Wie als schrijver onbekend terrein wil verkennen, kan soms ergens ‘writer in residence’ worden. Dat is een chique manier om te zeggen dat je bij wijze van studie een fantastische logeerpartij voor jezelf organiseert, waar je met mazzel nog een mooi boek uit kunt kneden ook. Deze week ben ik zo’n writer in residence: ik logeer in een fabriek. (Nou ja, overdag dan. ‘s Avonds slaap ik in een hotel.)
De fabriek in kwestie staat in Veenendaal. Ze maken er auto’s. En ze doen dat met de hand. Uit honderden onderdelen, afkomstig uit tientallen landen, worden elke week drie tot vijf autootjes in elkaar geschroefd en gekit. Zowat alles moeten ze van de grond af aan assembleren, omdat niemand exact maakt wat zij nodig hebben. Van elk autootje weten ze bovendien voor wie ‘ie is bestemd, en veel autootjes zijn precies op die ene klant toegesneden.
Want Waaijenberg maakt speciale auto’s. Het bedrijf is de maker van de Canta, uweetwel, die kleine – vaak rode – opdondertjes voor gehandicapten.
Het is een bijzonder bedrijf. Niet alleen omdat ze een beperkte en toch uiterst diverse doelgroep hebben, maar ook omdat Waaijenberg eigenlijk nog de enige volbloed Nederlandse autoproducent is. Hun inrij-Canta – een auto waar je met rolstoel en al in gaat – is zo bijzonder dat buitenlanders soms smeken of ze er alsjeblieft ook een mogen kopen. Zowel in Griekenland, Portugal als Amerika rijden ze inmiddels rond.
Wat me trof waren alle tegenstellingen. Op de onderzoeksafdeling boven worden technische hoogstandjes ontwikkeld, zoals volledige joystickbesturing. Beneden op de werkvloer wordt intussen alles onverdroten ambachtelijk in elkaar geklust, auto voor auto, onderdeel voor onderdeel. Handwerk en hi-tech gaan hier gelijk op; wat alle Cantamakers bindt, is de oneindige trots op hun werk.
En is het niet bijzonder dat dit Nederlandse invalidenwagentje nota bene is ontworpen door een racewagencoureur annex -monteur, iemand die twintig jaar heeft lesgegeven op het circuit van Zandvoort? Zoiets verzin je toch niet?
Intussen denk ik maar steeds aan al die Cantarijders die ik ken: stuk voor stuk mensen die hun bewegingsvrijheid te danken hebben aan dit autootje. Waaijenbergs motto is: wat je ook hebt, wij zetten er wielen onder en we maken je weer mobiel. Ze maken er waarlijk een benenwagen.
Writer in residence zijn is geweldig bij zo’n bedrijf. De enige vraag is hoe ik Waaijenbergs liefde straks in woorden kan vangen.
“De enige vraag is hoe ik Waaijenbergs liefde straks in woorden kan vangen.”
Dat gaat je in deze column alsog erg goed af !
Leuk leeswerk, Karin.
Maar waarom steeds in de kleur rood ?
Omdat dit de mijne is, en die is nu eenmaal rood… Ik heb inmiddels veel groene, grijze en witte Canta’s gefotografeerd. En onderdelen daarvan :)
Wat een geweldig wagentje!!!! Echt stoer.
Karin, je doet Canta en onze held Waaijenberg alle eer aan, ga vooral lekker verder met wat jij zo goed doet, wij genieten van beide!
Ah… vandaar dat je niet reageerde op wat ik eergisteren onder “Wie helpt?” schreef… je zit al bij Waaijenberg. ;-)
Blijf je wel (een beetje) kritisch?
Ik woonde dit jaar in een klein witgewassen dorpje in zuid Portugal en wat zag ik daar op een dag door de nauwe straatjes hobbelen? Jawel, een Canta! En de eigenaar zo trots! Ik vind het ook fantastische wagentjes. Maar gelukkig doet mijn eigen benenwagen, mijn benen dus, het nog goed. Ik loop mij rot zonder een andere auto. Ik doe nl niet aan auto’s maar als ik er ooit een nodig zou hebben, een Canta voor mij, maar dan wel electrisch en niet op benzine graag.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar mijn moeder reed een import AIXAM. Ze is nu 85 en het was echt niet veilig meer. Voor de derde keer was ze tegen een paaltje gereden tijdens het inparkeren. Omdat die tractoren (zo klinken ze en dus niet te verwarren met PC Hoofd tractoren) van kunststof zijn valt gelijk de hele carrosserie uiteen. Bij de Canta stel ik me – door het lezen van jou mooie artikel – voor dat er een licht brommend geluid uit komt, ongeveer zoals een kat klinkt die het naar de zin heeft. Of sla ik nu door?
Nooit geweten dat je er met rolstoel en al in kan rijden, wat een geweldige oplossing!
@ Frans, zie “wie helpt” voor mijn aixam.
hoewel ik merk trouw ben aan Land-Rover, kijk ik uit naar een andere plastic varken.. hij was engels gekentekend en mocht 80km/u.
bent u toevallig sterrenbeeld schorpioen? Wees maar trots op uzelf. Rood is een warme kleur en valt goed op in het verkeer. Mensen die rood als lievelingskleur hebben houden niet vanstilzittten, zijn met alles en nog bezig en komen vaak op voor de underdog. Ik groet u.
Ha Karin,
Ik vind dat je deze keer tamelijk onkritisch bent. Natuurlijk, de Canta is een mooie uitvinding. Maar een rolstoelcanta kost wel zo’n 23.000 euro En de mijne (jawel, ik rijd erin) is regelamtig kapot. Afgelopen herfst had de Canta een grote beurt een een aanpassing nodig. Ik kreeg een rekening van 1.100 euro. En echt, zoveel onderdelen zijn er niet vervanvangen. Waaijebberg heeft haar standplaats op de biblebelt. Jawel, de mensen daar zijn heel vriendelijk en…….. heel commercieeel.
Neem alleen al de voorrijkosten. Als je de Canta via de gemeente hebt ken je de bedragen niet. Als je hem zelf hebt gekocht en betaald hebt ga je toch anders denken over dit `idealistische bedrijf dat het zo goed met de gekreukelde medemens voor heeft’. Ook in het tv programma Kassa zou deze firma niet misstaan.
Tja, christenen blijven christenen.
Met groet,
Petra Jorissen
Petra, dat de autootjes duur zijn weet ik, zeker de inrij-Canta. Maar ik heb ze zien klussen aan twee inrij-Canta’s en ik weet nu wat er allemaal bij komt kijken… En ja, het is een behalve een inventieve firma ook gewoon een bedrijf. Ze moeten 35 mensen aan het werk houden.
Waaienberg maakt prachtige karretje, maar als je niet handig of rijk bent maken ze het wel moeilijk voor je.
startrelais van de startmotor was kapot, waaienberg vertelde mij dat er een nieuwe startmotor in moest van 550 euro, ik was al klaar met een nieuw relaitje van 10 euro.