KINDEREN KRIJGEN IS een heel gedoe, zeker wanneer er meer dan twee mensen aan te pas moeten komen. Zodra andere mensen hun medewerking verlenen, neemt de aandacht die de media voor de jonge telg en deszelfder verzorging tonen, exponentieel toe. De reportages en artikelen zijn tegenwoordig niet van de lucht. De grote hausse begon nadat IVF en KI tot het takenpakket van de gezondheidszorg werden gerekend.
Sindsdien is het niet stil geweest: er werd (en wordt) gedebatteerd over draagmoederschap, over zwangerschap ver na de overgang, co-ouderschap, hoe een homostel zich kruist met een damesstel en tegen wie het kind dan allemaal pappa zegt, en waarom; er zijn klinieken waar men de klandizie voorliegt dat ze de voorkeur voor een jongens- of een meisjesbaby in resultaat kunnen vertalen en klinieken waarvan het hoofd zegt dat ze lesbische vrouwen niet langer helpen want die hebben maar een hekel aan mannen.
En juridisch wordt het al maar gecompliceerder. Ouderschap was aanvankelijk een simpel gegeven en werd ingekaderd door het huwelijk: een vrouw werd wettelijk moeder wanneer ze een kind baarde en een man werd wettelijk vader wanneer de vrouw met wie hij getrouwd was, moeder werd. Dat biologisch vaderschap niet altijd samenviel met wettelijk vaderschap zag iedereen het liefst over het hoofd (alleen in romans was een bastaard een tijdlang een vruchtbaar onderwerp). Getrouwde mannen konden kinderen die voor dit huwelijk waren geboren voorts ‘echten’ en dan werden daarvan ze alsnog de wettelijke vader. Biologische vaders van kinderen van ongetrouwde moeders tenslotte konden een kind ‘erkennen’ en dan had je alle mogelijke varianten wel gehad.
Maar thans gaan huwelijk en ouderschap al lang niet meer hand in hand en door technische ontwikkelingen is het bovendien mogelijk geworden een onderscheid te maken tussen sociaal, biologisch en genetisch ouderschap en de zaak wordt steeds complexer aangezien die verschillende definities daadwerkelijk op verschillende mensen van toepassing kunnen zijn. Van wie een kind nu wettelijk is bezorgt rechters derhalve hoofdbrekens en juristen volle werkdagen: is dat de donor van het zaad of de eicel, degene die de zwangerschap draagt, of zijn het degenen die het kind opvoeden? De wet bevoordeelt momenteel genetisch en biologisch ouderschap en tilt zwaarder aan moeders dan aan vaders.
Draagmoedercontracten zijn op die grond ongeldig verklaard: dat de draagmoeder het eitje leverde en het kind baarde, maakte dat de rechter besliste dat zij de moeder was en het kind mocht (of moest) houden, ook al was het zaad afkomstig van de mannelijke helft van het echtpaar dat het contract met haar had gesloten. Over donorschap bij mannen is al veel te doen geweest: de vraag is of hun anonimiteit moet worden opgeheven, in verband met mogelijke nieuwsgierigheid van de kant van het kind en vanwege de medische familiegeschiedenis. En ik wil wedden dat er binnenkort zaken komen over gevallen waarin mensen zelf wat gerommeld hebben met schema’s van vruchtbare dagen en met potjes sperma: is de genetische vader aansprakelijk? Mag hij rechten opeisen dan wel toebedeeld krijgen? Moet hij alimentatie betalen voor het kind? Mag hij het kind weghalen als de (biologische en sociale) moeder aan de drank is of anderszins minder capabel?
Wanneer eicel-donatie gewoon wordt, ontstaan er pas echt problemen: dan kan mevrouw A een kind krijgen met het eitje van mevrouw B en het zaad van meneer C. Als mevrouw A bovendien getrouwd is, wordt meneer A automatisch wettelijk vader wanneer deze mevrouw A bevalt. Dan zijn er vier mensen die allemaal een andere juridische positie jegens dat kind hebben. Van wie ‘is’ dat kind dan? Van de genetisch vader? Van de wettelijke vader? Van de biologische moeder? Maar wie van tweeën is dat, zij van wie het ei was of zij die bevalt? En hoe zit het met dat sociaal ouderschap dan?
En nu dus alweer een novum. Een tweeling in twee kleuren. Vanwege misplaatste zuinigheid – wat kosten die weggooi-pipetjes nu helemaal? Een duppie per stuk? – of een onnozele vergissing heeft de gezondheidszorg de juristerij weer handen vol werk bezorgd. Een Nederlands echtpaar dat via IVF een kind wilde bekomen kreeg een tweeling, wat vaker gebeurt; maar deze tweeling had zichtbaar verschillende vaders, wat zacht gezegd hoogst uitzonderlijk is. Een tweeling met één mamma doch een zwarte pappa en een blanke pappa. Wat het echtpaar in kwestie de meest lastige vragen opleverde, want veel mensen in hun omgeving gingen er ineens van uit dat mevrouw een slippertje had gemaakt, want hoe kwam ze anders aan dat zwarte kindje?
Nu had zij niets geslipt; dat had een laborant waarschijnlijk gedaan. Hoe dan ook raakten er zaadcellen door elkaar en na genetisch onderzoek is duidelijk geworden dat beide kinderen van de mevrouw in kwestie zijn, maar dat de ene van haar man is en de andere van de donor die net voor hem had ingeleverd. Waarna het echtpaar maandenlang in spanning heeft gezeten: zou die andere meneer, die kennelijk ook heel graag een kind wilde want anders beging je niet aan de mallemolen van IVF, het kind niet opeisen? Pappa twee heeft daarvan afgezien, tot grote opluchting van het echtpaar in kwestie.
Maar de vragen blijven. En in dit uitzonderlijke geval zijn de vragen zelfs zichtbaar geworden.