EIND JULI 1997 maakten de Nederlandse kranten gewag van twee Zoetermeerse meisjes
die een seksegenote hadden verkracht. Ze waren veertien en zeventien; de meisjes
penetreerden hun veertienjarige slachtoffer met voorwerpen en nodigden daarna een
passerende jongen uit om haar op 'ouderwetse' wijze te verkrachten, wat hij deed. Het was
een opzienbarend bericht: deels vanwege de bereidwillige medewerking van de passant,
deels vanwege de jonge leeftijd van de daders. (Daarin staan deze twee helaas niet alleen:
een paar keer per jaar melden de kranten dat elf- of veertienjarige jongens een ander kind,
meestal een meisje, hebben verkracht.) Het meest verrassende aan de berichten was echter
de mededeling dat het om twee meisjes ging die een ander meisje hadden
verkracht: dat schaarde het nieuws in de 'man bijt hond'-categorie. Verkrachting is immers
iets dat mannen doen en wat vrouwen overkomt, toch?
Niet helemaal: het komt vaker voor dat vrouwen verkrachten. Seksueel geweld
plegen blijkt geen mannelijk prerogatief te zijn. Er zijn ook vrouwen die zich eraan schuldig
maken: ze mishandelen hun vaste partner, gaan zich te buiten aan ongewenste intimiteiten,
plegen incest of begaan een verkrachting. En nee, in tegenstelling tot wat de goegemeente
gelooft, heb je geen mannelijk geslachtsdeel nodig om iemand te verkrachten. Mannen doen
het ook lang niet allemaal met hun penis. Een fles, een bezemsteel, een stok of een ijzeren
staaf volstaan om een dergelijke daad uit te voeren. Zulke voorwerpen zijn zelfs
betrouwbaarder: ze laten het, anders dan vlees, nooit afweten. (Dat klinkt vies en al te
beeldend. Maar dat ís verkrachting ook: vies, wreed en adembenemend plastisch.)
En om verkracht te worden heb je niet per se een vagina nodig: het kan ook anaal.
Vrouwen die verkrachten: dat is in flagrante tegenspraak met zo ongeveer alles wat
er de afgelopen jaren over seksueel geweld is gezegd. Seksueel geweld is immers, zo wil de
theorie ondertussen, een geweldsvorm die voortvloeit uit de ongelijke machtsverhoudingen
tussen mannen en vrouwen en een manier waarop mannen vrouwen op hun ondergeschikte
plaats houden. Maar juist die gecombineerde wetenschap - vrouwen worden op tal van
manieren onderdrukt, mannen plegen op grote schaal seksueel geweld jegens vrouwen -
heeft de blik inmiddels dusdanig gekleurd dat het schier onmogelijk is geworden om te
onderkennen dat mannen niet de enigen zijn die verkrachten, en dat niet alleen vrouwen en
meisjes het slachtoffer zijn van seksueel geweld.
Zulke 'a-typische' zaken signaleren vind ik van wezenlijk belang. Niet omdat ik
geweld jegens vrouwen zou willen relativeren; wél omdat teveel mensen -
beleidsmakers, therapeuten en feministen niet in de laatste plaats - seksueel geweld
tegenwoordig uitsluitend opvatten als een teken, of als het bewijs, van de maatschappelijke
ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Bovendien is het zinnig om erop te wijzen dat
vrouwen - ook in seksueel geweld - niet alleen slachtoffer zijn en dat mannen nooit als
groep het daderschap in de schoenen geschoven kan worden, ook al is die gedachte in
sommige feministische kringen een vuistregel geworden. Er zijn al teveel mensen die slordig
denken: die uitgaan van een wereldbeeld waarin eenvoudige doch zeer verstrekkende
tweedelingen de overhand hebben, en die een denkwijze hanteren waarbij de wereld
versimpeld wordt ten gunste van een dogma.
ER ZIJN NOGAL wat leerstellingen in omloop waar het sekse, seksualiteit, macht en de
verhouding tussen mannen en vrouwen betreft. Er is daarbij een enorme hang naar eenvoudige
tweedelingen: de gedachte dat je mensen in hun geheel in een van beide categorieën kunt
indelen, bij uitsluiting van al het andere, en dat die categorieën diametraal tegenover
elkaar staan, is overdadig aanwezig. Je bent man óf vrouw, homo óf hetero,
and never the twain shall meet: het zijn radikaal verschillende posities, die ieders
identiteit ten diepste kleuren. En veel valt er niet aan te kiezen of te sleutelen: het is immers de
biologie die je man of vrouw maakt, je seksuele verlangen dat je tot homo of hetero maakt.
Daar valt niet tegen te strijden, dat is nu eenmaal zo en dat dien je te accepteren. Het enige
waar je wél invloed op hebt is wat voor soort man, vrouw, homo of hetero
je vervolgens wordt: er is inmiddels een breed scala aan opties ontworpen en in zwang
gekomen.
Nu geloof ik absoluut niet dat mensen zo in elkaar zitten; ik hang aan wat ik
gemakshalve 'de cocktailtheorie' noem. Ik meen bijvoorbeeld dat mensen alles wat er aan
seksuele mogelijkheden te bedenken valt, principe in huis hebben. De mix kan van persoon tot
persoon verschillen, en welk ingrediënt de overhand heeft staat hooguit tijdelijk doch
nooit definitief vast. Seksualiteit is in mijn ogen geen afgerond en vaststaand iets dat al dan niet
geheel tot ontplooiing wordt gebracht, zoals de tulp uit de bol komt, en dat gedurende de groei
van opgelopen deuken of vals bewustzijn moet worden ontdaan, zodat de bloemblaadjes mooi
wijduit komen te staan. Eerder is seksualiteit een complex van gevoelens, ideeën en
mogelijkheden die al doende (en lerende) ontstaan, die eindeloos veranderd en verder
ontwikkeld kunnen worden, en gedeeltelijk afhankelijk zijn van de sociale omgeving waarin
mensen leven. Ik zie heteroseksualiteit en homoseksualiteit eerder als travestie dan als
transseksualiteit: voor mij zijn het posities die ingenomen en verlaten kunnen worden, en nooit
een definitieve of onomkeerbare overstap naar de andere zijde.
Die cocktailtheorie blijkt ook te gelden voor sekse. Mensen blijken namelijk niet
altijd óf mannen, óf vrouwen te zijn. Er is een ruim assortiment aan mensen
die niet zonder meer in een van die twee biologische categorieën valt in te delen. De
mevrouw die ik laatst bij de supermarkt hier om de hoek zag, was er zo een: ze was uiterlijk
in alles een vrouw, maar had een baard. Een heuse: zo'n grunge-sikje waar je een paar jaar
geleden, toen Nirvana en Pearl Jam op hun hoogtepunt waren, veel
jongens mee zag lopen. Het opmerkelijke was niet zozeer dat ze een baard had, dat hebben
namelijk wel meer vrouwen; wat bijzonder was, was dat ze het aandurfde hem
daadwerkelijk te laten staan. Of neem Jamie Lee Curtis: niemand zou haar ooit voor een
man verslijten, maar haar chromosomen zijn XY - wat haar genetisch tot een man maakt.
Veel prostituées zijn zulke mensen: mannen die borsten hebben laten groeien of
implanteren en die hun penis hebben behouden, zijn al jarenlang zeer in zwang onder
hoerenlopers. Mijn zusje Patricia is ook iemand die categorieën tart: ze werd als man
geboren en gaat tegenwoordig als pronte vrouw door het leven. Ze is al die tijd van dezelfde
vrouw blijven houden maar ziet haar verlangen nu plots als lesbisch bestempeld, waar ze
eerder 'gewoon' heteroseksueel was en er in de tussentijd werkelijk niets is veranderd in
haar liefde voor haar voormalige vriendin. De ex-vriendin vindt dat Patricia een moordenaar
is: Patricia heeft de man gedood die ze ooit was, zijn lichaam vernietigd en overgenomen.
Mijn zusje vindt dat ze lid is van een derde sekse. Andere transseksuelen worden woest om
die notie en achten zichzelf volbloed vrouw of man, zij het nieuwbakken. Maar ook zij
onderscheiden 'soorten' vrouwen: de geboren & getogen vrouwen, en de geworden of
nieuwbakken vrouwen.
Sekse is helemaal niet zo simpel.
HET LEVEN IS MINDER recht dan de leer, draaieriger ook. Dat is niet zozeer een
zwakte van de theorie als wel een van de schoonheden van het bestaan; en zolang je
theorieën van tijd tot tijd maar bijstelt en opinies kritisch blijft beschouwen is er niet
veel aan de hand. Het lastige is echter dat theorieën en oordelen je het zicht op de
werkelijkheid kunnen benemen, zodat je de dingen niet, of slecht ziet - zodat je soms niet
eens dóórhebt dat iets bijstelling behoeft. Het denken in dualismen
veroorzaakt blinde vlekken.
Eén van die moderne blinde vlekken wordt veroorzaakt door de angst voor
kinderporno en kindermisbruik. De enge man in de bosjes is degene die in dit verband alom
wordt gevreesd en op wie aller ogen zich vol woede en verontwaardiging fixeren. In 1996
werd de enge man gepersonifieerd door de Belg Marc Dutroux, en kreeg Internet de rol van
de enge bosjes toebedeeld. De kranten stonden bol van verhalen over pedofilie, over de
netwerken die pedofielen via het Internet zouden onderhouden, en er werden de meest rare
dingen gesuggereerd over homoseksuelen die kindermisbruik zouden propageren. Maar wat
te weinig mensen willen zien is dat de meeste kinderen thuis misbruikt worden,
door hun vaders, broers, ooms, buurmannen en een enkele tante: door keurige
heteroseksuele mensen die zichzelf nooit pedofiel zouden noemen (en die wellicht nog nooit
van Internet hebben gehoord).
En die voorstelling van Internet als poel des verderfs, als een plek waar je, zelfs bij je
meest onschuldige activiteiten, tegen wil en dank wordt geconfronteerd met seksplaatjes en
ranzige verhalen, die is hoogst curieus. Op het net is het eenvoudiger om seks te mijden dan
in de oudere media. Met een slim killfile is het net aanzienlijk kuiser dan het gewone leven -
en toch hameren politici en de oude media op de voosheid van het net en op de noodzaak
Internet schoon te boenen. Ik vrees dat ze dat om heel andere redenen doen dan vanwege
de tere kinderziel.
OVER ZULKE AL TE simpele indelingen, en de daaruit voortvloeiende blinde vlekken,
gaan de essays in dit boek. Ik wil erin aantonen dat tussenruimtes, de mengvormen, de
overlappingen en de schemergebieden al met al zo groot zijn geworden dat het weinig zin
heeft streng de hand te houden aan tweedelingen en dualismen. Ik wil er moderne dogma's
mee ondergraven.
Of dat altijd lukt is een tweede. Sommige dogma's liggen mensen immers nauw aan
het hart gebakken: zoals de gedachte dat 'thuis' veilig is, dat verkrachting iets is dat mannen
doen, en de voornaamste: dat er 'nu eenmaal' twee seksen zijn, die in alle opzichten goed en
eenvoudig van elkaar te onderscheiden zijn, en dat niet alleen allemaal een kwestie van
natuur, biologie, hormonen en genen is en daarmee onvermijdelijk, maar dat het bovenal
ook goed en wenselijk is dat de zaak zo is ingericht. Hopelijk laten de cijfers over sekse-
ambivalentie die in het titel-essay verwerkt zijn, zien dat dit standpunt een ontoelaatbare
versimpeling van biologische feiten is. Transseksualiteit is van alle eeuwen en culturen, en
lichamen zijn aanzienlijk minder eenduidig dan we aannemen.
Copyright Karin Spaink.
Deze tekst wordt uitsluitend
voor persoonlijk gebruik aangeboden.
|