ONDER DE TITEL Amerikaanse ayatollahs schreef ik twee weken geleden over extreem-rechtse christelijke clubs in Amerika. Het land zou in hun ogen weer een godvrezende natie dienen te worden. Ter voorbereiding waren ze alvast begonnen met de oprichting van een schaduwregering, en kon iedereen – nu ja: iedereen… alleen mannen, uiteraard; vrouwen horen zich in zo’n wereld niet te roeren – zich aanmelden voor overheidsposities in deze donkere wereld. Het idee was dat de schaduwregering zich zou gedragen alsof ze echt was; dat wil zeggen, jurisdictie had, maatregelen kon treffen, beleid kon maken en sancties kon opleggen.
Lezing van het pamflet van deze ambitieuze leiders in spe stemt een mens niet vrolijk. Sterker, ik werd er apert misselijk van: hun ideeën waren tot op het bot dictatoriaal. Godlof – nee, niet hun god, ik zeg dat maar bij wijze van verzuchting, en de clubs in kwestie zouden me, als ze aan de macht waren, prompt straffen voor zo’n manier om uiting te geven aan mijn opluchting – godlof is er niet idioot veel animo voor hun westerse variant op Talibaanse praktijken.
Kondigden ze vorig jaar nog met veel bombarie aan dat hun schaduwregering met ingang van 1 januari jongstleden in vol ornaat zou aantreden, nu zeggen ze aanzienlijk terughoudender dat hun schaduwregering deze maand “min of meer operationeel” is geworden. (Maar er valt nog geen enkele genomen maatregel, gedane uitspraak of afgelegde persverklaring op hun homepage te bekennen. De droom der rechtvaardigen houdt ze in slaap, daar in hun schaduw.) Niettemin zoeken ze nog naarstig naar allerlei mensen die overheidsfuncties in hun godsstaat op zich willen nemen. Want het moet heus allemaal nog voor 2000 gebeuren.
Zijn zulke mensen nu onschuldige gekken of griezelige fanaten? Ik neig naar beide. Want hoewel ze fanaat zijn, en doodeng in hun dogmatisme en ijzeren consequentie, zijn ze tegelijkertijd klein en daarmee eerder een rariteit dan een dreiging. Er gaat een zekere schoonheid schuil in de wetenschap dat ze, juist omdat ze te bizar en zo onverbiddelijk zijn, nimmer een grote aanhang aan zich zullen binden. Uit hoofde van hun eigen radicaliteit zijn ze gedoemd klein te blijven.
En hoe gruwelijk de opvattingen die ze er op nahouden ook mogen zijn: ik heb graag dat ze hun informatie vrijelijk kunnen verspreiden. Deels omdat zulks een strijd met open vizier mogelijk maakt. Deels omdat alleen dan de idiotie en de innerlijke tegenstrijdigheden van hun opvattingen aan het licht kunnen treden – als je vindt dat abortus moord is, en moord slecht, hoe kun je dan menen dat mensen die het recht op abortus steunen, vermoord dienen te worden? – en de consequenties van hun opvattingen aan het licht komen. In zekere zin maken ze zichzelf onschadelijk juist omdat ze het recht op vrije meningsuiting hebben en daar gebruik van maken.
En ook al zouden zij anderen het recht op weerwoord, discussie en tegenspraak liefst ontzeggen, de kracht van een democratie ligt besloten in het feit dat zij daadwerkelijk mogen zeggen dat ze andere mensen rechteloos willen maken. Ze geven zichzelf en hun dictatoriale inzet bloot, juist doordat ze gebruik kunnen maken van hun democratische rechten. Goedzo. Ze redeneren zichzelf in de val. Ze struikelen, juist door de democratie waartegen ze zich verzetten.
Mag dan alles gezegd worden? Over een aan de schaduwregering gerelateerde homepage – The Nuremberg Files – is in dit verband een rel ontstaan. Op die homepage houdt men openbare lijsten bij van artsen die aan abortusklinieken verbonden zijn en van publieke voorstanders van het recht op abortus. De homepage is een nauw verhulde oproep om deze voorstanders van kant te maken: namen zijn doorgehaald indien iemand verwond is, en grijs als ze vermoord zijn. En elke aanslag op een abortuskliniek wordt er gedocumenteerd, soms zelfs voordat het nieuws over zo’n aanslag publiek gemaakt is. Alles op deze pagina schreeuwt: deze mensen weten er meer van, of staan minstens in rechtstreeks contact met de abjecte schlemielen, de verdwaasde zotten die bommen plaatsen bij abortusklinieken en met scherp schieten op de mensen die er werken.
Maar moet die pagina dan weg? Hij is gruwelijk, ja vanzelf, maar ook leerzaam. Uiterst leerzaam. Je ontdekt er bijvoorbeeld dat de anti-abortusbeweging zich niet distantieert van moord, dat zelfs rechters die geheel volgens het recht uitspraken deden in abortuskwesties op hun dodenlijst staan; dat mensen verblind kunnen raken, en waartoe dat leidt: moord en doodslag.
De afgelopen week zocht ik de bewuste homepage op en vond hem niet. Dat bleek aan een typefout te liggen, maar drie lange seconden vroeg ik me af: als die pagina van overheidswege is neergehaald, dat wil zeggen: door de Amerikaanse overheid, zou ik dan een kopie ervan hier in Nederland neerzetten? Heb ik liever dat zo’n pagina er wel is dan niet? Of beter gezegd: indien zo’n pagina er eenmaal is, vind ik dan dat een overheid het recht heeft om in te grijpen en zo’n pagina te verwijderen, oftewel te censureren? Nee.
En in die paar seconden besloot ik dat ik een kopie ervan zou neerzetten zodra een Amerikaanse rechter gelast hem daar te verwijderen. Ik wil dat mensen zelf zien hoe eng de anti-abortusbeweging is, en aan een overheid die mensen niet toestaat zulks zelf te beoordelen heeft niemand iets. Zo’n overheid houdt mensen voor goedgelovig, onkritisch en verslijt haar burgers voor meelopers; erger, zo’n overheid maakt haar burgers aldoende dom.
IN DUITSLAND MAG JE niet meer zeggen dat de jodenvervolging en de vernietigingskampen tijdens WOII een leugen zijn: dat is verboden. Het is onvergeeflijk dom om zulke uitspraken, hoe racistisch of antisemitisch ze ook zijn, te verbieden: alsof degenen die overtuigd zijn van het tegendeel – er zijn miljoenen joden vermoord tijdens de oorlog – zulke kasplantjes zijn en hun waarheid zo broos is dat die overheidsbescherming behoeft. Alsof er geen instituten zijn die, gedocumenteerd en wel, zulke stupide praatjes kunnen weerleggen. Alsof de overheid haar burgers dient te beschermen tegen kwetsende opvattingen. Alsof pijnlijke opvattingen verdwijnen wanneer degenen die ze koesteren, ze niet langer mogen uitspreken. Alsof debat niet helpt.
Dat is pas eng: geloven dat argumenteren, debatteren en discussiëren nutteloos is, of dat mensen er te dom voor zijn.
Naschrift: de Nuremberg Files verdwenen kort hierna van het net. Na lang nadenken besloot ik een mirror ervan te beginnen. Dat leidde tot veel commotie. Uiteindelijk heb ik de mirror weer verwijderd. Het hoe en wat kunt u op de genoemde url lezen.
Ja, hoe bizar. Diegenen die beweren zo “pro-life” te zijn als het gaat om een klomp gedeelde cellen zonder geleid leven, blijken allesbehalve voor het leven te zijn als het gaat om een wezenlijk persoon. Richard Dawkins heeft dat al eens zo verwoord. Merkwaardig hoe ze dat voor zichzelf weten te rechtvaardigen. Pro-life zijn en ondertussen echte mensen met een heel leven achter zich dood wensen. Of erger. Ziek. Maar inderdaad. Ik weet maar liever met wie ik te maken heb.