[Verschenen in Vrij Nederland.]
Het is dat god niet bestaat en tussen hemel en aarde alleen het luchtledige huist, anders wist ik wel hoe het zat. Dan was de zaak simpel: ze gingen boven iets nieuws ondernemen. Ze hebben daar inmiddels genoeg onafhankelijke uitgevers om een dependance te beginnen.
Rob zat dan nu met Johan Polak te ruziën over de toekomst van de bijbel; Johan Polak pleitte voor het uitbrengen van het Oude Testament in een luxe-editie, Rob vond dat nonsens en achtte de tijd rijp om beide delen definitief in de ramsj te doen. Nee, niet in zijn eigen modern antiquariaat, lichtte hij toe nadat Polak zijn wenkbrauwen had opgetrokken, hij vond het meer iets voor De Slegte.
Of hij overlegde met Michel Vassalucci, de oprichter van Arena. Ze overwogen een pamflet te publiceren over het wel & wee der kleine, onafhankelijke uitgeverijen. Dat zij nu allemaal hier zaten, betoogde Vassalucci, bewees maar weer eens dat zij niet alleen kwetsbaarder waren dan concerns en conglomeraten maar ook beter. Waarna Rob gniffelde en een valse opmerking maakte over de Paus, gods wil en de boekenmaffia.
Misschien zat hij nu bij Boy, zijn vorig jaar overleden verkoper, die hem vervolgens suggereerde dat hij nodig moest praten met Werner Schwab om te zien of die zijn memoires niet bij de firma wilde publiceren. Of mogelijk was het allemaal eigenlijk een undercoveractie. Dan was Rob nu aan het uitvissen hoe men daarboven over de mensen hier beneden spreekt, wat de criteria voor het toelatingsbeleid zijn en of ze ook vinden dat hun hemel vol is.
Hemel, hel en god bestaan niet. De dood wel. Rob van Gennep was bij leven mens en instituut ineen. Die twee zijn nu voorgoed van elkaar gescheiden. Het instituut leeft door; de uitgeverij die zijn naam draagt, is in uiterst goede handen en zal onze honger naar wijsheid, naar kneedbare ruimte en naar goede boeken nog lang tevreden stellen. En die man zelf, Rob met al zijn drukte en plannen en verhalen, die man was zo groot dat hij niet eens in zijn kist paste.
Na een vergeefse poging hem erin neer te vlijen, moesten ze zijn formaat erkennen en een groter exemplaar kist laten komen.