakenkruizen en racistische leuzen beklad. Islamitische meisjes wordt afgeraden hun hoofddoek nog te dragen “omdat dit agressie kan oproepen”.
Wat is dit voor een zieke haat? Het is – op kleine schaal – niets anders als wat ten grondslag ligt aan de terreurdaad in Amerika: minachting voor mensenlevens en extremistische woede die alles wat ‘anders’ is, verdelgen wil. Het lijkt of racistisch Nederland een vrijbrief heeft gevonden om uit de kast te komen. “De onverdraagzamen storten zich op de WTC-ramp als gieren op een kadaver. Ze zien het als een mogelijkheid om hun evangelie van haat en angst weer eens te kunnen prediken,” schreef iemand op internet; hoe pijnlijk adequaat.
Wat me angst inboezemt, is dat er amper wordt geprotesteerd tegen deze kleine terreur. Kennelijk achten veel Nederlanders zulke wandaden momenteel ‘begrijpelijk’, of erger: ze stemmen ermee in dat onze landgenoten thans worden geïntimideerd. Alsof een hoofddoekje gelijk is komen te staan aan extremisme. Alsof hun angst er niet toe doet en minder telt dan de ‘onze’. Alsof de Taliban het niet net zo hard zou voorzien op studerende moslimmeisjes en baardloze islamitische jongemannen. Alsof zij veiliger voor fundamentalistisch geweld zijn dan ‘wij’.
“Wie niet met is, is tegen ons,” stelde Bush in zijn toespraak tot het Amerikaanse congres. Een heilloos en dodelijk simplisme. Gezien de woede en agressie waaraan Arabische mensen, moslim of niet, momenteel worden blootgesteld hoop ik van harte dat zij wijzer zijn dan dat: dat zij begrip kunnen opbrengen voor de extremisten onder ‘ons’ en niet met gelijke munt terugbetalen.
Wij hebben moslimorganisaties gevraagd zich te distantiëren van de aanslagen in Amerika. (Wat ik al licht beledigend vind: elk fatsoenlijk mens distantieert zich uiteraard van zo’n horreur, dat hoef je niet te expliciteren. Als een christengek haat predikt, vragen we kerkleiders evenmin zich zulk gedrag af te keuren – het spreekt vanzelf dat zij dat doen.) Ondertussen zou het gepast zijn als Nederland zich op zijn beurt met verve uitspreekt tegen de voelbare intolerantie jegens moslims en deze vieze vreemdelingenhaat een halt toeroept. Veiligheid is ondeelbaar: waar geweld wordt gebruikt en haat aangemoedigd, kan niemand zich veilig voelen.